Een tijdje terug ben ik lid
geworden van 120w. Dit is een site die mensen uitdaagt om iets over een bepaald
thema te zeggen in honderdtwintig woorden. Niet meer en niet minder. Weg
met de breedsprakigheid, 120 woorden is echt genoeg. Aldus de homepage van deze
site.
Deze week is het thema ‘weide’. Op een stil moment heb ik een
eerder geschreven stukje omgebouwd tot honderdtwintig woorden.
Niet alleen met het doel om genoemd aantal woorden te halen. Nee
ook de laatste, nu pas gevormde, strofe hoort erbij.
Want licht mag dan uiteindelijk
overwinnen. Maar misschien niet hier. En niet altijd nu. Dit stukje tekst, waar
dit de laatste zin van is, bestaat ook exact uit honderd en twintig woorden.
Het wordt altijd weer winter
Emst, Gortel en de Pollen.
Een kwart eeuw,
braak gelegen,
nu opnieuw betreden.
Een
dag lang rondgestruind.
Berm en weide geuren ’t zelfde.
Paadjes ogen smaller, kleiner,
ik groeide, zij niet.
Onder
de immer
cirkelende buizerds.
Wat bomen geschopt,
paar graven gesproken.
De
spreng is verlegd.
Minder rechtlijnig.
Hetzelfde doel:
Afvoer van wellend water.
Sloot
stond voor schouw,
stuw en scheiding.
Nu door het verleggen van de loop
symbool van sierlijkheid
Op
mijn plek gezeten,
bedenk ik m’n herinneringen
de mooie en de mindere.
Zeer en zegeningen.
Thuisgekomen
post ik
de op één na mooiste foto.
Zet eronder:
‘Licht overwint’
En
nu een maandje later,
slaat de twijfel toe.
Zoals de seizoenen zich herhalen,
zo veranderen wij misschien niet echt.