zaterdag 22 september 2018

H5 Uitputten

De afgelopen nacht heb ik slecht geslapen. Naast wat herfstachtige verkoudsheidsverschijnselen zit me nog wat anders dwars. Nee, niet het feit dat ik ontslagen word, of de gang van zaken rondom dit ontslag. Daar lig ik ook wel van wakker, maar nu niet. 

Ik krijg van mensen die vrij dicht bij me staan op verschillende manieren de volgende boodschap:'Zeg Arjan, wordt het geen tijd om te stoppen? Je hebt je punt gemaakt, moet nu echt heel Nederland dit weten? Denk je niet dat iedereen nu de christenen weer uitlacht en verdacht maakt? We zijn toch ook best een goede school? Jij bevindt je toch al wat op het randje van het gedachtengoed van je school, kun je dan nu niet de gevolgen slikken en doorgaan?' En weet u? Dit zijn de vragen die ik mezelf ook stel, blijf stellen. 
Hopelijk doet u dat ook.

Tot ik vanmorgen een soort antwoord krijg. Van iemand wiens mening ik belangrijk vind. Ik stel de vraag:'Hoe kan het dat ik in de afgelopen jaren alles aan mijn vmbo'ers uit kan leggen en niet in staat ben om wat er nu gebeurt aan de mensen om me heen uit te leggen?' Letterlijk zegt ze: 'Omdat je kop er tussen zit'.  En vervolgt: 'Je leerlingen zien wat jij voelt. Ze kijken met hun hart. Zij lezen kwetsbaarheid, waar wij ons verschuilen onder juridische en andere grote mensenduidingen.
Wat jij doet, is proberen uit te leggen wat er allemaal gaande is. Je vliegt het onrecht aan op een verstandelijke manier. Zelfs af en toe met wat humor erbij. Geen wonder, dat men denkt dat het duidelijk is zo. Dat je het allemaal wel aan kunt. En het nu genoeg is.' 
Daar op dat moment, gaan mijn ogen open.

Vandaag geen zinnen van mij over onrecht, willekeur en inconsistentie in beleid. Niets over grappige aanbiedingen van theaterpasjes. 

Nee, weet u wat hier al vier weken gebeurt? Als ik 's morgens mijn kinderen uitzwaai, weet ik dat ze langs mijn lokaal komen. Mijn lokaal dat vol hangt en staat met mij. Waar ik niet eens bij kan. Hoe stom het misschien ook klinkt, ik mis gewoon mijn spullen. Prullaria in andermans ogen, maar in de loop van een schooljaar komen ze allemaal langs. De glas in lood raampjes aan het plafond, het oenige gedichtje aan de muur, het marmeren steentje naast het bord. De vaak halfdode planten, waar zich altijd wel een leerling om bekommert. De rommelige keuken, waar soms meer wordt gezegd dan gepraat. Afwasborstels dienen als luidsprekers. Afwasmiddel gebruikt als smeermiddel voor stembanden.  En mijn deur. Ja, ik mis mijn deur. Valt niet uit te leggen, wat er allemaal al door die deur gekomen is. Gek genoeg heb ik elke dag de sleutel van die deur op zak, terwijl ik besef dat ik 'm waarschijnlijk niet meer zal openen. Zelfs mijn eigen vervelende grapjes naar leerlingen mis ik. Die van '..en nu is het stil, ik zal geen namen noemen Gijs'.

Natuurlijk zie ik  honderden bemoedigingen, die er op allerlei manieren langskomen. Maar weet u? Het is niet voor niets dat we dit meestal doen als iemand weg is. Het klinkt als een soort afscheid. 
Al die reacties doen me goed, erg goed. Dankuwel! Maar één ding wil ik u vragen; 'Wilt u alsjeblieft geen 'Sterkte' onder deze post zetten? Ik voel me sterk. Meestal. En nameloos verdrietig. Misschien goed om even niet sterk te zijn. Wel zacht, maar toch zichtbaar.

Wat als we onszelf toe staan, te denken dat dit onrecht is. Gewoon verder gaan? Over tot de orde van de dag. 

Of niet verder gaan? Opstaan en christelijk Nederland in opspraak? Als we geen zelfreinigend vermogen hebben, moeten we misschien wel even onder vuur liggen.

