zondag 28 februari 2021

Leerjaar

Vandaag is het een jaar geleden dat hij in ons midden kwam. Dat kleine nietige dingetje dat wij virus noemen. Misschien wil het ons wel iets leren. Waar wij kampen met gevolgen van indivudualisering, energievraagstukken en uitstoot van gassen waar we steeds meer last van krijgen, heeft dit jarige virus misschien wel het antwoord.
Wat als het gewoon 'Stop' wil zeggen tegen ons? Wat als het ons dwingt om op die manier andere antwoorden te vinden?
Weer leven bij de seizoenen waar ze ooit voor bedoeld waren?  Bij licht op staan en bij donker naar bed gaan? Minder zon betekent dan meer slaap.
Onze vingers niet alleen slijten op toetsenborden maar ook gewoon gebruiken om appels, peren en bramen te plukken? Het groeit er.
Onze ogen even van het scherm halen om ons heen te kijken? Even niet naar een  kastje dat grotendeels bezig is met onze hebzucht aan te wakkeren? Maar even naar buiten en een zonsopkomst of -ondergang te bekijken? Waarom denk je dat iemand dit elke dag opnieuw inkleurt?
Even geen netflix maar een blik naar buiten waar vogels, bloemen en bijtjes roepen om een moment van magische verwondering.
Onze voeten niet op de bank maar lopend door het bos om te ontdekken dat sommige bomen tot in de hemel groeien?
Kinderen om onze werkplek thuis laten spelen, scheelt naast het verwarmen van een kantoorgebouw ook het in stand houden van de kinderopvang. En als zij er niet van leren doen wij dat wel.
Leerlingen het grootste leerboek van alle tijden insturen? Gewoon naar buiten?
Theaters verwisselen een zomerstop voor een winterstop. Artiesten die buiten optreden midden in de zomer?
Kerken die eindelijk de muren neerhalen om in alle openheid goed te doen.
Familie zoveel warmte verspreid dat je dicht bij elkaar wilt blijven wonen? Dan kun je elkaar lopend bezoeken.
Met aandacht en liefde de rijkdom zien in de mensen om je heen. In lijden en in liefde. En soms is dat hetzelfde. 
Waar jij en ik daadwerkelijk elkaar raken, heeft dat virus nooit het laatste woord.

Bloemen op de ramen

Ik liep over akkers en de randen
zag zonlicht over open veld
vliegtuig leek te landen
kruispunt mij voor keuze stelt.

Een nieuwe dag breekt aan
misschien nog even niet.
Bevroren bloemen gaan
laat mij 't verdriet.

Laat tulp en narcis bloeien
mus en mees hun nestje bouwen
mijn winterhart wil gloeien
koude handen rouwen.

Waar aanraken kan uitmaken
is elk woord al lang gezegd.
Leven kan niet staken,
komt altijd terecht.






zondag 21 februari 2021

Virusvoordeel

De winter kan nog niet voorbij zijn, de zon wat aan warmtekracht winnen of de oerdrift van mannen richt zich op het aanschaffen en gebruiken van machines en apparaten met een geweerachtig handvat of een pistoolgreep. 
De bouwmarken spelen gretig op dit hormoonding in door aan het begin van het voorjaar deze verlengstukken van mannelijkheid in de aanbieding te doen. Daarnaast geven ze elke man het idee dat hij ernstig tekortschiet wanneer hij geen hogedrukspuit, heggenschaar, boorhamer of schuurmachine in zijn schuur heeft hangen. Ik heb nooit begrepen waarom er in nieuwe wijken niet één schuur staat met al die spullen erin. De meeste mensen gebruiken deze lawaaiproducerende apparaten maar een paar uur per jaar.
Zelf woon ik op een voormalig fabrieksterrein waar een dertigtal nieuwe huizen, allemaal voorzien van tuinschuurtjes, gebouwd zijn. Deze schuurtjes zijn gemaakt van geïmpregneerd hout dat de eerste tien jaar geen behandeling nodig heeft. Toch denken nogal wat buren dat je een schuur elk jaar moet schuren en van een nieuwe deklaag moet voorzien.
Gewapend met band-, handpalm, hoek- en multischuurmachine worden er in deze weken de nodige tuintrapjes bestegen. Meestal op zaterdag of zondag. 
Dit is dan na de periode dat iedereen zijn dakterras met een hogedrukspuit heeft gereinigd. Met zo'n apparaat dat telkens aan- en afslaat op het moment dat je het pistoolhandvat inknijpt of loslaat. De maker van deze spuiten zou eens met Freud moeten praten.
Deze eerste twee lentedagen heb ik grotendeels in de bossen doorgebracht. Beide keren trof ik bij thuiskomst een vredige buurt aan. Laat die bouwmarkten nog maar even dicht. 

