zondag 19 mei 2024

Pinksterfeest

Waar ik met allen ben
lief en liefdes bij elkaar,
troost mij het feest van Pinksteren.

Waar ik in vuur en vlam
te overtuigd van daken schreeuw,
troost mij het feest van Pinksteren.

Waar ik gedreven
het hele huis vervul,
troost mij het feest van Pinksteren.

Waar ik onverstaanbaar
voor veel mensen spreek,
troost mij het feest van Pinksteren.

Al die andere dagen
waar ik niet aanwezig ben,
vuur gedoofd en licht verstoken,
windstil verstomd mij niets beroerd,
geen troost in taal mij kan bereiken.

Daar hoort mijn oor het zoet gefluister
in het suizen van een zachte stilte,
woorden van eeuwige liefde spreken,
ik als brandend braambos niet verteer.


donderdag 16 mei 2024

Leef o koning in eeuwigheid!


Met de woorden van deze titel begon Daniël zijn toespraak tegen een regeerder die hem dood probeerde te maken.  
De meerderheid van onze bevolking stemde voor de nieuwe regering. Blijkbaar heeft de oude regering, die ooit een meerderheid had, niet helemaal gebracht waarop men hoopte.
Vervolgens komt dan die nieuwe regering met haar plannen naar buiten. Geen nieuwe bedenksels maar ideeën gestoeld op gedachten en uitspraken die al in een vroeger stadium bekend waren. Daarnaast moet water bij de wijn gedaan worden omdat een coalitie nodig is voor een meerderheid.
Vandaag is het zover dat de vier regeringspartijen hun plannen wereldkundig maken. Wat doen we? Wensen we hen succes? Proberen we in verbinding te blijven door elementen op te zoeken die een felicitatie waard zijn? 
Neem nou dat eigen risico dat omlaag gaat. Gelijk kopt een landelijk dagblad dat de gezonde Nederlander de prijs gaat betalen. Laat dat nou net zijn wat we met ons allen wilden. Je hoeft geen christen te zijn om dit prachtig te vinden.
Op het ambtenarenapparaat wordt bezuinigd. Niet zo gek om wat te doen aan al die externen die continu worden ingehuurd. Meer mensen aan een klus betekent niet altijd dat het beter gaat.
Daarnaast gaat deze regering wat doen met de woningnood en gaat ze armoede bestrijden. Met boeren wordt wat vriendelijker omgesprongen en ze krijgen iets meer tijd. Misschien is dat op de lange duur effectiever dan met een kaartje op tv vertellen wie weg moet en wie niet. 
Vluchtelingen worden gemotiveerd om met minder mensen naar ons land te komen. Dat is geen goed bericht, maar zeg nu zelf, de opvang loopt over en we deden er niet zoveel aan toch?
Ja, natuurlijk houd ik mijn hart vast hoe dit alles uit gaat pakken. Er is niet veel voor nodig om te gaan somberen over hoe dit gaat aflopen. 
Toch kan het anders. We kunnen onze nieuwe regering ook ontvangen met de intentie ze op hun (regeer)daden te beoordelen. 
Verbinding maken en in relatie blijven is broodnodig als je een andersdenkende wil overtuigen. 
Voor de kerken zie ik een moeilijke maar ook een prachtige uitdaging op ons afkomen. Zullen we gaan doen waar we ooit voor begonnen? Mensen een plek van hoop en vertrouwen bieden. Gemeenschapszin koesteren en offers brengen. Vooral daar waar het schuurt en ingewikkeld wordt.
We kunnen kiezen om niet in wij en zij te gaan denken. Samen vormen we dit prachtige land en alleen samen is een weg vooruit te bedenken. Koers houden, betekent dat je mag laveren. Schipperen betekent de krachten zien en herkennen. Gebruik dit als middel om aan te komen daar waar het goed ankeren is.  