Tien jaar geleden zat ik op de bodem van een put, die ik zelf had gegraven. Godzijdank en nog wat mensen om mij heen ben ik eruit gekomen. Geen mens weet wat dat gekost heeft. 
Nu voel ik mij teruggegooid in een put die ik niet gegraven heb. Met alle onzekerheid, gevoel van onveiligheid en kwetsbaarheid die dat met zich meebrengt. Tien jaar terug beschuldigde ik mijzelf en soms doe ik dat nog. Nu sta ik op. 

donderdag 20 september 2018

H4 'Lesuitval'

Bijna vier weken zit ik thuis. Wat dit allemaal kost is niet gelijk in één, twee of drie tellen uit te drukken. Alleen al de papiermassa, die de advocaat van mijn werkgever over mij uitstort. Omgezet in uren kom je al snel aan een half jaarsalaris van een docent. Zeker als je de tijd erbij telt die, zowel mijn werkgever als ik, hier in stoppen. 
Liever wil ik het hebben over gemiste lessen. In vier weken tijd zou ik ruim

2500 keer een leerling vijftig minuten in m'n lokaal gehad hebben.
Samen werken aan werkwoordsvormen, de eerste hoofdstukken uit een boek lezen en beginnen met de basis van de dichtkunst. Ook iedere week een rijtje woordenschat doorlopen en iets doen met begrijpend lezen.
Leerlingen met wat lees-, schrijf- en/of leerproblemen in kaart brengen.
Daarnaast vierhonderd leerlingen waarmee ik de dagopening meemaak. Een moment dat we boeken dicht houden, behalve het meest gelezen boek ter wereld. Daar laten wij ons dan zelf door lezen.
Tien minuutjes per dagopening, waarbij leerlingen en docent zich uitstrekken naar elkaar en naar omhoog.
Vervolgens de vraag naar gastlessen. Mijn werkgever vraagt op de ouderavond eergisteren of er ouders zijn, die gastlessen Nederlands willen geven aan mijn leerlingen. Als vrijwilliger zeg maar. Waarop een ouder antwoordt: 'Dat wil ik wel, maar mag denk ik niet, want ik geef 's avonds theaterles.'
Misschien moet ik niet in een klein tentje voor de school gaan staan. Maar gelijk een grote partytent neerzetten en daar gastles gaan geven. Ik doceer tenslotte 's avonds geen theaterles, krijg het alleen een beetje.

dinsdag 18 september 2018

Open brief aan fractievoorzitter Dijkhoff

Geachte heer Dijkhoff,

Van harte welkom bij ons, protestanten. Een kleine vijfhonderd jaar geleden gingen wij er ook vandoor, bij onze roomse broeders. Dat ging nog wat heftiger. Iets met op deuren hameren, op brandstapels staan en beelden omgooien. We waren echt boos op elkaar.
Ondertussen hebben we de ruzie wat bijgelegd. We praten weer met elkaar en ergens geloven we dat we ongeveer hetzelfde bedoelen, alleen op een wat andere manier. Dit is dus geen vlugschrift om mijn roomse medemensen een klap na te geven. Ik laat niet af, te zeggen dat ook daar heel veel goede, lieve en aardige mensen zitten.
Maar nu u daar toch weg bent, mag ik u misschien onze kerk aanbieden. In die vijf eeuwen hebben we er af en toe een potje van gemaakt. We scheiden ons af waardoor we veel geloofwaardigheid kwijtraakten. En schreeuwden vervolgens over aangedaan onrecht dat het niet mooi meer was.
Dat doen we nog wel eens. We kunnen heel kleinzielig en kleinzerig zijn. Uit op een soort puntenwinst. Wie het hardst schreeuwt, die krijgt soms gelijk.  
We vergeten wel eens wat mensen of groepen. We waren niet altijd lief voor  andersdenkenden. Soms nog steeds een beetje niet.
Maar we doen ons best. Nu ga ik niet opsommen wat we allemaal goed doen, dat is er en dat laat ik voor zichzelf spreken. Nee, ik probeer iets dieper te gaan. Want we willen zo graag. Uitreiken naar omhoog en geloven dat er meer is. Overgeven aan wat verticaals waardoor we onze horizonten kunnen kruisen.
De gedachte dat ik niet alleen in verbinding sta met wat groters dan mijzelf, maar dat het grotere mij kent, ziet en redt.
Omdat ik vaak ook maar een klein mensje ben. Weet u meneer Dijkhoff, er zijn momenten dat ik twijfel. De laatste tijd zelfs best wel veel. Zeker ben ik echt niet, soms geloof ik het wel.
De bries langs een blaadje of de ogen van een oude dame brengen mij dan weer terug. Een oud lied dat mij te binnenschiet. Een tekst. Beiden vertellen me het oude en altijd nieuwe verhaal. Dat ik kind mag blijven, zelfs en misschien wel juist op momenten dat ik geen vader en moeder zie. 
Daarom vraag ik u, ga eens mee. Gewoon de kerk in. En dan bedoel ik niet dat prachtige gebouw hier in het centrum van de stad. Ja dat mag ook, graag zelfs. Nee, de kerk wordt gevormd door mensen zoals u en ik. Ietsje elkaar zien, een beetje verbinden en samen omhoog kijken.
Meneer Dijkhoff, ik ben vaak meer protestant dan christen, en dat laatste niet altijd een hele goede. Maar we hebben wel iets te bieden. Meer dan een dimensie extra zelfs. Het is hemels om verbinding met omhoog te hebben. In Jezus naam. 