Zondagmorgen

Koffieapparaat vroeg wakker.
Belofte van boom en bos
hier en daar een heuvel
dorre winterheide
in altijd kleur
maakt mij
de ogen
los.
Wenkende Veluwe wacht
wat wild met hier 
en daar een hert,
wolf of zwijn,
die net als ik
in ochtend
gloren.



zaterdag 20 februari 2021

Uit zicht

Mijn heuvel iets voorbij
ontmoet ik mijn berk.
Voor hem geen
veertig dagen
tijd, het is
voorbij.






Ze wilde de prullenbak niet in

Dit is zo'n morgen. De tuindeur open waardoor ik de zanglijster zijn liedje hoor herhalen en de lentescheuten van de bamboe bijna onder de grond voel groeien.
De lucht ademt lente. Mijn hele lijf vertelt met dat de wereld opnieuw begint. Alles voelt sterk en jong. Ik bemerk de roep om leven. 
In de deuropening drink ik mijn koffie op. Even later breng ik mijn kopje naar de keuken. De keukenvloer getuigt van een latertje gisteravond en van haastige ontbijtjes. 
Er staat een prachtige stofzuiger in de kast, niet alleen aangeschaft op zuigvermogen maar vooral op het minimaal voortbrengen van decibellen. Maar deze ochtend is een morgen van stilte. Dus pak ik een stoffer en blik uit de kelderkast.
Het zijn maar enkele restjes die ik opveeg en de prullenbak in schud. Het enige wat achterblijft is een klein rood hartje. Ze wil niet bij het andere afval.
Het doet me denken aan de jonge septembersla van Rutger Kopland. Zo vergaat het mij. Ik kan het niet verdragen als uiteindelijk het hartje naar beneden fladdert. Ik vis haar op en plaats haar op de hoek van mjn bureau. Geen flauw benul waar ze vandaan komt of heen gaat. Maar vandaag blijft ze bij mij.  

dinsdag 16 februari 2021

Tijd verzetten

Wat er nu al bijna een jaar gaande is roept oerkrachten in me op die keer op keer gevoed en bevestigd worden. Dat bevordert weer de volgende neiging tot opstaan tegen, in mijn ogen onzinnige, regels en of afspraken.

Waar ik heel lang bij de mensen van viruswaarheid en viruswaanzin dacht aan de 5g-wantrouwers en andere complotdenkers, begin ik nu meer dan ooit te twijfelen.
Hopelijk keert dit moment het tij. Hoeven we niet meer in uitersten te denken Over wappies of schapen. Zien we dat er ook heel veel mensen in het midden zitten. Mensen die echt zien dat er een serieus virus rondgaat met soms heel ernstige gevolgen. Mensen die alleen hun sterke twijfels hebben over aangewende maatregelen. Iets over middelen die erger zijn dan de kwaal.

Natuurlijk snap ik dat je in tijd van nood soms lastige ad-hoc beslissingen neemt en er ook wel eens naast zit. Maar als je al een jaar onderweg bent, mag je veronderstellen dat je nadenkt over besluiten. Als je dan zo de mist in gaat met een diepingrijpende maatregel zoals de avondklok en de eerste en de beste rechter draait dit terug, dan doe je toch echt iets fundamenteels fout.

