woensdag 28 februari 2018

Netflixen op de Nieuwehaven

Het straatnaambordje belooft een heleboel goeds: 'Nieuwehaven'.  Klinkt als een soort beloofde land. Het voelt als een plek waar je afmeert en thuiskomt. En dan nog nieuw ook. Vervolgens spit ik een beetje in mijn geheugen. En graaf ik wat in archieven. 
Voor mij is Nieuwehaven de plek waar een goede vriend een mooie woning boven een coffeeshop had.  De plek waar ik jaarlijks door heen kom hollen met de Goudse Singelloop. En daar vervolgens aangemoedigd worden door bekenden en onbekenden. 
Het is de straat waar de brandweer niet meer zit, maar nog wel een mooi monument staat. Het is ook de plek waar mijn vroegere kapper zit, met zijn verhalen over grote en gedateerde Peugeots, die volgeladen met autobanden richting Marokko gingen in de zomer.
En op de plek naast de kapper resideerden ooit dames van niet al te zware zeden. Jaren nadat de dames vertrokken waren, brandde het buitenlampje nog steeds.
Iets verderop en er tegenover vind je de shop met bits en bytes, maar wel groen. En een fantastisch Indonesisch restaurant waar ze een soort van boos worden wanneer je restjes niet meeneemt. Mooie herinneringen. 
Daarnaast de scouts met hun kwartier. En tussen de Nieuwehaven en het Regentesseplansoen het galgenveld. Volgens de overlevering een veldje waar mensen aan de schandpaal stonden, gegeseld werden of hun lijken te kijk gehangen nadat ze op de markt opgehangen waren. De laatste in 1860; een boerenknecht uit Reeuwijk die vanwege diefstal en moord bij het stadhuis op het schavot opgehangen werd. En vervolgens tentoongesteld op het galgenveld. En natuurlijk zijn er de verhalen dat dit galgenveld eigenlijk een galenveld was, wat iets te maken heeft met toenmalige bierbrouwerijen. En niets met galgen. Toch klinkt het verhaal over galgen leuker. Ondanks de gruwel en het bizarre heeft het ook wel iets moois. Iets opgeruimds. We pakken je op wat slechts. Veroordelen je niet alleen, maar voeren het ook uit. En of dat niet genoeg is, laten we je ook nog een paar dagen te kijk hangen. Ter lering en vermaak. Soort Netflix anno toen. 

dinsdag 27 februari 2018

Bouwman en Buisman

In ons huis geen televisie,
zelfs geen zwart-wit.
De radio bestond niet echt,
wat uit ’t Gooiland kwam was slecht.

Alleen 'omdat de Russen komen',
hebben we zo’n duivels apparaat genomen.
Verstopt op ’t stilste plekje,
waar snoer tekort en batterijen leeg.

Toch was Mies de rinkelende aanwezige
in het servies wat ooit mijn moeder won.
Met het verst gezette beste bakkie koffie.
Echte bonen, omdat het kon.

Douwe Egberts zorgvuldig afgestreken.
Zwarte grammen Buisman,
met het onvergetelijk en gouden lepeltje,
exact omschreven richting Bouwman.

Het meeste van hierboven
is gegaan gelijk nu Mies.
Wat rest,
 is ons servies.

zondag 25 februari 2018

Haastrecht


Waar IJssel haast.
Door eindig trechtland gaat.
Waar zon kust horizon
en takken neigen
naar de hemel.
Ben ik stil
en wacht.

vrijdag 23 februari 2018

Vriendjes?

Ooit was ik leerling. Ben ik nog, alleen vind ik het nu leuker. School en wat daarbij hoorde, vond ik verschrikkelijk. Samen met een goede vriend van me bedacht ik een systeem waarmee we absentiemeldingen konden omzeilen. Het systeempje van ons werkte, met veel vrije uren en soms zelfs vrije dagen tot gevolg. Naast een nabijgelegen vliegveld en een chauffeurscafé bezochten we het dichtstbij gelegen stadje. Met wat bijkomende schade die pas jaren later duidelijk werd.
Daarmee blijf ik zelf verantwoordelijk voor gemaakte keuzes. Ook voor de gevolgen van die keuzes.  Aan de andere kant was het denk ik helpend geweest als school, ouders en ik wat sneller inzicht gekregen hadden in wat er gaande was.