Weerzien


Boom werd groter, fiets veel kleiner.
Meer dan dertig jaar later
vindt fiets de boom.
En ik hen beide.

vrijdag 14 september 2018

H3. Schoolkamp

Als christenen zijn we niet van het demonstreren. Best vreemd dat protestanten huiverig zijn voor protesteren. Klinkt als een timmerman die niet timmert. 


Ooit voelden mijn gezagsgetrouwe voorouders zich tot het uiterste getergd. De maat was vol. De zogenaamde Vrije Boeren kwamen in opstand. Een heuse wegblokkade was het gevolg. De koningin werd tegengehouden. Tot de Mobiele Eenheid kwam. Familieleden in politiebusjes. Na een middag op het bureau waren ze, voor het melken, weer thuis. 

De afgelopen weken ben ik geraakt door alle reacties van bekenden en onbekenden, van vrienden, familie, collega's, (oud)leerlingen en hun ouders. De stroom appjes, mailtjes, pb'tjes, kaarten en bloemen wordt eerder groter dan dat ze afneemt. In de reacties hoor en lees ik de verontwaardiging van het onrecht dat er plaatsvindt. Vooral het abrupte en zo zonder enige vorm van gesprek naar huis gestuurd te worden, raakt mensen. 

Best bijzonder ook om reacties te zien veranderen. In het begin zat er naast verontwaardiging de toon van het begrip. Begrip dat theater en mijn school misschien wel een dingetje is. Langzamerhand verandert deze toon in onbegrip nu overal ook de dubbelheid doorsijpelt. Dat er in het voorjaar een theaterstuk opgevoerd is door een examenklas van onze school. Als afstudeeropdracht. Helemaal bizar wordt het, doordat de schoolleiding deze uitvoering heeft goedgekeurd en bijgewoond. Dat dit toneelstuk opgevoerd is in het theater waar mijn prèmiere is, maakt het drama compleet.

Er is nog een overeenkomst. Mijn stuk gaat over een levensverhaal. De weg terug van de verloren zoon zeg maar. Het theaterstuk van de genoemde klas behelst het verhaal van Orpheus die zijn verloren geliefde, de nimf Eurydice, uit het dodenrijk terughaalt. 

Mooie zinnen en zegeningen worden me toegewenst. Ook passeren er nogal wat adviezen. Van het oprichten tot een actie-comité, het starten van een handtekeningsactie tot een sit-inn op school.
Ik ben niet zo'n type die zich aan een hek vastketent, maar kamperen doe ik wel graag. Met een tentje voor de school en een bordje voorzien van wat uitleg, ernaast.
Ik ben niet iemand van de megafoon, maar een protestbord om mijn nek, met daarop puntsgewijs mijn aanklacht, past mij wel. Een aantal stellingen op de voordeur hameren is ook protestants.

Nu komt het bij protesteren op een strategie aan. De eerste anderhalve
week heb ik gezwegen. De tweede anderhalve week heb ik geschreven.  Ook door anderen werd over mij geschreven. 
Het lijkt er op dat we een nieuwe fase ingaan. Van het geschreven woord naar de reportage. Het snelle nieuws zeg maar. En ja, dan doet een beeld meer dan duizend woorden.
Gelukkig heb ik mijn tentje nog niet opgeborgen voor de winter.


dinsdag 11 september 2018

H2. Humor en huilen

Soms is het leven theatraal. En liggen een lach en een traan dicht bij elkaar. 
Op de eerste schooldag word ik ontslagen, omdat ik mijn levensverhaal in het theater ga vertellen. Een week later stuurt diezelfde werkgever mij het verzoek om een cultuurpas (CJP-pas) te bestellen.

