Ze
aarzelde en zei 'Klopt dit wel meneer?'
'Wat
bedoel je Joke?'
'Nou, hier staat een acht.'
'Ja, zoals ik al zei, heel goed gedaan!'
'Maar
ik heb nog nooit een acht gehaald.' Ik meende een traan te zien
glinsteren.
Achteraf gezien was dit het moment dat ik de beslissing nam om me helemaal te richten op
deze kinderen. Leerlingen die het vmbo volgen. En dan de kader-, of liever nog
de basisberoepsgerichte leerweg. Mensen waarvan ik merk dat ze veel
talenten hebben. Alleen niet op cognitief niveau.
Leerlingen
die de hele basisschooltijd doorgebracht hebben in de hoek van 'kan niet', 'wil
niet', 'mag niet' en ten slotte 'durf niet'. Ik weet dat ik chargeer, maar
toch.
Het
gesprek met Joke was nog niet over. Nou ja, wel met haar maar niet met haar
moeder. Die belde me 's avonds.
'Joke
staat hier naast me. Ze is zo blij met haar mooie cijfer'
'Ha
ja mevrouw, leuk dat u daarvoor belt. Feliciteer haar maar. Ze
heeft het echt helemaal zelf verdiend'
'Ja
daarvoor bel ik u ook' vervolgde ze, 'eigenlijk willen we u vragen of ze naar
kader kan, een niveautje hoger.'
'Waarom
wilt u dat mevrouw?'
'Nou
ja, haar broer Paul doet gewoon havo, en nu vinden we het een beetje naar dat
Joke helemaal op basis zit.'
Ik
zal u mijn reactie besparen, het was niet mijn beleefdste antwoord ooit.
Hiermee
zeg ik niet dat de onderwaardering van het vmbo aan ouders, of alleen aan
ouders te danken is.
Ook
wij schoolmensen maken er een potje van. Zolang wij blijven praten over
opstromen en afstromen, niveau hoger of niveau lager verandert er niets.
Om
nog maar niet te praten over methodes en hun totstandkoming. Ben er zelf
ook wel eens bij betrokken geweest. Wil niets afdoen van de goede intenties
van de mensen die hier veel uren
insteken. Ook in hun vrije tijd. Maar per definitie worden methodes geschreven
door mensen die zelf aan de andere kant van het spectrum zitten.
Dit
betekent in de praktijk dat een methode vaak geschreven wordt voor een havo/vwo-niveau.
En
uiteindelijk na veel schaven en alle vierlettergrepige woorden verwijderen, blijft er iets over dat geschikt is voor een vmbo-leerling. Denken we.
Dat
deze leerling vaak niets heeft met onze manier van werken, vergeten we.
Wil
ik echt dat degene die in de toekomst mijn huis bouwt, de weg aanlegt of mij
verzorgt, het verschil weet tussen een onderwerp en een lijdend voorwerp?
Vanmorgen waren we aan het
ontleden. De zin "Ik ga vissen vangen met een schepnet." stond
in het boek. Hierbij een paar reacties:
'Meneer
ik vis niet.'
'Mijn
broer vist met een hengel.'
'Pas
een snoek van zestig centimeter gevangen.'
'Vissen
is saai.'
Toen
we uiteindelijk de opdracht maakten, vond de helft 'vissen' ook een
werkwoord. Natuurlijk hadden ze gelijk, alleen niet in deze zin. Typisch
geval van verkeerd voorbeeld op een verkeerde plaats.
Ik heb het nu over mensen die de
rest van hun leven bezig zullen zijn met uitvoerende taken. Veelal met hun handen gaan werken. Mooie,
moeilijke en zware dingen doen.
Hiermee
zeg ik niets over die mens. IQ maakt geen goede of slechte mensen. Zelf denk ik
wel eens dat ik slim ben. Maar al mijn slimmigheid heeft me niet behoed
voor een paar domme keuzes. Het waren juist mijn vmbo-leerlingen die indruk op mij maakten. Op het moment dat gevolgen van
foute keuzes zichtbaar werden. En nogal breed uitgemeten werden. Toen het voor mijn directe omgeving al lang oud nieuws was. Het waren mijn leerlingen die me op één van
mijn donkerste momenten verrasten met een cadeau als hart onder de riem. En een bos bloemen. ‘Voor uw vrouw, want zij kan er
helemaal niets aan doen.'
Het zijn inmiddels
vrachtwagenchauffeurs, schoonmakers, metselaars en verzorgenden geworden. Ik
ben onwijs trots op ze. Verschillende van hen spreek ik nog regelmatig. Ze zijn geworden wat ze toen al waren. Grote mensen.