zaterdag 26 februari 2022

Vrij-dag

Vrij-dag

Het is de dag dat de wereld weer wat open gaat. De dag waarop wij codes en virussen achter ons laten. Het zou een dag kunnen zijn, waar we elkaar weer op mogen zoeken en de gemeenschap en de liefde besluiten te vieren. 
Helaas is het ook de dag dat er bommen en granaten gegooid worden. De dag dat een jongeman zichzelf en een brug opblaast, om de vijand tegen te houden. Diezelfde vijand die een kilometer verderop een andere doorgang vindt.
De dag dat dertien jonge mensen een eilandje verdedigen. Die niet van overgave willen weten en daarom maar gewoon weggevaagd worden in de kogelregen die volgt.
De dag dat de minister van defensie aan zijn burger-landgenoten uitlegt hoe je een molotovcocktail maakt. En waar je die bij een tank naar binnen moet gooien, zodat je de vijand in zijn eigen voertuig kunt verbranden.

Dit is de dag dat ik voor het eerst sinds twee jaar weer in een theater zit. Een klein en gezellig zaaltje in een theaterwerkplaats. Aan de rand van een dorpje waar ik voor het eerst 'op mij zelf' woonde. Zo noemde je dat.
Terwijl ik het dorpje in rijd, denk ik even terug aan die tijd. Het onder de vleugels van ouders vandaan zijn en het gevoel van vrijheid dat daar mee gepaard ging. En het invullen van die vrijheid. Het zeer en de zegen van destijds gemaakte keuzes.

Ik draai het terrein op waar mensen met een hulp- of zorgvraag, hun talenten vorm geven. Hier wordt vrijheid geleerd in wat mogelijk is. En misschien ook wel eens het onmogelijke mogelijk gemaakt.

Een uurtje later zit ik geboeid te kijken naar een prachtige voorstelling. De clown als mens. Hij neemt me mee in simpele handelingen. Spiegelt mijn leven in de zijne. Ik herken me in het geworstel met systemen. 
Hoe een organisatie, gevoed door alleraardigste mensen, de mens er uit gooit, omdat deze buiten de lijntjes kleurt. Of omdat je binnen de lijntjes de boel wat levendiger maakt. 
Alsof dat nog niet genoeg is, wordt je opgehangen aan het touw waar je altijd zo leuk mee gespeeld hebt. De mens als clown laat het vanavond allemaal zien. 

Wat dan volgt, is grandioos. De mens en clown zijn één geworden. Buiten gegooid, betreedt dit nieuwe schepsel een andere wereld. Een magische wereld waar verwondering de hoofdrol speelt. Waar de volwassen mens als spelend kind rond dartelt. Soms dolend in een nachtmerrie, maar altijd de verbazing voedend over de schoonheid van het kleine.

In de zaal werd gelachen en gehuild. In beide gevallen zag ik een hemels begin van absolute vrijheid. Heel dichtbij.



vrijdag 11 februari 2022

Feest

 

Feest

Heilig Avondmaal vanochtend;
contradictie, niet alleen de woorden.
Ook de inhoud; liefdesmaaltijd,
in een wereld vol van pijn,
verwijt en oordeel.

Niet waarom, maar daarom.
Rustpunt, ankerplaats, oplaadstation.
Niet waardig (onbegonnen werk),
heilig in Hem, die mij het beste kent.
Verloren dochters en zonen komen 
heerlijk egoïstisch naar huis.
Precies als in het verhaal.
Niet vromer, niet netter.
Maar omdat het leven,
bij Vader voller
en vrijer i
s.

Ook als nooit kwijtgeraakte
zonen en dochters, deuren dichten.
En jij het feest in eentje viert;
Vader is niet weg, hooguit bezig
om de slingers op te hangen,
de rode loper uit te rollen.
Wat verloren is,
komt thuis.





Tante

 'Dan mo'j effen stomen met een teiltien mit kamille.'
Elke winter sprak ze die zin wel een keer uit tegen één van ons. Sommige winters, als de keel- en neusverkoudheid hard toesloeg, luisterden we naar haar. Boven het aanrecht, hangend boven een teiltje heet water en handvol gedroogde kamilleknoppen. Soms een scheut pepermuntolie erbij. Die laatste maakte het zo scherp dat ik de theedoek, die over mijn hoofd hing, even aan een punt oplichtte om wat verse lucht te krijgen. Als er niemand in de buurt was, hield ik die punt wat langer omhoog.
Meestal, als er iemand aankwam en ik die punt snel losliet, viel die in het water en was mijn ontsnappingspoging zichtbaar voor wie na mij kwam.

Het advies kwam van Tante. Zo noemden we haar. Gewoon Tante; haar naam noemden we zelden. Ze woonde in de oude boerderij waar mijn vader geboren en opgegroeid was. Wij woonden ernaast in het huis dat mijn ouders bouwden toen mijn vader de boerderij overnam.  
Tante mocht haar hele leven er blijven wonen. Eerst met haar ouders, mijn grootouders, en nog een broer van haar. Later toen die allemaal overleden waren, bleef zij alleen in het grote huis.
Niet echt alleen omdat wij ernaast woonden en elke dag wel bij haar over de vloer kwamen. Het was altijd leuk bij haar. Ze verwarmde het huis met petroleumkachels en droogde daar appeltjes boven.

Zover ik me kan heugen, schilde zij iedere dag de aardappelen voor ons gezin. Elke middag stonden die in een pan met water bij onze achterdeur.
Haar naam viel nog wel eens bij ons aan tafel als de aardappels te dun geschild, te groot gebleven of te weinig uitgestoken waren. Toch veranderde er niets. Zij bleef aardappelen schillen en wij aten ze op.
Na het onweer wilde altijd snel het bos in. 'Noe moj de lucht opsnuuv'n, da's goed voor de luchtweg'n.'
Ze plukte weegbree en brandnetels en maakte er thee van. De dokter heb ik er nooit gezien.

Tante, ze leeft al bijna twintig jaar niet meer. Gisteren zou ze honderd en vijf jaar zijn geworden. Toen ik deze week kamille haalde voor mijn dochter die haar naam draagt, kwam Tante weer helemaal tot leven. Rust zacht Tante.