Ik citeer: 'Om het gebruik van de cultuurpas binnen de school te stimuleren heeft de directie besloten om alle docenten in de gelegenheid te stellen een CJP pas te bestellen. De pas geeft je een brede keus uit aanbiedingen en kortingen op het gebied van kunst en cultuur, kleding, sportartikelen en tijdschriften.

Toch even neuzen op de CJP-site: 

'CJP is voor cultuurliefhebbers. We organiseren culturele events en werken samen met culturele partners. Op die manier kunnen we korting geven op (film)festivals, concerten en theaters.'

En dan blijven onze niet-refobroeders en zusters zeggen dat we geen gevoel voor humor hebben. Misschien hebben we humor genoeg en huilen we te weinig. Dat laatste halen we snel in.


vrijdag 7 september 2018

H1 "Gok maar wat'

Negen jaar geleden klinkt het door een met docenten gevulde aula:
‘Ook dit jaar verwelkomen we nieuwe collega’s. Het zijn er zestien. In het programmaboekje over de opstartweek van het schooljaar staan de foto’s. Ik ga ze niet voorstellen, alleen over één iemand heb ik een mededeling. Het betreft Arjan van Essen, hij is klaar met zijn behandeling in een kliniek. Daar was hij opgenomen voor zijn gokverslaving. Normaliter doen we geen mededelingen over antecedenten van nieuw aangenomen personeelsleden. Maar in goed overleg met hem hebben we besloten dit nu wel te doen.‘

Ik zie mijn buurman driftig door het programmaboekje bladeren. Bij mijn naam en foto stopt hij. Kijkt mij even geschrokken aan. Hij zet nog net niet zijn tas aan de andere kant neer. Na die tijd spreekt hij mij aan, op een mooie, verbinding zoekende manier.
Dit begin zet de toon voor negen jaar van transparantie. Gewoon de dingen bij naam noemen. Na een leven in verslaving met bijbehorende dubbelheden en ontkenningen. Voor mij de enige manier om vrij te leven.
Die openheid helpt mij en ook de school. Een paar dagen later, loop ik in de pauze de docentenkamer in,
wil even wat kopiëren in het hokje ervoor. Dat lukt me niet. Ik vraag vrij luid in de deuropening: ‘Kan iemand mij even helpen met het kopieerapparaat? Ik weet niet hoe het werkt'. Iemand roept: ‘Wij ook niet, dus gok maar wat.’
Op dat moment wordt het stil. Heel erg stil. In een split second voel ik dat het juist nu belangrijk is om hoe dan ook wel antwoord te geven. Ik antwoord: ‘ Tja , dat is het enige wat voor mij nu niet zo handig is'. We lachen. De één wat harder dan de ander. Maar we lachen. En hiermee is de grondhouding gevonden.
Ook in de stormen die volgen. Publiciteit. Leerlingen die me googelen op internet. Vragen van ouders, enzovoort.
Anderhalf jaar later vraagt de directie mij een programma op te zetten, rond verslavingspreventie. Met een paar enthousiaste collega's aan de slag. Contact met de kliniek waar ik ooit ben behandeld. Zeven jaar lang met alle tweede klassen naar de kliniek. Ontmoetingen met verslaafden en confrontatie met verslavingen.
De school is goed. Zij geeft mij veel vrijheid. Ik ben dankbaar, gezien de nieuwe kansen die ik krijg. Ervaar bewust dat het een Godswonder is om na een verslaving weer in herstel te leven.
Ik probeer terug te betalen wat mij gegeven wordt. Mijn energie richt zich op het samen een mooie school zijn. Niet erg om af en toe een stapje harder te lopen. Een uurtje meer te maken. Of een keer iets uit te voeren waarvan je het belang niet in ziet. We zijn grote mensen.
De jaren rijgen zich aaneen. Met mijn collega's, waarbij een geheel eigen dynamiek ontstaat. Vormen een hecht team. Doen wat we graag willen. Jonge mensen onderwijzen. Meenemen. Soms aan de hand. Soms loslopend. Samen deel uit maken van wat groters.