zaterdag 11 mei 2024

Tableau

Op weg naar de bakker voor croissants en wat oerbrood, steek ik het plein voor onze deur over.
Zelfs op dit vroege uur staan er groepjes mensen, meest mannen, met halve liters bier in de hand. Op een enkeling na, die een heupflesje vast heeft. Van die laatste, sommige van zilver, heb ik hier in een paar dagen meer gezien dan in de afgelopen jaren bij elkaar. 
Eergisteren had ik nog een excuus voor hen; toen was het vaderdag. En na ik begrepen heb, is dat in Duitsland, net als in België, de gevaarlijkste dag van het jaar. 
Statistisch gezien is het de dag van het jaar met de meeste kans op een ongeluk. Vaderdag betekent hier niet zozeer de nadruk leggen op jouw vaderschap maar meer met vrienden de kroeg in duiken en een excuus hebben om ladderzat thuis te komen. 
Die dag is nu voorbij en het pleinbeeld is hetzelfde. Nu zit ik niet in de sjiekste wijk van Keulen maar ook niet echt in een afbraakbuurt. 
We huren het huis van een beroemde en welgestelde, operazanger die momenteel de wereld over reist. De dikke extra stalen balken aan de binnenkant van zijn voordeur vertellen aan de andere kant iets over het vertrouwen, of het ontbreken ervan, in zijn buurt. 
Terwijl ik het plein verder over steek, passeer ik twee hologige mannen die me wantrouwend aankijken. De paranoia en het gebruik van niet al te beste middelen straalt er vanaf. De doodsheid ook. Naast de verloren blikken treft me vooral de moeheid die hun lichaam uitstraalt. 
Zijn de bierdrinkers, die misschien niet beter af zijn, maar er hooguit langer over doen, nog in staat tot wat lawaai en bravoure, deze gebruikers zijn op. Het lijf beweegt nog en daarmee is alles gezegd. 
Als ik bij de bakker in de rij sta, stopt er een dikke Duitse auto. Een dame komt van de achterbank en stevent naar de luxe bloemenwinkel naast mijn broodjeszaak. Als ik naar buiten kom, zie ik dezelfde mevrouw met een grote bos bloemen weer achterin de auto stappen die gelijk zacht weg zweeft.
Ik rep me met mijn luxe broodjes naar ons tijdelijk verblijf en manoeuvreer me tussen de mensen door die er net ook al stonden. Het lijkt een bevroren tableau van personen die betere tijden hebben gekend en nu geen flauw idee hebben van hoe ze verder moeten. Zelfs de hol-ogenden staan op dezelfde plek. 
In de hoek van het plein staat een rollator ergens op te wachten.

Terwijl ik naar binnen ga, vraag ik mij voor de zoveelste maal af waar het verschil in zit. En waarom. 

vrijdag 10 mei 2024

l’Incoronazione di Poppea

 
Dat is het thema in de prachtige uitvoering van Monteverdi's laatste geschreven opera; de kroning van Poppea.
Gezien mijn gebrek kennis op dit gebied, zal ik me niet wagen aan een inhoudelijke muzikale beschrijving van het virtuose samenspel tussen orkest en zangers.
Ondanks dat ik in het midden op de eerste rij een prachtig gezicht heb
op en in de orkestbak. Aan de rechterkant staan de cello's, contrabassen en de harp. Aangevuld met een paar instrumenten die er uit zien als grote luiten. Op de harpiste na allemaal mannen aan die kant
Aan de linkerkant zitten een stuk of zes violisten waar er ook twee of drie soorten van waren. Helemaal achteraan links zitten twee fluitistes die verschillende fluiten bespelen. Deze kant wordt grotendeels door vrouwen bevolkt. 
In het midden, recht voor mij, zit de dirigent die zelf een soort spinet bespeelt. Tegenover hem staat nog een spinet en een kistorgel. Deze worden bespeeld door de enige mens in de orkestbak die steeds van plaats wisselt.

Op het podium recht voor me, achter de orkestbak, draait langzaam een buis, zo groot als een forse rioolpijp, aan een staalkabel. Half zwart, half wit geschilder. Bij navraag aan mijn buurman blijkt dit het Schicksal te verbeelden; het lot. 

Dan begint het meer dan drie uur durend spektakel. Als eerste komen drie prachtig geklede dame's binnen; Liebe, Tugend und Glück. De eerste belichaamt de hele avond de liefde op een erotische manier, de tweede laat de deugd vooral zien als streng en ordelijk in tegenstelling tot het geluk dat er soms wel en niet is. Bij die laatste komt het leven zoals het er is. 
Liefde en deugd zijn nogal in gevecht met elkaar.
Het hele verhaal draait om Poppea die als minnares van Nero meer wil zijn dan dat. Zij wil zijn onvoorwaardelijke liefde en alles wat daarbij hoort, Haar uiteindelijke doel is Ottavia, de keizerin, van haar troon te stoten en haar plaats in te nemen. 
Het lastige is dat Poppea, net als Nero zelf, getrouwd is en haar man, Ottone, een trouwe dienaar van Nero is. 
Ottavia, de vrouw van Nero, merkt dat haar positie wankel wordt en beraamt een moordaanslag op Poppea. Daarvoor gaat ze naar Ottone en gebiedt hem zijn eigen vrouw te vermoorden. Deze Ottone wordt bijgestaan door Drussila (oftewel Glück, en in het italiaans Fortuna).
Op het moment dat Ottone zijn slapende vrouw (Poppea) wil doodschieten, laat zijn Fortuna hem in de steek. Poppea wordt wakker en roept de hulp in van haar page. De laatste heeft een stem die me raakt. Ik weet niet goed waarom. Zij is de enige die de niet-schoonheid belichaamt van alle elf spelers. Ze lijkt een man, is als vrouw gekleed en bezingt regelmatig haar eigen zichbare aftakeling. Waar de rest regelmatig zich al dan niet halfnaakt op zijn op of haar best laat zien, vertolkt zij in kleding, gedrag en zang vooral haar weemoed.
Ze zingt half huilend dat je als vrouw niet op de avond moet wachten, maar vooral de morgen ertoe doet. Dit wordt vervolgens tegengesproken door zowat iedereen van de tien andere spelers die één voor één en soms zelfs allemaal tegelijk haar komen liefhebben.