Anno nu hebben we daar een systeem voor: het leerlingvolgsysteem. Bedoeld om de prestaties en het welbevinden van leerlingen inzichtelijk te maken. Voor de leerling zelf, de school en de ouders. Er staat van alles in wat met cijfers, gedrag en aan- of afwezigheid te 
maken heeft. En tja, het systeem signaleert afwijkende situaties waar we opvolging aan kunnen geven. Net zoals flitspalen werken. Bij normaal gedrag krijg je geen complimentje, bij  te hard rijden wel een boete. Niet leuk om te krijgen, wel gericht op het voor ons allen wat beter te maken.

Nu willen we ouders niet meer mee laten kijken. Omdat er leerlingen zijn die dit niet leuk vinden. Er schijnen ouders te zijn die hun kinderen bij de voordeur opwachten als er een keer een onvoldoende op de lijst verschijnt. Ook schijnen er docenten te zijn die een alarmerend bericht in het systeem zetten als een leerling een keer niet komt opdagen. Of zich een keer misdraagt.
We vergeten dat dit iets zegt over ouders en docenten. Als ouder zou je eerst een cursus moeten doen. Gelukkig hebben de meesten dit niet nodig en worden allerlei oudervaardigheden vanzelf ontwikkeld. Mensen die snappen dat er een bepaalde leeftijd komt waarop je het kind steeds meer loslaat. En hem of haar het voordeel van de twijfel gunt bij een akkefietje om zelf met het verhaal te komen. Niets mis mee. Ouders die niet elke dag hijgend naar huis hollen om de cijfers van kindlief langs hun prestatiedwang-meetlat te leggen.  En de meeste docenten zijn ook heel goed in staat om heel veel incidenten zelf op te lossen. Iets met verschil tussen fouten maken en wangedrag. Bij dat laatste is het handig dat de driehoek leerling, ouders en school snel en duidelijk met elkaar communiceert.

Het hele leerlingvolgsysteem is daarvoor in leven geroepen. Als middel waardoor school, leerling en ouder met elkaar praat. Beetje het goede voor elkaar zoekt. Soort relatie. Niet om prestatiegerichte ouders of sukkelende docenten een stok te geven. Wel om te helpen. Onder andere bij een stukje opvoeding. Daar zijn we ook een beetje school voor. En nee, ouders, school en leerlingen hoeven niet met elkaar te trouwen, zelfs elkaar niet altijd geweldig te vinden. Maar zullen we wel vriendjes blijven? Beetje blijven praten met elkaar?

















maandag 19 februari 2018

Tien minuten graven


Met strakke en gespannen gezichten nemen ze tegenover me plaats. De lichamen verraden door de gespannen houding hun nervositeit. Hij neemt plaats met zijn jas hoog dicht geritst en slaat zijn armen over elkaar. Gelijk gaat zijn blik naar zijn vrouw. Zij neemt plaats met een afgepaste houding die laat zien dat ze op alles is voorbereid. Zij kijkt naar hem en vervolgens naar mij.

Ik open met: 'Nogmaals welkom, hoe gaat het met Julian thuis?'
Ze kijken me aan, tikkeltje verbaasd en met een klein lachje klinkt het: 'We komen om te horen hoe het op school gaat.'
'Tja dat snap ik, aan de andere kant; Julian is van de 168 uur per week een uur of dertig op school. En daarvan zie ik hem een uurtje of vijf, zes. Ben dus wel benieuwd hoe het thuis met hem gaat.'   
Vader vertelt hoe zijn zoon hem thuis helpt. Liefst met de handen bezig is. En buiten. In een minuut verandert bezorgdheid in trots. 
Moeder onderbreekt: 'Hij zou wel iets meer aan zijn huiswerk kunnen doen. Maar ja, leren heeft ie nooit gewild.' En daar is de bezorgde blik bij beiden weer terug. 
Voordat ik naar de resultaten ga, complimenteer ik ze met hun zoon. Dat het mij opvalt dat Julian trouw is. Zijn spullen op orde. Oog heeft voor klasgenoten. 
Moeder en vader kijken verbaasd.  Er verschijnt een glimlach op beide gezichten. 

Elke keer neem ik me voor de zogenaamde tienminutengesprekken met ouders van leerlingen positief te beginnen. En ook zo te eindigen. Dat kan namelijk. Over elke leerling valt wel iets positiefs te melden. Zelfs de grootste raddraaier heeft mooie kanten. En nee, dit wil niet zeggen dat fout gedrag niet benoemd mag worden, juist wel. Maar het verkeerde gedrag benoemen en afwijzen, is wat anders dan de leerling afbranden.
Ben van mening dat het veel over mijzelf als leraar zegt wanneer ik geen positief punt van een leerling kan benoemen. In vijftien jaar tijd geleerd dat een goede relatie tussen ouder, school en leerling, goud waard is. Zeker op het vmbo is er een mooie taak voor ons als docent weggelegd. 