dinsdag 4 september 2018

Proloog

Het schooljaar is begonnen. Een week geleden liep ik door mijn lokaal. Bezig om alles klaar te maken voor de komst van mijn leerlingen. De ramen open om alles op te frissen. Een paar dode planten weggegooid en alvast wat boeken klaargelegd. Ik had er zin in. Zelf een prachtige vakantie gehad, ik was ook erg benieuwd naar de verhalen van mijn leerlingen. De mooie en de moeilijke. De stoere, de spannende en de niet vertelde verhalen. Ook zin om de lessen weer te beginnen. Hen de kracht van taal te leren. Hoe je de dingen kunt zeggen. Proberen te begrijpen, wat anderen zeggen of schrijven. Nederlands. Prachtig vak. 
Daarnaast geef ik Burgerschap. Een vak waarbij we het er over hebben hoe we als maatschappij met elkaar omgaan. Hoe we uit kunnen reiken naar de ander. Welke afspraken we maken, om in goed fatsoen samen te leven. Geweldig mooi om samen met jonge gasten dit te ontdekken. Hoe het leven vaak bestaat uit keuzes. Die leiden tot iets.  
Wat er bij komt is, dat we fouten mogen maken, het komende jaar. We praten daar over, leren ervan en gaan door.

Het mocht niet zo zijn. Ik was er niet toen zij op school kwamen. Want de hoogste baas van de school wil dat ik wegga. Ontslaan heet dat. Een hoogste baas kan dat. En voordat iedereen nu boos wordt, wil ik zeggen dat dit helemaal niet gek is. Je werkt ergens en net zo goed dat iemand je aanneemt, mag hij of zij je ook ontslaan.

We hebben daar in Nederland wat regels over afgesproken. Als een schilder meer verf op het raam smeert, dan op het kozijn, is het niet raar, dat ie weg moet. Als iemand, die bij de groenteboer werkt, steeds tegen de klanten zegt dat de appels rot zijn, kan ie beter weggaan. Als een verpleegkundige elke dag iemand een verkeerde spuit geeft, kan hij of zij beter wat anders gaan doen. 

Wanneer je in ons land iets doet, wat je baas niet leuk vindt, ligt het moeilijker. Als je bij een Peugeotgarage werkt en je rijdt zelf in een Golf, dan mag je baas daar best iets van vinden. Hij kan zeggen dat ie het niet leuk vindt. Vragen of jij je Golf wilt inruilen voor een Peugeot bijvoorbeeld. Daar praten ze over. Misschien zegt de monteur wel, dat de baas zelf soms ook in een Golf rijdt. Of dat er in de Peugeotgarage ook reclame hangt voor een Golf. 
De monteur kan zeggen, dat voordat hij de Golf kocht, hij dit tegen zijn baas gezegd heeft. En dat zijn baas er een half jaar niets van zegt. Dat ie het vreemd vindt dat hij nu ineens in drie dagen tijd zijn Golf moet verkopen. En dat hij ondertussen niet eens in de werkplaats mag komen.

Na een heftige week heb ik het volgende besloten:
Ik ga schrijven. Dat is wat ik kan en graag doe. Ik ben een man van het vrije woord. Voor mij is structuur van belang, dus u kunt elke dag een stukje van mij verwachten. Hiermee probeer ik mijn vrede en vreugde te bewaren. Naast het verdriet en de boosheid die ik ook ervaar.
Verwacht niet, dat ik mijn school ga aanvallen. Ik werk (nou ja werkte, denk ik) op een prima school. Supergave leerlingen, fantastische collega's en een prima directie op mijn afdeling. Wel zal ik wat vragen stellen. Over de bouw waar ik wat misstanden aan het licht gebracht heb. Vragen hoe het in de wereld mogelijk is dat je van de ene op de andere dag je lokaal moet sluiten en je leerlingen weg moet sturen.
Prima dat mijn werkgever vragen heeft over mijn theater. Ook goed als het eventueel onverenigbaar blijkt met de identiteit van de school. Dat we toch wel wat uit elkaar gedreven zijn. Alles bespreekbaar. Iemand op de eerste schooldag zonder welk voorafgaand gesprek dan ook, naar huis sturen, is niet de manier. 
Sorry leerlingen uit V2C, V2D, V2E, V2G, V1F, V1G, V1C, H2B, sorry! Wij als volwassen mensen, moeten ons de ogen uit ons hoofd schamen. Op het moment dat we jullie moeten leren, hoe we als maatschappij met elkaar om zouden moeten gaan, geven wij jullie het slechtste voorbeeld. Misschien kan ik naast mijn blog weer een videokanaal openen waar jullie dan toch wat lessen kunnen volgen. Gewoon door het voorlezen van een boek. Ik zit te twijfelen tussen 'Het laatste offer', 'Woedend' of 'Machtsspel'.