Ik nam tot voor kort aan dat we geregeerd worden door mensen die nadenken en voors en tegens van besluiten afwegen. Die eventueel een schijnproces in hun eigen achterkamer houden om zeker te zijn van de houdbaarheid van hun handelen.

Niets van dit alles dus. Ze doen blijkbaar maar wat. Nu nog wachten op een rechter die iets zegt over de horeca- en schoolsluitingen. Over mondkapjes en andere zaken die discutabel zijn. Hoogste tijd. Volgens mij is het vijf voor twaalf. Gelukkig mogen we dat buiten beleven.




zondag 14 februari 2021

Valentijnsnacht

Mijn liefste is maan.
Zij is de allermooiste,
zelfs in onbereikbaarheid

Geen sokken die stinken,
zinnen te vaak gehoord.
Geen excuus voor
weer te laat.

Geen stokpaardjes, de was,
of eeuwige onopgeruimde
tuin, zolder en fietsenhok.

Geen aanhoren 'ik kom zo',
achter scherm vandaan,
uren voor het gaan.

Geen uitblijvende reacties
op schokkend nieuws of
alledaagse dingen.

Niet doodgeliefd in spullen,
stilletjes en geweldloos
zij daag'lijks sterven.

Zolang ik mijn maan 
zie mijlenver dichtbij; 
voel ik, koester jou 
elke nacht in mij.









zaterdag 13 februari 2021

Stadsliefde

Wat houd ik van het bos, de bomen en de rust. Als een eerste echte grote liefde. Daarnaast heeft de stad mijn hart gestolen. De natte klinkers na een fijne avond met vrienden waar het weer veel te laat geworden is. De verlaten steegjes in de vroege ochtend of de gevulde terrassen op een mooie zomerse middag.
Ik voeg er vandaag één reden aan toe: De dichtgevroren grachten die me laten voortglijden tussen stadsgenoten.
De route dwingt mij onder te lage bruggetjes om mij daarna te omringen met zonomrande gevels. Het is alles en het is genoeg.