Vanuit de nu ontstane ontspannen sfeer ga ik met ze naar de cijfers van hun zoon. We bekijken zijn resultaten. We bespreken een paar vakken waar hij moeite mee heeft. En een paar die hij leuk vindt. Daarna schuif ik demonstratief de laptop aan de kant. Ik zie deze ouders, zichtbaar opgelucht,achterover gaan zitten. De laatste minuut hebben we het over de toekomstplannen van Julian. Hij wil iets met grondwerken gaan doen. Werken kan hij al. Aan ons de taak om hem van grond te voorzien.

Natuurlijk zijn er meer gesprekken. Leerlingen die andere problemen hebben. Zoals die moeder die verzucht: 'Ze luistert gewoon niet meer. Geeft alleen maar tegengas op alles wat ik wil.' En vervolgens een tirade afsteekt over haar dochter. Een opsomming die zo uit het handboek "Gezonde puber anno 2018" zou kunnen komen. Denk niet dat het helpend is als ik dit zeg. Wel geef ik aan dat dochterlief door haar toegenomen zelfstandigheid zich beter weet te redden dan vorig jaar. Ze komt minder vaak en minder onzeker aan mijn bureau, na het opgeven van huiswerk. 


Er is er nog een categorie die ik graag wil spreken; ouders die zich niet laten zien. Hierdoor minder zicht op mijn leerling. Misschien het huisbezoek weer invoeren. Al was het maar om wat grondwerk te verrichten. 

donderdag 8 februari 2018

Beestachtig klassenuitje

Naast de lessen op school, gaan we een paar keer per jaar met onze leerlingen op stap. Altijd met een educatieve insteek, aangevuld met wat sportieve of speelse ingrediënten.
Dit jaar wil ik graag met mijn klas het leven van de dieren gaan bekijken. 
Als eerste gaan we het leven van Kalfje volgen. Van zaad-, tot gehaktbal. Eerst gaan we naar een KI station. KI staat voor kunstmatige inseminatie. Zo'n station is een plek waar papa van Kalfje resideert. Papa is gekozen om zijn goede eigenschappen. Iets met klonen en genetische modificatie. Het rommelen met DNA zeg maar. Papa Kalfje mag de hele dag een soort van stellage bespringen die het meest wegheeft van een bok in het gymlokaal. Zo'n toestel waar de rest van de klas in vloeiende vaart overheen sprong. Deze bok is bekleed met koeienhuid, waardoor papa Kalfje denkt dat hij alleen maar bezig is zijn kudde uit te breiden. Ondertussen staat er iemand met een bekertje naast of onder die bok. Deze vangt op het moment supreme het kostbare zaad van de stier op. 
Dat wordt in een rietje gepropt en hiermee rijdt een andere medewerker de boerderijen langs om zoveel mogelijk koeien te bevruchten. Misschien ook leuk om hier met mijn leerlingen achter aan te rijden. Onderweg genieten van de grazige weiden en mooie vergezichten.
Als de inseminatie geslaagd is, komt er negen maanden later een kalfje ter wereld. Soms heeft de boer een geboortekrik oftewel een verlosapparaat nodig. Daarmee kan hij de koe een handje helpen. Daar waar wij vroeger, soms in het holst van de nacht, de buurt in moesten om hulp te halen, redt de boer zichzelf. Best gaaf om daar met wat leerlingen bij te staan.
Nadat Kalfje is geboren mag mama Kalfje het wat schoonlikken en gaat Kalf zo snel mogelijk naar een andere ruimte. Mama moet zich nu richten op melkproductie en Kalfje gaat een leven tegemoet als melk-, en kalfsproducent. Als het een zij is. Dit voordat ze op vijfjarige leeftijd geslacht wordt. Een kwart van de biologisch haalbare leeftijd. Is Kalfje een hij dan gaat hij richting de kalfsvleeshouderij. Vanaf de boer kunnen we daar misschien ook met de bus langs. De meeste kalfsvleeshouderijen liggen in een mooie omgeving. Veel bos, heide en gras. En grote schuren waar de kalveren snel in kunnen groeien. Binnen, om niet gestoord te worden door natuurlijke factoren die buiten een rol spelen. In die schuren worden ze gevoerd met kunstmelk en mais. Het ijzergehalte wordt bewust laag gehouden.
Misschien kunnen we ook eens terugkomen als Kalfje een halfjaartje verder is.
We helpen dan om de veewagens te laden. Hier en daar een beetje aanduwen als het niet past. 
Bij het slachthuis aangekomen krijgen we allemaal een schort aan. Eentje houdt Kalfje vast en een ander snijdt hem zijn keel door. Weer een ander vangt het bloed op. Daarnaast nog wat leerlingen die Kalfje helpen in bedwang te houden als hij erg tegenspartelt. 
De volgende groep kan dan helpen om Kalfje met zijn achterpoten aan een rail te hangen. En hem verder open te snijden. De darmen er uit te halen. De huid er af te stropen.
Ook goed dat onze leerlingen zien wat er allemaal met de verschillende onderdelen van Kalfje gebeurt. Zijn botten en zijn hersens. Tong, ogen en oren. Alles wordt gebruikt. Gaat er behoorlijk efficiënt aan toe.

