Elke vrijdagavond tegen een uur of acht
kom ik langs de bosrand waar zij rust
onder zerk
door t laatste zonlicht word gekust.
Ik groet de heg en ga naar levende die wacht.
kom ik langs de bosrand waar zij rust
onder zerk
door t laatste zonlicht word gekust.
Ik groet de heg en ga naar levende die wacht.
Heel soms beroert mijn voet de grind
drentel ik al slenterend de paden af
lees de teksten op ieder graf
tot ik bij moeder word het kind.
drentel ik al slenterend de paden af
lees de teksten op ieder graf
tot ik bij moeder word het kind.
Ik kniel op marmer hef mijn hand aan 't steen
we praten wat en luisteren nog meer
alleen maar zegen, verdwenen is het zeer
we praten wat en luisteren nog meer
alleen maar zegen, verdwenen is het zeer
best gelukkig met moederziel alleen.