vrijdag 12 februari 2021

Vrijdagmiddagborrel

De enige gast in het kelderachtig aandoende gewelf was een enigszins gezette heer op leeftijd. Op de sta-tafel voor hem stonden twee lege wijnglazen en in zijn hand hield meneer de derde die ook al een beetje leeg begon te raken.
Ik pakte een nul-punt-nul uit de koelkast, het is zelfbediening hier, en trok een zakje noten open en voegde me met een 'goedemiddag' bij de ander helft van de aanwezigen.
Hij nam me op en beantwoorde mijn groet met een stralende lach. Ik vroeg hem, met een hoofdknik naar het lege glaswerk op de tafel: 'Zo, goeie week gehad?'
'Ha nee, nou ja eigenlijk wel ook. Maar 't beste moet nog komen.'
Ik hoefde mijn tafelgenoot geen 'vertel' toe te voegen want hij brandde al los.
'Weet je, ik ben de eigenaar van alle ZeebergBlauwparken.'Hij vertelde me dit zonder branie, Meneer was gewend om zich voor te stellen zag ik. En ja als je eigenaar van iets bent, mag je dat ook zeggen. Ik kende de Zeebergparken wel. Mooie grote terreinen met heel veel huisjes en allerlei vormen van vermaak.
'We gaan weer open' vervolgde hij, 'Helemaal. Vanaf aanstaande maandag.'
'Huh,echt?  Hoezo dan, heb ik wat gemist? Of is er net een persconferentie geweest?'
'Nee die komt nog.'
'Maar alleen de huisjes? Die waren toch al open?'
'Nee alles gaat weer open. Het zwembad, de restaurants, de bibliotheek, de winkels, zelfs de bioscopen waar we die hebben. Alles mag weer. Geen enkele restrictie. 
Ook geen maximum aantal bezoekers. Ik heb deze week zelfs een contract gesloten met een paar theatergroepen die knuffelavonden gaan organiseren op onze parken. Wij denken dat sommigen dat echt verleerd hebben. '
'Maar euh, hoe in de wereld hebben jullie dat voor elkaar gekregen? Zelfs knuffelen, en ook geen anderhalve meter of mondkapje meer?'
Meneer lachte om mijn verbaasde blik.
'Ha nee, mondkapjes zijn verboden vanaf volgende week op onze parken. Er lopen NOA's rond om daar op toe te zien.'
'NOA's?'
'Ja, Normale Opsporings Ambtenaren, iedereen met een mondkapje krijgt een boete. Net als alleen lopen of een dag lang niemand knuffelen. Allemaal strafbaar op onze terreinen.'
'Maar wacht eens even, hoe dan? Wat doe je anders? Waarom mag jij dit wel?'
'Nou ik heb uitgerekend dat bijna de helft van alle Nederlanders is getest. Iedereen die positief getest is en zich niet ziek voelt, dat geldt voor negentig procent, nou die zijn allemaal welkom bij ons.'
Op mijn verblufte gezicht voegde hij daar met een dikke grijns aan toe: 'Tja, als je al positief bent kun je een ander niet meer aansteken he? '
Vakantieparken vol met positief geteste mensen, barpersoneel dat positief was, de tuinman en de badmeester. De dame die de kaartjes verkocht voor de film, en de groenteman in de winkel allemaal positief getest.
De samenleving kon weer draaien. 
Ineens krijg ik haast, ik ga op zoek naar een test-straat, wie weet heb ik het wel en eet ik vanavond in een Zeebergrestaurant.

donderdag 11 februari 2021

Gouden bergen

Gouden bergen

Gisteravond hebben we een bijeenkomst gehad met een aantal Goudse zzp'ers. Ze waren door ons als diaconie uitgenodigd om van gedachte te wisselen over mogelijkheden en onmogelijkheden in deze bijzondere tijd.
Als groep kenden we ze al; de meeste zzp'ers kenmerken zich door een verlangen naar zelfstandigheid, gecombineerd met ondernemersgeest en creativiteit. Mensen die eerder denken in kansen dan in bedreigingen. 
Als je ze zoals gisteravond de persoonlijke verhalen hoort dan voelt het nog weer anders.
Waar de één een wachtlijst van klanten heeft door de huidige crisis, zit de ander noodgedwongen zonder werk. Of iemand die als zelfstandige echt wel gewend is om in haar eentje beslissingen te nemen maar waar nu de rek uitraakt door het missen van contact met gelijkgestemden. 
Wat raakte was de uitspraak van één die zei; 'Maar we redden ons hoor. Ik heb nergens gebrek aan.'
Ook anderen die aangaven dat een beroep op diaconale hulpmiddelen best ver van hen vandaan stond.
Natuurlijk is het mooi dat mensen zelf de broek op kunnen houden. Toch gebeurt er iets raars. Mensen zien zich zelf bijna nooit als doel. Vinden het raar om ons als diaconie om praktische hulp te vragen.
We vinden het allemaal heel normaal om elke week ons geld in een (digitale) collectezak te stoppen. Melkbussen vol te gooien met tientjes om dat er ergens op de wereld zich een ramp voltrekt. Maandelijks geld af te laten schrijven voor allerlei diaconale doelen. Allemaal erg mooi en blijf het vooral doen. 
En ja we zijn als diaconie veel meer dan een geldverstrekker. We verbinden mensen onderling, we zoeken oplossingen voor hen die vastlopen, bieden een luisterend oor en verwijzen door naar instanties.  Maar we willen er ook zelf zijn. Juist daar helpen waar geen helper is. Dat is ons motto. 
Aarzel dan ook niet te lang als je zelf die melkbus nodig hebt. Omdat zich in jouw wereld een ramp voltrekt. We zijn er voor.
Tenslotte is het niet ons geld. Zoals in de Bijbel zo mooi staat, is het geld en het goud van onze lieve Heer. Hij is een Zelfstandige met heel veel personeel. Hij heeft mensen in dienst die graag Zijn geld en middelen wat heen en weer schuiven. Het wordt er niet minder van. 


