zaterdag 7 mei 2022

Binnen willen ze me niet en buiten mag ik niet

'Binnen willen ze me niet en buiten mag ik niet'

'Weet jij waar de spullen van deze meneer zijn?'
Mijn buurvrouw keek me vragend aan. Achter hem stond een keurig verzorgde heer van zo'n jaar of veertig. Nou ja keurig verzorgd; voor deze gelegenheid en dit tijdstip zag hij er prima. 
Zijn haren zaten goed en zijn gladgeschoren kin verrieden een onlangs gepasseerd scheermes. Zijn kleding was enigszins gedateerd en ietwat gekreukeld. 
Hij keek me een beetje verstoord aan alsof hij al voorvoelde dat ik de veroorzaker van zijn huidige misère was. Tot op zekere hoogte bleek dat even later ook zo.
'Wat voor spullen?' vroeg ik, toen nog geheel achteloos.
'Een tas met mijn dekbed en een losse deken. Ik heb er vannacht nog onder geslapen, ze opgevouwen, in mijn tas gedaan en hier tegen het muurtje gezet. En nu is ie verdwenen'
Hij klonk eerder verontrust dan verontwaardigd.
Op onze blijkbaar toch wat ongelovige blikken, keek hij ons aan en vervolgde: 'Tja, ik ben blijkbaar de laatste zwerver in dit land die er verzorgd uitziet.'
Ik kon wel door de grond gaan toen ik me realiseerde wat ik gedaan had.
'Ja, ik heb ze gehad', sprak ik bedremmeld. 'We kregen vanmorgen instructie, voordat we op deze markt het paasontbijt gingen klaarzetten voor meer dan duizend mensen. Er werd ons gezegd dat als we niet genoeg hadden aan de tafels en stoelen, er ook kussentjes gemaakt waren. Daar konden mensen op zitten. Er werd bij gezegd dat er ook kleedjes waren om onder die kussens op straat te leggen.'
Ineens voelde ik me lomp. Ik had de tas van meneer gevonden en gemeend dat de inhoud bedoeld was om op straat uit te spreiden. Het dekbed onder het dekentje vond ik wel wat raar, maar schouderophalend had ik deze uitgespreid over de hoekige en harde klinkers op dit deel van de markt.
We hadden er zelfs even over gelachen en gezegd dat zo'n dekbed best lekker zat. Als buurt waren we er allemaal op gaan zitten toen we een groepsfotootje wilden maken.
Dit bleek nu zo'n beetje de enige huisraad van onze meneer te zijn.
Ik wees de deken en het dekbed aan toen ik hem de uitleg gaf.
'En mijn boodschappentas? Waar alles inzat?'
Ik zocht even in een kartonnen doos waar we wat extra materiaal hadden zitten. Daar had ik de tas bij in gepropt. Ik viste hem naar boven. Gekreukt en al.
'En nu? Dat is niet schoon meer' vragend wees meneer naar zijn dekbed waar inmiddels kussens met mensen op zaten.
Ik kreeg een ingeving.
'Weet je wat? Ontbijt lekker met ons mee..'
'Dat hoeft niet', viel hij mij in de rede. 'Ik vind het veel leuker om te helpen. Dat mocht van een meneer hier.'
'Oke, dan help je nu. Ik neem je dekbed en deken mee naar huis straks en stop ze in de wasmachine. Jij komt vanavond bij ons eten en tegen die tijd dat we dat op hebben, zijn jouw spullen wel droog.
'Hoe laat moet ik er zijn? En waar?'
'Kom tussen vijf en zes dan drinken we nog lekker wat in de tuin en daarna ga ik koken.'
Die middag stond meneer één minuut voor vijf aan de deur.  Van ons hoefde hij geen verhaal te vertellen of uitleg te geven over zijn status quo. Maar meneer had zo zijn handen vol aan zijn eigen leven dat er op dit moment geen ruimte was voor koetjes en kalfjes of vakantieplannen.
Zinnen over familie die stuk ging, goede banen die verdwenen en andere deuren die dicht gingen. Tot aan de nachtopvang toe. Eigen schuld en stomme keuzes ging hij niet uit de weg. 

Maar ook een dakloze zwerver heeft soms gelijk. En wordt door ons systeem niet altijd recht gedaan. Wij hadden geen antwoorden, hooguit wat vragen. Die vervolgens weer uitgebreidere antwoorden opriepen. Over een verblijfsverbod binnen en een gezagshandhaver buiten, die hem verbood op een bankje te slapen.
Zijn verhaal was niet mooi maar raakte wel.
Vier uur later vertrok hij weer. Met een schoon dekbed en droog dekentje.