woensdag 26 februari 2020

Schone was buiten hangen


Schone was buiten hangen 

Weer dondert het van de kansel. En rolt het de gemeente door. Iets over social media . Dat we er voor op moeten passen. Vooral onze jongeren. Omdat het verwoestend is en we een schone schijn ophouden via deze kanalen. Er schijnt niets echt te zijn aan de manier waarop we ons hier aan elkaar presenteren. Meestal wordt dit dan gevolgd door het noemen van Facebook. In een enkel geval nog iets over Instagram.
Het vervelende is dat degene voor wie deze oproep bedoeld is, allang heeft afgehaakt. Als die wel aanwezig is, zit-ie met zijn of haar neus in het scherm.
Nee, zonder gekheid, wanneer leren we eens dat het weinig zin heeft om iets negatiefs te zeggen over een middel. Ooit werden vliegtuigen en treinen vervloekt, later de radio en de televisie. Het internet hebben we verwelkomd. Alleen de manier waarop we het gebruiken, daar oordelen we over, snoeihard.
Ik heb eens geturfd; op een gemiddelde post over een serieus onderwerp reageren toch altijd nog zo’n drie á vier mensen, die zelf ergens tegenaan lopen, via een persoonlijk berichtje.
Regelmatig sta ik met een collega-ambtsbroeder op een plek in onze kerk waar mensen na de dienst met vragen en of opmerkingen langs kunnen komen. Mooi initiatief, waar van tijd tot tijd gebruik van wordt gemaakt.
Toch kiezen velen er voor om een digitale route te zoeken voor contact.
Dat mensen zich op hun best laten zien? Met foto’s op insta van een perfecte vakantie? Ach, dat is niet nieuw. Ook vroeger stuurden mensen een kaartje met ‘Groeten uit Volendam’. Daar stond dan vaak een molen in een stralende zon op met een lachende dame die een ronde kaas in haar armen hield. Tulpen die alleen maar bloeiden. Die beelden deden niet helemaal recht aan de werkelijkheid. Niets nieuws onder de zon.
Steeds vaker zie ik op social media berichten voorbijkomen van mensen die zich in hun hart laten kijken. De wereld deelgenoot maken van hun worsteling. Of van hun verdriet. Soms gaat dat best ver.
Die aantallen vrienden dan op de diverse media? Is dat echt? Nee, natuurlijk niet. Iedereen die een poosje actief berichten, posts of tweets verstuurt, weet welke waarde vrienden en of volgers hebben.
Hier ook niets nieuws onder de zon. In vroeger tijden was burenhulp geweldig en uitgebreid. Maar ook daar vonden strenge sociale afrekeningen plaats. Ietsje buiten de boot en je mocht zelf zwemmen.
Ik zeg niet dat het beter is nu. Maar laten we niet doen of het allemaal zoveel slechter is. Het misbruik van de mogelijkheden via social media - ja, dat is er. Maar was dat er vroeger niet in het buurtcafé waar de mannen een borrel na werktijd namen? Of op de woensdagmorgenkoffie waar alle buurvrouwen bij elkaar kwamen? Of de varianten die er gelukkig nog steeds zijn?
Ik heb geen zeventienhonderd vrienden op Facebook. Ik mag wel zeventienhonderd keer een vriend zijn. Best mooi.




donderdag 20 februari 2020

Maria's misère of

Kan het kerstfeest blijven?
Een huis vol herders,
engelen op wolken
en wat wijzen 
op bezoek.

In ontspanning
een beetje aanbidding 
gezang niet van de lucht
en wat cadeaus uitpakken.

Opeens een boze koning
met moordlust bezet.
Vlucht naar duister land,
jaren ver van iedereen.

Dwars door dorre woestijn
Mozes' terugreis maken
met huilend Kind
trouwe man
en niets.

Misschien was het anders
werd hun asiel in Egypte
de mooiste huwelijksreis.

Misschien fluisterde Maria zacht
eind'lijk rust en geen gedoe
vragen van familie moe
dankjewel dat U me bracht.

Zo werd Maria's grootste angst
heerlijk verblijf in gastvrij oord
Met Jezus huil en Jozefs woord
duurde hun liefd het langst.





Gouwekerk




Jaar en dag haar stilletjes rechts laten liggen

Bewoog ik mij langs haar en links het water
Fietste ik nooit zacht onopgemerkt voorbij. 
door stille liefde werd de hemel op aarde later.

Dan in een stille nacht die lang niet heilig was
het moment dat vriend en ik haar binnengaan.
Ruime hal en van banken leeg immens gewelf
marmeren vloer waar losse elementen staan.