dinsdag 9 februari 2021

Tienduizend redenen

Je kunt jaren in het bos geleefd hebben en je alsnog verwonderen over een boom. 
Heerlijk om te mijmeren over het weggewaaide zaad dat in goede aarde viel. Wortel bleef schieten en zich omhoog verhief. Takken uitstak naar de hemel en ook naar de aarde en andere bomen.
Een schoonheid die de bladvorm ontstijgt en jaargetijden niet alleen verduurt maar ze maakt.
Zo is het met het schrijven van een boek. Van letters woorden maken die zinnen geven. Regels schrijven doe ik mijn hele leven al, een roman scheppen is iets anders. Na het verschijnen van Parre, mijn eerste roman, ben ik lang bezig geweest om een begin van een tweede boek te ontdekken. Soms opnieuw begonnen maar niet het vuur gevoeld. Wel eens gedacht dat ik het had maar na een paar hoofdstukken vastgelopen.
Maar nu stroomt het. Ik voel een vuur in mijn binnenste smeulen dat een uitweg zoekt. Waar ik ook ben, ik voel woorden bewegen en zinnen komen.
Zelfs onderweg zet ik mijn auto soms aan de kant om een zin of gedachte op te schrijven.
Natuurlijk zoek, schrap en verbeter ik; schrijven blijft worstelen, maar het voelt ongelooflijk goed om te leven in het verhaal. Nieuwsgierig te zijn naar de volgende alinea die zich af en toe vanzelf ontrolt.
De magie te voelen zoals toen ik bij deze winterboom stond. Te weten dat onder de witte vacht alles al bestaat. De sapstroom niet weg is, hooguit even ingehouden, de bladeren zich in het binnenste al weten voordat een knop verschijnt.
De boom bestaat niet ondanks de koude en de sneeuw maar dankzij. Zij geven hem de rust en ruimte om in zichzelf helemaal boom te zijn. Niet alleen om straks vrucht te dragen maar om nu al mooi te zijn.
Zo is het met een boek. Natuurlijk fijn om de wereld in te gaan en gelezen te worden. Het proces van drukken, verschijnen en de eerste reacties wil geen enkele schrijver missen. En toch denk ik dat die momenten dat je de grootsheid of juist de kleinheid der dingen aan het papier vertrouwt, zo mooi als de schepping zijn.
De schoonheid of het ontbreken van een levenslot, het onbegrijpbare van menselijke daden vorm en inhoud geven in een verhaal is misschien wel de meest ultieme vorm van thuiskomen. 



dinsdag 2 februari 2021

Koffiestilte

Na  dagen dichten,
woorden spelen
op rijm en rij.
Verleiding groot,
keuze tussen
vast en vrij.
Misschien is leven
simpelweg het
klein geluk.
Niet het hoofdgerecht
maar zijdelings in de pan
het kleinste afgekloven stuk.
Zoals de best gebrande koffie
uit 's werelds mooiste 
apparaat.
Soms bij een lauw kopje
in de schaduw
staat.

poëzieweek 2021 6/7

maandag 1 februari 2021

Nachtdicht


Wie ooit in avond zoekt de rand van bos
ziet met een vast hoofd en ziele los:
De zon gaat onder, verdwijnt niet echt,
met duister komt niet altijd 't slecht.
Het stil geheim ligt in het maanloos donker
bij 't ontbreken van het lichtst geflonker.
Daar ontmoet ik in rust mijn eigen hart
ervaar het eind als nieuwe start.

poeziëweek 5/7