Nu het complot tegen Poppea ontdekt is, wordt Nero op de hoogte gebracht. Deze heeft inmiddels zijn goede vriend en raadgever Seneca laten vermoorden door hem te verplichten gif te drinken. Aandoenlijk zijn de laatste woorden van deze wijze man. Hij blijft geweld veroordelen en zingt dat elke misdaad de deur open zet voor een groter kwaad. Hij wenst niet mee te doen en drinkt zijn gifbeker leeg. Die beker is hier trouwens een modern flesjes met blauw spul erin. Er zijn meer van die prachtige uitstapjes naar het nu. Zo gooit Nero ergens een fles wijn stuk die dan door een bediende met een moderne dweilstok van een bekend Duits merk wordt opgeveegd.
Nero verbant nu zijn vrouw en benoemt Poppea tot nieuwe keizerin. Beiden bezingen en bedrijven opnieuw de liefde. In hun geval lijkt dat ongeveer hetzelfde te zijn. De ineenstrengeling van beide lichamen samen met de stemmen die zo hun gevoelens vertolken is van een wonderbaarlijke schoonheid. Tel hierbij op hoe het orkest antwoordt en reageert op wat er gebeurt, door soms de aanzwellende tonen die je bijna omhoogduwen in je stoel of de wegstervende muziek die je de adem in doet houden, en je hebt een beeld van de avond. 
De schoonheid van alles doet de mor
aliteitsdiscussie, die dit als laatste geschreven werk van Monteverdi oproept, totaal irrelevant zijn.
Het enige dat je hier voelt is dat liefde het laatste woord heeft. Altijd, overal en totaal.

donderdag 9 mei 2024

Frank en vrij




Als ik de deur achter me dicht trek en het pleintje voor ons tijdelijke verblijf oversteek, vang ik de eerste zachte zonnestralen op. Ze worden getemperd door een ochtendmist die vaag door de straat nevelt.
Het voelt te fris voor een rustig inlopen; ik zet het gelijk op een hollen.
Na een paar straten en nog een pleintje ontwaar ik de Mülheimer Brücke, de noordelijkste brug over de Rijn, de rivier die dwars door de stad meandert.
Rennend steek ik de brug over en net voor dat het wegdek overgaat in gewone weg zonder brug te zijn, daal ik een trap aan de zijkant af.
Zo ergens tijdens een rondje hardlopen een trap pakken, levert altijd een plezierig pijnlijk gevoel in mijn kuiten op. 
Nu doe ik het niet alleen daarvoor maar ik zoek de Rijnoever die hier zonder kademuur of wat dan ook, overgaat in een stuk niemandsland vol gras en bomen. Even later klotst het eerste water over mijn schoenen. In de verte zie ik de laatste bocht van de rivier die hier, de stad uit haar tocht voortzet richting mijn land van herkomst.
Nadat mijn kilometers erop zitten, verlaat ik de rivierkant en loop landinwaarts terug. Daar stuit ik wel op een kademuur, die ik besluit te volgen weer richting stad.
Na een kilometer ontwaar ik een kleine opeenhoping van tassen en dozen. Aan de ene kant geflankeerd door een fiets, aan de andere kant een winkelwagen. Er tussen zie ik iets dat het midden houdt tussen een tentje en een zeiltje. Ervoor zit een half in een slaapzak gehulde man op de grond. 
Na mijn begroeting waarbij ik iets zeg over het mooie uitzicht dat ie heeft; de zon breekt net iets door de mist en hangt nog laag boven water en stad, vraagt ie naar mijn herkomst. Blijkbaar is mijn Duits wat roestig geworden.
Als ik zeg dat ik uit 'Die Niederlande', klaart zijn gezicht op en roept hij met een vragende blik: 'Gott verdoemme'. 
Ik bedenk me geen seconde en zeg: 'Nein eigenlicht nicht, ich bin mehr van die Himmelfaht, sicher heute.'
Even later zit ik voor zijn schamel onderkomen en hebben we een gesprek. Frank vertelt mij over zijn leven, ik over het mijne. Het gave van dit soort ontmoetingen is dat koetjes en kalfjes buiten blijven.
Waargemaakte en dromen die dat nog niet zijn, komen langs. Geen van ons is bezig de ander van iets te overtuigen. Als je deelt wat je denkt en leeft, is er geen waarheidsvinding nodig. Dan anker je alleen even bij elkaar. 

Een halfuurtje later loop ik met een overvloed aan gedachten de brug weer over, op weg naar mijn ontbijt.