Hier ooit alleen de Bijbel, nu de kunst erbij
tentoongesteld met vaandellange doeken.
Vroeger de scheve schaats aan kaak gesteld
nu ook een tijdje hier de zopie koeken.

Inmiddels bestijgen wij de kleinste torentrap
aan het eind een kleine deur, net onder 't dak
Dan lopen we over een hele lange houten brug
Als je hier valt is 't niet alleen het been dat brak

Dan eind'lijk wij onder de grote toren aangekomen
daar nu losse ladders staan die ons doen stijgen
schoksgewijs en tree voor tree wij gaan omhoog
Tot wij op hoog bordes 't mooiste uitzicht krijgen.

Naar onderen de Goudse drev'- en stegen
waar donkere slagschaduwen de plaats bepalen
Sint Jan en fabriek van ander gouds product
hun silhouet steekt af, de stenen en de stalen.

Nu verder weg aan horizon en ander einde
de kerstboom in Lopiks radiogolvende velden
aan andere kant het Rotterdam, Den Haag
de tekening die hun verhaal vertelden.

Nooit meer ga ik haar argeloos voorbij
nimmer kijk ik gedachtenloos naar 't kruis
want deze avond met vriend en uitzicht
was heel even echt mijn heerlijk thuis.


Onbereikbaar dichtbij

Die ik het meest van allen ooit beminde
was niet de rood of zwart of blonde
of zij die volgde wat mij zinde
de lange, korte of de ronde.

Al ging mijn hart soms uit
naar zacht en eenzaam warm
als jager keer op keer mijn buit
van kermis thuis weer koud en arm

Mijn grootste liefde stom en dwaas genoeg
is nooit gezegd, hardop uitgesproken
Geen antwoord daar ik niet vroeg
zij is al lang in 't graf gedoken.

Hoeveel armen ik ook voelde
benen die mij rond en vurig vingen
hand die door mijn laatste haren kroelde
ogen die verdronken aan mijn lippen hingen

Gezicht dat op mijn schouders huilde
buik waar ik mijn hand op legde
al was ik degene die verruilde
groot gelijk in wat zij zegde.

Maar nee, die ik tot in mijn wortels min
is dood, gekist en onder zand gestopt
dan snap ik keus en heeft het zin
nu ik nog weg en alles klopt.







woensdag 19 februari 2020

Vesper

Op een grauwe februari-avond parkeer ik mijn fiets tegen zijkant van de Sint-Jan. Via de kosteringang ga ik naar binnen. Verwelkomd door een dame die ik het afgelopen jaar goed heb leren kennen. Zij is degene die een jaar met me optrok bij het schrijven van mijn roman. Veel van haar geleerd.
Verrast begroet ik ook haar man die een stapeltje liturgieën staat recht te leggen. We wisselen enkele woorden waarna ik een plekje in het koorgedeelte van de majestueuze kerk opzoek. 
Ik verlies me in de aanblik van de pilaren die in het donker, van onderaf belicht, oplopen tot de bovenste gewelven. Het spel van licht en donker in samenhang met de mortelkleuren van de vroege voorlopers van de latere ijzeren spanten blijft indrukwekkend.
Langzaam loopt het koorgedeelte vol. Dan komt de predikant binnen. Zijn simsongestalte gaat grotendeels schuil onder een zwarte toga. Hij past in dit immense gebouw. Als je hem op straat tegenkomt, veronderstel je eerder een bodybuilder dan een dominee. Zijn markante kop met de lange manen maakt de vergelijking met de strijder uit de Bijbel compleet.
Achter hem volgen de organist en nog twee dames en een heer. Eén van de dames is degene die mij bij binnenkomst verwelkomde. Bij allen valt me op hoe toegewijd ze zijn. Hun zang, ook die van de dominee, klinkt als ademen voor hen. Misschien is het dat ook wel bedenk ik.
De dienst, vesper genaamd, wordt gevuld met zang, gebed, stukje bijbellezen en stilte.
Ik kom om te luisteren en geniet met volle teugen. De tekst en de tonen brengen me in een heerlijke rust.
Stil verlaat ik na een uur de kerk.  


.

zaterdag 8 februari 2020

Roerig weekje

De stilte voor Ciara binnenstormt
voelt als zwijgende woorden
van weggebleven minnaar.
Waar huid onaangetast
de schouders leeg, 
buik onberoerd,
holle armen
zich niet
vullen.
Regen als voorspel,
tranen drogen niet.
Maan maakt
leegte vol.