Op de terugweg gaan we langs een tent waar we kalfsgehaktballen kunnen scoren. Om gezellig na te praten. Gewoon over koetjes en kalfjes.




zondag 4 februari 2018

Dwarsliggen

Het raakte me dat iemand me een rebel noemde. De manier waarop het eruit kwam. Voelde voor mij alsof ik bewust de tegenstelling zocht. Akkoord, soms heb ik wat moeite met gevestigd gezag, maar ben zeker geen liefhebber van conflicten. Vervolgens gebeurde het nog een paar keer. Heb me beraden op mijn houding op sommige gebieden. Ook de betekenissen van rebel bekeken. Van dwarsligger tot opstandeling. En alles er tussen. Erover nagedacht. Tot ik afgelopen week de onderstaande verhalen tegenkwam:

Twee verhalen over Jezus. Nee, niet afhaken nu. Ik beloof u dat het spannend wordt. 

Het eerste verhaal gaat over Jezus die op een rustdag bij een boer over het erf loopt met zijn leerlingen. Tussen de graanvelden met koren dat rijp is. Zijn leerlingen plukken aren, malen het graan tussen hun handen en eten vervolgens de korrel.
Er staan farizeeërs toe te kijken. Een soort kerkenraadsleden, mensen die geestelijk leiding geven. Zij spreken Jezus aan op het gedrag van Zijn leerlingen. Het is niet de bedoeling dat er op een rustdag aren geplukt worden. Los van het feit dat het aren van een ander zijn en ze ook nog een productieproces van graankorrel tot zemel in gang zetten. Jezus legt uit dat christelijke vrijheid wel iets anders is dan regels volgen.

In het tweede verhaal komt Jezus in de kerk. Weer op de rustdag. In de kerk zit een man met een verdorde hand. Heel naar en vervelend, maar het klinkt niet als iets dat die dag ontstaan is en acuut hulp nodig heeft. Toch zet Jezus deze man in het centrum van de eredienst. Iedereen kan toekijken. Daar staan naast farizeeën ook schriftgeleerden. Deze laatsten hebben ook bestuurlijke functies. Jezus stelt hun wat lastige vragen. Vervolgens herstelt hij de verdorde hand van de man. Heel bewust gaat Hij de confrontatie aan. Met als gevolg dat de omstanders razend worden van boosheid.

En daar zit mijn grootste vraag. Wie ben ik op dat graanveld? Wie ben ik in die kerk? Lijk ik, als een kerkenraadslid met wat bestuurlijke taken, niet op die farizeeër en schriftgeleerde? 
Er gebeuren hele mooie dingen in de kerk. Ontmoetingen met mensen. Samen op lopen, iemand wat vooruit helpen. Even schuilen bij elkaar. Iemand bij Jezus brengen zoals u wilt. 
Daarnaast zijn we heel drukdoende met wat we vinden. Dat we wat moeten vinden. Soms zo druk met uitzoeken wat we moeten vinden dat mensen honger blijven houden en handen dor blijven.
Ik vraag me af hoe vaak staan we aan de rand van een graanveld een ander te beoordelen. Wanneer hebben we voor het laatst een dorre hand in het middelpunt gezet?  





















vrijdag 2 februari 2018

Podiumvrees en plankenkoorts


Van Leo, beroemde stadsgenoot,
de naar mijn hand gezette quote:
"Dichter loopt naakt, 
over straat,
doordat hij, 
wat hem raakt 
naar buiten laat."
Nooit geweten, 
zo te zweten
Veeleer zwaar 
dan lichter.
Meer opener 
dan dichter.
En ja, ook ik weet
zoals elke poëet: 
In een week van volle, 
mooie blauwe
supermaan.
Meedoen 
op zijn minst 
meer dan winst.