zaterdag 25 oktober 2025

De kat, de app en wij

Onze buurt heeft een WhatsAppgroep. Dat klinkt gezelliger dan het is. In theorie
is het een digitale dorpspomp waar we elkaar waarschuwen voor verdachte busjes en verloren sleutels. In de praktijk blijkt het vooral een oefening in beschaving. Hoe houd je samen een buurtapp schoon, veilig, relevant en humaan?

Deze week liep het spaak op een kat. Een dode kat, om precies te zijn.
‘Is misschien kat van deze buurt?’ schreef iemand nog voorzichtig.
‘En dat moet in de app?’ vroeg een ander, alsof de dood zelf spam was.


Het gesprek ontspoorde, zoals dat tegenwoordig gaat: niet over de inhoud maar over het kanaal.
Wat mag er wel in de app en wat niet?
Een kat? Ja, maar alleen vermist, niet overleden.

Een vuilniszak? Alleen als die verdacht is.
Een felicitatie voor een teruggevonden poes? Liever niet: ‘overbodige kreten, die niets toevoegen’.

De ironie, merkte iemand fijntjes op, is dat inmiddels de helft van alle berichten in de app juist over de app gaat.

En dus gebeurde wat altijd gebeurt: iemand maakte een nieuwe groep aan.
Hier doen we het samen, voor én met elkaar! stond er plechtig bij.
Binnen vijf minuten klonken de eerste duimpjes, gebeden en zuchten van opluchting.
Eindelijk rust. Eindelijk duidelijkheid.
Tot iemand vroeg: ‘Welke onderwerpen zijn in deze nieuwe groep de bedoeling?’

Misschien is dat wel het mooiste van dit alles. Hoe klein we zijn in ons samen proberen. Hoe we struikelen over poezen en principes, terwijl we eigenlijk allemaal gewoon bij willen dragen: een beetje veiligheid, een beetje zorg, een beetje betekenis in die paar honderd meter straat.

De buurtapp is onze spiegel.
We willen gemeenschap, maar zonder teveel geluid.
We willen betrokkenheid, maar wel in de juiste categorie.
We willen vrede, maar niet met te veel berichtjes.

En ondertussen verdelen we onszelf over twee groepen:
de ene voor veiligheid, de andere voor menselijkheid.
Zo houden we het overzichtelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten