zondag 30 april 2017

Zonsopkomst

De tiende keer in twaalf dagen,
rijdend richting Veluwe
De zon tegemoet,
andere keren de nacht in.
Nu niet om hard te lopen 
maar om stil te zitten.
'En telkens meer
moet ik Uw kracht verstaan'
En zegt een lied,
meer dan duizend woorden.


zaterdag 29 april 2017

Het wordt altijd weer winter

Een tijdje terug ben ik lid geworden van 120w. Dit is een site die mensen uitdaagt om iets over een bepaald thema te zeggen in honderdtwintig woorden. Niet meer en niet minder.  Weg met de breedsprakigheid, 120 woorden is echt genoeg. Aldus de homepage van deze site.

Deze week is het thema ‘weide’. Op een stil moment heb ik een eerder geschreven stukje omgebouwd tot honderdtwintig woorden.
Niet alleen met het doel om genoemd aantal woorden te halen. Nee ook de laatste, nu pas gevormde, strofe hoort erbij.
Want licht mag dan uiteindelijk overwinnen. Maar misschien niet hier. En niet altijd nu. Dit stukje tekst, waar dit de laatste zin van is, bestaat ook exact uit honderd en twintig woorden.

Het wordt altijd weer winter 

Emst, Gortel en de Pollen.
Een kwart eeuw,
braak gelegen,
nu opnieuw betreden.

Een dag lang rondgestruind.
Berm en weide geuren ’t zelfde.
Paadjes ogen smaller, kleiner,
ik groeide, zij niet.

Onder de immer
cirkelende buizerds.
Wat bomen geschopt,
paar graven gesproken.

De spreng is verlegd.
Minder rechtlijnig.
Hetzelfde doel:
Afvoer van wellend water.

Sloot stond voor schouw,
stuw en scheiding.
Nu door het verleggen van de loop
symbool van sierlijkheid

Op mijn plek gezeten,
bedenk ik m’n herinneringen
de mooie en de mindere.
Zeer en zegeningen.

Thuisgekomen post ik
de op één na mooiste foto.
Zet eronder:
‘Licht overwint’


En nu een maandje later,
slaat de twijfel toe.
Zoals de seizoenen zich herhalen,
zo veranderen wij misschien niet echt.

woensdag 26 april 2017

Wapperende lakens

Gisteren besloot het ziekenhuis het NR-beleid in werking te stellen. Niet reanimeren. Moeder is oud en dement. Ze heeft een gebroken heup en pols. Zwak hart. En een beginnende longontsteking. Toen ik gisteren, naast haar bed gezeten, het besluit aan de rest van de familie digitaal meedeelde, noemde ik het een waslijst. En heb ik gehuild. Niet omdat ze gaat. Zeer binnenkort waarschijnlijk. Van mij mag ze gaan. Maar, ik ben van de woorden: waslijst werd waslijn. Al snel het beeld van betere tijden. Pinksterbloemen, gras en lakens. Wapperend in de wind. Ik huilde, hopend op groene, grazige weiden.





donderdag 20 april 2017

Paaswake


Een moeder met gebroken heup en pols
Een Zoon met doorboorde handen en voeten.
Een mens met een nagel.

Holst van de nacht,
verbazen over dichtkunst,
van iemand die me dierbaar werd.
En ik struikel over haar
Goede Vrijdag gedicht.
Taalkundig zo mooi,
gevoelsmatig zo goed.
Maar nu na Pasen,
zover van Pasen verwijderd.
Zittend in het ziekenhuis,
aan ‘t bed van die mij baarde.
Wakend over degene, die
ooit over mij waakte.
Het althans probeerde.
Haar falen toen,
geen excuus
voor mijn falen nu.
Waardigheid, 
al lang verdwenen.
Nu rest haar pijn,
haar angst
en haar verwarring.
Degeneratie. 
Doorboorde mijn nagel
Zijn voet?
Dan Zijn mond niet
dicht bij mijn oor.
geen wonder
dat ik Zijn stem niet hoor.

dinsdag 18 april 2017

Zo makkelijk kan het zijn

Ik heb een actieve buurman. Hij heet Jacco. Loopt elke morgen met zijn hond in het park als ik naar mijn werk fiets. 
Van tijd tot tijd spreken we elkaar.  En we lopen wel eens met elkaar via een buurt-hardloopgroepje.
Hij is christen. Maar hij loopt niet te preken. Althans niet met woorden. Niet met een Bijbel onder de arm door de straat.  Maar waar wat te doen is, daar is hij.
Maakt niet uit of het een buurtfeestje is, of even luisteren naar een buurman waar het wat minder mee gaat.
Vorige week appte hij me met de vraag of ik hem wilde helpen bij het paasontbijt op de markt in de stad.
Het idee is dat er tien rijen van tien tafels komen. Plaats voor meer dan duizend man. Georganiseerd door meer dan honderd vrijwilligers uit zo'n twaalf kerken.
Jacco regelt één zo'n rij. Had tien vrijwilligers nodig (voor elke tafel één). Kwam er nog een paar tekort. Natuurlijk zei ik ja. Charterde nog een buurvrouw die ik ken via de buurtbijbelkring. En een goede vriend waar ik soms mee hardloop en van tijd tot tijd een biertje mee drink in de stad.
Zo sta ik op tweede paasdag om kwart voor acht 's morgens bij genoemde buurvrouw voor het huis. 
Samen fietsen we naar de markt. In het oude Stadhuis van Gouda komen we met meer dan honderd vrijwilligers samen.
Al snel tref ik mijn vriend en vinden we 'Groep Jacco'.
Paar uurtjes tafels en banken sjouwen. Tafels dekken. Eitjes (chocolade en echte), kaas en ander beleg. 



Met een kruiwagen de glossy's van het Nieuwe Testament ophalen bij de plaatselijke Bijbelshop. Elke bezoeker mag een gratis exemplaar meenemen. Afspraak is dat we ze niet opdringen. We gaan ook niet preken of zoiets. Gewoon dienen. Gasten verwelkomen. Zich eventjes thuis laten voelen.
Koffie en thee schenken we in als er gasten zijn. En we gaan met manden brood rond. Ieder bij zijn/haar tafel. Croissantjes, bolletjes, met en zonder pitten, krentenbrood (met en zonder spijs). In alles is rijk voorzien.


Langzaam stroomt de markt vol met bezoekers. Van dichtbij en ver weg.
Er arriveert een fietsgroep uit Canada. Ze schuiven vrolijk aan. Naast een paar mensen op leeftijd die met scootmobiel en al aan tafel zitten.
Een paar uurtjes gevuld met korte gesprekjes. Vaak luchtig. Soms wat zwaarder.  Ik praat, maar probeer vooral te luisteren. Dat blijft leren voor mij.
Maar super gaaf om met mandje brood rond te lopen en te dienen. Niet meer en niet minder.
En de volgende dag staat het verhaal in de krant. Natuurlijk vind ik het leuk dat ik er zelf ook in sta. Met foto en al.
Maar het mooiste is nog wel dat een pagina-groot artikel afsluit met een verwijzing naar het verhaal van de vijf broden en twee vissen.  Zo voelde ik me gisterenmorgen namelijk. Als een uitdeler.  En het enige wat ik ervoor heb moeten doen, is ja zeggen op een vraagje van mijn buurman. Dankjewel Jacco!

  




donderdag 30 maart 2017

Verleiding

Met dit verhaal meegedaan met de NPO4 en met de CLO/Liter schrijfwedstrijd. Beide wedstrijden stonden in het teken van 'Verboden vrucht" (Boekenweekgeschenk).


Gelukkig weet mijn vrouw er niets van. Ze zou er wakker van liggen. Er met me over willen
hebben. Diepe waarheidsvindingen toepassen. En misschien, heel misschien zou ik het ook niet meer leuk vinden. Zeker niet als we overal woorden aan gegeven hebben. Dus koester ik de gedachte. Voed ik die ook.
Want ik wil gewoon genieten. Van de gedachte alleen. Regelmatig zie ik haar voor me. Gewoon alleen maar zien hoor. Meestal.  Soms zou ik meer willen dan alleen zien. Dan voel ik ook een beetje. Raak ik haar even aan. Met mijn lippen. Op dat moment proef ik. Ruik ik ook weer die onweerstaanbare lekkere geur. Eventjes maar.
En nee natuurlijk denk ik op dat moment niet aan de gevolgen. Die desastreus zouden zijn. Nee ik denk gewoon aan haar. Het moment. En dat ik daar mijn gezelschap voor zou moeten verlaten. Alleen met haar. Buiten. En ja, soms zou dat genoeg zijn. Want weet je, ik weet nog hoe het was. De ene keer voorzichtig vastpakken de andere keren gretig, onbeheerst. Vingers die hun werk doen. Het vasthouden werkt al troostend. Gewoon het moment. Vastpakken, draaien, even spelen. Vuur erbij. En ja, in mijn gedachten rook ik weer een heerlijke halfzware shag. Doodzonde.







vrijdag 24 maart 2017

Het duurde even



Emst, Gortel en de Pollen.
Een kwart eeuw,
braak gelegen,
nu opnieuw betreden.

Een dag lang rondgestruind.
Gras en berm geuren 't zelfde.
Paadjes ogen smaller, kleiner,
ik groeide, zij niet.

Onder de immer 
cirkelende buizerds.
Wat bomen geschopt,
paar graven gesproken.

De spreng is verlegd. 
Minder rechtlijnig.
Hetzelfde doel:
Afvoer van wellend water.

Sloot stond voor schouw, 
stuw en scheiding.
Nu door het verleggen van de loop
symbool van sierlijkheid

Op mijn plek gezeten,
bedenk ik m'n herinneringen
de mooie en de mindere. 
Zeer en zegeningen.

Thuisgekomen post ik 
de op één na mooiste foto.
Zet eronder:
'Licht overwint'













dinsdag 21 maart 2017

Voltooid sterven

Tja en dan gebeurt het, dat je moeder je niet meer herkent. Voor het eerst. Je weet dat het er aan zit te komen. Maar toch. En op diezelfde dag rijd je met je vader, voor het eerst in een rolstoel, door het ziekenhuis.
Beiden ver in de tachtig. Hun leven wel zo'n beetje voltooid. Mooie dingen hebben ze gedaan. Actief betrokken geweest, bij de wederopbouw in de tweede helft van de vorige eeuw. Hun steentje bijgedragen aan de vooruitgang. Op verschillende terreinen. 
Ziekte, dood en gebrokenheid kwamen soms heel dichtbij. Niet het minst in de laatste jaren. Hebben inmiddels hun zichtbare en niet-zichtbare sporen getrokken. 
Voltooid leven. Wanneer ik  op synoniemen zoek dan lees ik afgerond,  klaar, af,
perfect en gereed. En de Dikke Van Dale zegt: 'Waarin men zich de handeling als afgelopen denkt.'
En ja, eerlijk is eerlijk. Veel van wat zij gedaan hebben is af. Klaar. Afgerond. Niet altijd perfect. Ook niet alles afgelopen. Iets in mij pleit ervoor om los te laten. Te laten gaan. Nu. Voordat het nog erger wordt. Een echtpaar dat elkaar voor de helft niet herkent, hoe echt paar is dat? 

Maar hoor ik iemand zeggen: 'Jij als christen, jij bent toch zeker niet voor voltooid leven?' Nee, eigenlijk niet. Maar ik lees ook in de Bijbel dat Jakob zijn zonen zegent en zijn voeten bij elkaar legt en de geest geeft.
Staat er wel een beetje als een activiteit. Klinkt ook  als voltooid leven. Het wordt ook niet gevolgd, door reanimatiepogingen of iets dergelijks. Maar ben geen theoloog. Die kan hier vast meer over zeggen. Je bent oud, ligt in een tent, lichaam wil niet meer zo. De geest nog scherp. Zegen je zonen, stop met drinken en in een woestijnklimaat ben je zo verstorven. Heeft ook wel iets moois. Maar weet niet of het zo gegaan is.
Treffend dat ook bij de vader en opa van Jakob staat, dat zij de geest gaven en stierven. Bij hen staat er ook nog bij dat ze de dagen zat waren. Klinkt ook weer als voltooid en er klaar mee zijn.

Aan de andere kant: Op de dag waar dit verhaal mee begon, heb ik wel een heel mooi gesprek met mijn vader gehad. Nou ja, hij praatte en ik luisterde. Die combi was nooit onze sterkste kant. En nu gebeurde het. 
En mijn moeder? Echt bereiken kunnen we elkaar niet meer met woorden. Maar er is zoveel meer. Wat te denken van samen eten, elkaar zien, even aanraken. Kreeg pas een handdruk van iemand, zonder woorden. In een situatie die wat ingewikkeld was geworden. Deze handdruk zei me meer dan duizend woorden.

Hoe meer ik er over na denk, hoe meer ik het gewoon niet weet. Wel denk ik, dat we niet voor een ander moeten beslissen. Ook al betekent dat lijden. Dit pleit er tevens voor, om zaken te regelen, wanneer we nog kunnen. Ook die met betrekking tot de wens, al dan niet tot het laatst toe, alle pogingen in het werk te stellen, leven te rekken.

De mogelijkheid om datgene wat achterligt, of achterblijft te zegenen, de voeten bij elkaar te leggen en de geest te geven, mag best wel eens over nagedacht worden. Voltooid sterven.




maandag 13 maart 2017

"Kaa-Uu-Tee-wijf! Je kan beter dood zijn"

Een collega, van een andere school, opent een paar dagen geleden haar mail. Zij leest het volgende:

“KUTWIJF JE KAN BETER DOOD ZIJN BEMOEI JE MET JE EIGEN ZAKEN” 

Zonder afzender. De dader wordt al snel opgespoord. Het is een leerling van haar, hij is vijftien en boos.
Voor zover ik begrepen heb is er met desbetreffende leerling gepraat. Ouders waren niet te bereiken en daarom kon de schoolleiding eigenlijk niet zoveel. Betreffende collega post haar verhaal op Facebook, in een besloten docentengroep.
Er blijven reacties binnenkomen op haar verhaal. 
Veel reacties gaan over de achtergrond van de leerling en de eventuele redenen voor zijn gedrag. En de wil om hierover in gesprek gaan. Gewoon als oplossing. Ik kijk hier erg van op. Begrijp me goed, als leerkracht maak je deel uit van een pedagogisch proces. Wil je graag gedrag begrijpen. En wil je ook graag in gesprek blijven met leerlingen.
Maar dit is wangedrag. Dat ga je eerst aanpakken. De boel veilig maken. Een signaal afgeven. De dader een sanctie opleggen. Hierna prima om in gesprek te gaan. Maar niet andersom. Zelfs bij de brandweer blussen ze eerst, voor ze onderzoek gaan doen waar de brand begonnen is.
Ik sta net zo lang voor de klas als dat bovengenoemde leerling oud is. Wat ik geleerd heb, is dat veiligheid binnen school, binnen een klas de absolute
basisvoorwaarde is. In een veilige omgeving wordt geleerd, gedeeld en geleefd. En daar mogen we fouten maken. Zijn we school voor. En mijn leerlingen maken fouten, net als ik. Zijn ze mij niet minder om. We leren van elkaar. 
Maar wangedrag is van een andere orde. Daar zit een keuze-element in. Zeker in bovengenoemd geval. De computer opstarten, anoniem account aanmaken en vervolgens de woorden intypen en ook nog eens versturen. Genoeg tijd om zich te bedenken.
Zeg ik hiermee dat we een vijftienjarige in de cel moeten stoppen? Nee, maar wel aanpakken. Duidelijk en consequent. En ouders niet bereikbaar? Anno 2017? Ja dat gebeurt helaas. 

Een paar jaar geleden had ik een leerling met een wapen in haar tas. Ze zat in mijn mentorklas. Eén telefoontje (volgens het protocol) naar de politie en binnen tien minuten stond de Hermandad op het schoolplein.
Ze stelden haar een paar vragen, namen wapen in beslag en zij moest mee. Ouders waren niet te vinden. Als mentor werd mij toen gevraagd om mee te komen. Ik heb vier uur op het bureau gezeten terwijl daar een heel protocol in werking trad. Dit in verband met de leeftijd van onze leerling.  Kwam zelfs een dokter aan te pas.
Ondertussen vader van de leerling aan de lijn. Boos omdat dochterlief aan zijn wapenkast had gezeten.  En deze open had kunnen krijgen. Oom agent die bij dat telefoongesprek aanwezig was, zag mijn boosheid toenemen. Over een vader in een situatie, waar je gewoon niet weg kunt blijven. En al helemaal over een vader die zich druk maakt over zijn wapenverzameling. Ik had meneer graag door de telefoonlijn heen getrokken. En hem zijn dochter laten zien. Die er ondertussen knap doorheen zat.
Begreep van oom agent dat zijn collega’s onderweg waren voor een inspectie van genoemde wapenkast. En begreep zo tussen neus en lippen door dat vader die wel eens kwijt kon raken. In ieder geval de inhoud.

Ieder gezond mens wil dat iemand die ontspoort, hulp krijgt. Maar wel in de juiste volgorde.
Laten we weer gaan opvoeden. Dat gebeurt in een gemiddelde week 32 uur op school, 14 uur op straat en 122 uur thuis.
De meeste uren hebben we niet in de hand als leerkrachten. Laten we alsjeblieft de uren op school benutten om dingen te doen waar we goed in zijn. Leerlingen te leren. Met alle middelen die ons ten dienste staan.

En ouders?  Geef kinderen een duidelijke koers; Blijf alsjeblieft fouten accepteren en helpen herstellen. Maar wangedrag? Help onze kinderen door dit niet te tolereren. Ook en juist nu.




donderdag 2 maart 2017

Het jaar nul

Stel je eens voor. Dat Jozef naar het noorden gevlucht was. Met Maria en hun zoontje. In plaats van naar Egypte richting Turkije. En uiteindelijk de oversteek gemaakt had richting Griekenland. Vervolgens doorgereisd richting Macedonië, Servië en Hongarije.
Stel je als laatste voor dat dit verhaal tweeduizend jaar later had gespeeld: Prikkeldraadversperring, grenswachten en natte tenten.
Vanaf Wenen maakt Jozef de keuze om door te reizen naar Nederland.
Hij komt langs meer dan twaalf azc’s. Deze staan leeg. Daarom zit het hek dicht. Ook zijn de publicatieborden bij de ingang niet meer te zien. Ze hangen vol met verkiezingsposters.

maandag 27 februari 2017

120w.nl

Ingezonden en gepubliceerde verhalen 120w.nl. 




EERSTE OPDRACHT NIEUWE KABINET (winaar weekthema)


1 mei 2017 | 120w | arjan van essen  |  |  |  8 
Het heeft de Tweede Kamer goedgedacht om het nieuw te vormen kabinet een allereerste opdracht mee te geven. Dit als proeve van bekwaamheid.
De opdracht luidt als volgt: “Het nieuwe kabinet bedenkt, ontwerpt en presenteert een symbool van afscheid”. In de bijbehorende stukken wordt uitgelegd dat het volk, bij monde van de Tweede Kamer, dringend toe is aan een herinvoering van sommige tradities. Om te beginnen met een moderne variant op de gesloten luiken of dichte gordijnen van vroeger bij het overlijden van een naaste. Een soort tegenhanger van de houten ooievaar als geboorte-teken in de tuin. Het doel van deze opdracht is tweeledig: naast kennisname van verdriet in je omgeving, ook de bewustwording van de onvolkomenheid van het leven


DE DIGITALE MODDER GOOIENDE HERAUT.


27 februari 2017 | 120w | arjan van essen  |  |  |  4 
Zie nog de krantenkoppen voor me. Beschuldigingen werden geuit. Namen werden genoemd, verdachtmakingen uitgesproken. Uitspraken over een vermeend toedekken werden gedaan. Nu, jaren later, blijkt dat de mensen die er toen bij betrokken waren, alles gedaan hebben wat van hen verwacht mocht worden. Dit na een onderzoek door professionals. Eindconclusie is dat mensen die er toen bij betrokken waren, goed gehandeld hebben. En wij? We zwijgen. Bang voor gevolgen? Om zelf in aanraking te komen met wat modder? Dan wordt het tijd om ons troontje te verlaten en ons gewoon tussen aardse mensen te begeven. Modder is een aards product. Waar je soms hele mooie klei onder aantreft. Nog dieper tref je metalen aan. Kun je prachtige kunstwerken van maken.


DODENRIT
20 februari 2017 | 120w | arjan van essen  |  |  7 
In het holst van de nacht de brug oprijdend zie ik de grote betonnen pijler opdoemen in de verte. Al in eerdere nachten waarin het veel te laat geworden was, had hij mij de oplossing geleken. De oplossing voor het verlies bij de roulette. De blackjack die me geen geluk bracht. Zelfs de tijdelijke tafel waar Yahtzee gespeeld kon worden, beroofde mij van een paar honderd euro. Ik vermeerder snelheid. Met een klamme handen stuur ik de auto er recht op af. Vol gas. Op het laatst durf ik niet, stuur bij en rij naar huis. Weer veel te laat, platzak en heel veel schuld rijker. Maar eerlijk is eerlijk; had ik niet bijgestuurd dan was dit verhaal niet geschreven.

KANKERBELASTING  (winnaar weekthema)
13 februari 2017 | 120w | arjan van essen  |  |  11 
Kanker is oorlog. Alleen al het woordgebruik: ‘De slag verloren maar niet de oorlog’. Vechtlust, strijd, overwinningen, nederlagen, verraad en overgave. Al deze termen worden, ook door de medici zelf, nogal eens gebezigd.
We hebben hier het hele leger voorbij zien komen. De strijdkrachten hun slag zien leveren.
Als een soort luchtmacht heeft de chemo zijn bommen gedropt. Een precisie-bombardement met wel wat bijkomende schade. En niet helemaal het verwachte en gehoopte resultaat.
Daarnaast de landmacht die operatief heeft ingegrepen. Fors opgetreden en diep doorgedrongen in de vijandelijke linies.
De zeemacht is begonnen met het dagelijks doorkruisen van alle bloed-, en lymfevaten middels hormoontherapie.
En nu de elite-troepen. Als een commando-korps richten zij hun bestralingen elke dag op dezelfde plek.


TOEN IVOOR NOG GEWOON STEEN WAS

7 februari 2017 | 120w | arjan van essen  |  |  6 
Als kind zag ik meer zwerfstenen dan straatstenen. Zelf was ik een dondersteen. Maar dat was in de steentijd. Later volgde er een kopertijd, bronstijd (ja met één t, die met twee t’s is echt iets anders) en ijzertijd. En dan nu het digitale tijdperk. Als je die vernoemt naar een grondstof gebeurt er iets grappigs: Heb me laten vertellen dat chips (die van computers), gemaakt worden van kiezels. Silicium komt van vuursteen. Silicon Valley is er naar vernoemd. Met al onze bits en bytes zijn we terug waar we begonnen. De steentijd. Ons appen, mailen, bloggen en ander digitaal verkeer is gewoon ‘stenen op elkaar slaan’. En soms ontstaat er vuur. Nu in mijn ivoortijd. Iets met een toren


VRIENDENDIENST OP DODENAKKER

27 januari 2017 | 120w | arjan van essen  |  |  2 
Op naar de begraafplaats. Nat van ’t zweet zit ik in de auto. Het meest van het hardlopen. Denk ik. Heb het niet zo op graven. Maar beloofd is beloofd. En wie weet. Tegenover een immense kerk ligt de begraafplaats.
Rare gedachte dat jij ooit deze weg ging als klein kind. Achter jouw moeder aan. Een kind zou altijd samen met moeder een begraafplaats op moeten gaan. Maar dan wel een levende. Jij niet. Begroef een dode. Het voelt een beetje als betreden van heilige grond.
Ik parkeer de auto en wacht even. Verzamel moed en loop de dodenakker op. Erger me aan de afvalbakken bij de ingang. Voor de rest is het stil. Ik ben de enige Elegiacus hier.























vrijdag 24 februari 2017

Modder gooien

Twee maanden geleden nam ik me voor om te stoppen met denken. Schreef toen mijn 'Denkstop'. Nam me voor om meer te doen en minder te denken. Dag na dag. Geen uren meer verspillen aan lange-termijnvisies. Doen wat voor je voeten komt. Eerlijk is eerlijk, het is gelukt. Nou ja, gedeeltelijk. 
Tot deze week. Er kwamen twee berichten langs die me in een denkversnelling brachten. Soort terugval in oud gedrag zeg maar.
In de eerste plaats kwam ik een bericht tegen over een commissie die onderzoek heeft gedaan naar de handelswijze van een vroegere kerkenraad in de jaren tachtig.  Een half jaar geleden kwam er namelijk een misbruikzaak uit die tijd opnieuw in het nieuws. Het gaat me niet om de zaak zelf. Natuurlijk is die verschrikkelijk, zoals alles op het gebied van misbruik. Maar nu gaat het om degenen die om de slachtoffers en dader heen stonden. Zie nog de krantenkoppen (zowel de papieren als de digitale versies) voor me. Allerlei beschuldigingen werden geuit. Namen werden genoemd, verdachtmakingen uitgesproken. Uitspraken over een vermeend toedekken werden gedaan. Nu, een half jaar later, blijkt dat de mensen die er toen bij betrokken waren, alles gedaan hebben wat van hen verwacht mocht worden. Dit na een onderzoek door professionals. Waarin psychologen en rechercheurs participeerden. Eindconclusie is dat mensen die er toen bij betrokken waren, goed gehandeld hebben. En de verontwaardigde media? Die zwijgen. De woedende reporters van toen? Geen reactie. De zelfbenoemde crime-fighters (vooral degene die het gemunt hebben op misstanden in de  kerk)? Niets.


Nogmaals het gaat me niet om het misbruik dat heeft plaatsgevonden. Dat was en blijft verschrikkelijk. Dat dit binnen een bepaalde kerkelijke context gebeurde maakt het nog erger. Ook beweer ik niet dat er altijd juist is opgetreden door kerken. Het gaat mij nu om dit geval. En hoe we omgaan met mensen die vaak tot de knieën in de modder naast slachtoffers en ook daders staan. Ter goeder trouw en met de juiste intenties. Waarover in eerste instantie wat geroepen wordt en vervolgens als blijkt dat hen niets te verwijten valt, zwijgen we.
Nog een ander bericht viel me op. Begin van deze week was het nieuws dat een advocaat bezig is familie van slachtoffers van een schietpartij te ronselen.  Bij deze schietpartij  vielen doden en gewonden. Heel Nederland hield de adem in. Achteraf bleek dat de dader een eenling was. Iemand die gestoord was. Nota bene lid van een schietvereniging. Alom verontwaardiging. Diverse onderzoeken hebben er plaatsgevonden. Alles is op de kop gezet. Het gezin, de schietclub, de politie, alles binnenste buiten gekeerd. En nee, ik doe niets af van het drama. Verschrikkelijk, wat een lijden. De dader pleegde zelfmoord. De wereld met heel veel vragen achterlatend. 
Nu de advocatenactie. Ouders aanklagen. Zij hadden dit moeten voorkomen. In ieder geval anders moeten handelen. Verwijtbaar gedrag.
Nee, ik zeg niet dat alles goed gegaan is. Of dat er altijd de juiste keuzes gemaakt zijn. Met de kennis van nu kun je daar best iets van vinden. Geen hogere wiskunde voor nodig om te voelen dat deze mensen zich de rest van hun leven zullen afvragen waar het fout gegaan is. Wat anders gemoeten had. Daar hebben zij geen rechtszaak voor nodig. De nabestaanden van slachtoffers misschien wel, dacht ik even. Tot ik bedacht, dat schadevergoeding inhoudt dat iets van de schade weer goed wordt. Onmogelijk, denk ik in dit geval. Hoe dan ook hebben deze ouders, ongevraagd en ongewild, al levenslang. Ook zonder rechter. Daar is geen advocaat voor nodig die hier een verdienmodel in ziet.
Wat me misschien het meest raakte, was dat ik een blog las van iemand die zich hier terecht over opwond. Iemand die volgens mij niet tot onze achterban behoort. Geen lid van de Bible-belt zeg maar. Uit dat milieu kwam de dader wel. En zijn familie.

Waarom zwijgen wij? Is het een soort van overgebleven calvinistisch schuldgevoel? Iets van je kruis moeten dragen? Of is het meer? Angst om ergens in te roeren waar nare randjes aan zitten? Omdat we besmeurd kunnen worden?
Nou laat ik dit zeggen: Kruis dragen doen we allemaal. Soms moet je onrecht gewoon dragen. Deze wereld is niet perfect.  Maar er is ook onrecht waar we ons tegen mogen verdedigen. Misschien wel in de aanval. De rijen sluiten en onze heilige toorn laten zien. Al was het maar om de last van eenzame kruisdragers wat te verlichten.
En als we bang zijn voor gevolgen? Om zelf in aanraking te komen met wat modder? Dan wordt het tijd om ons troontje te verlaten en ons gewoon tussen aardse mensen te begeven. Modder is een aards product. Waar je soms hele mooie klei onder aantreft. Nog dieper tref je metalen aan.  Kun je prachtige kunstwerken van maken.

vrijdag 17 februari 2017

Arjan, jij was sneller!

Het schot klinkt om 17.59 uur. Boordevol adrenaline vertrek ik. Samen met mijn vriend en naamgenoot. Iets meer dan 42 km voor de boeg. De eerste paar kilometer zijn we bezig met ons het parcours eigen te maken. 
We hebben afgesproken om met een laag tempo te starten. Liefst boven de 6.00 min/km. Iets onder de 10 km/h dus.
De eerste 7 à 8 km praten we nog wat. Hierna wordt het zwaarder.  De route loopt heuvel-op. 
Na wat fikse hindernissen en wat boslopen besluiten we eigen tempo te zoeken. Mijn vriend gaat op zijn tempo verder en ik zak wat af. Na een paar minuten is hij in het donker verdwenen.
Gevoelsmatig begint nu het echte werk. Gras, modder en sneeuw. Alleen het licht van mijn hoofdlamp en verder is het donker. Gek genoeg voelt dat best comfortabel. Alleen met jezelf.
Tijdens het lopen, check ik mijn lichaam. Ondanks dat ik mijn benen en voeten voel, bemerk ik geen problemen. Geen last van kuiten en schenen. Ademhaling onder controle. Ik voel me sterk. Na een vies stukje waarbij mijn voeten tot de enkels door de modder gaan, blijf ik met een matig tempo doorgaan.  

Ondertussen bedenk ik waar het ooit begon: Vijf jaar geleden. Een roerige periode in mijn leven was tot rust gekomen. Bij mijn huidige werkgever gestart. Al snel bemerkte een collega, inmiddels een goede vriend, dat mijn conditie niet geweldig was. Maar ja, wat wil je;  hij is wat jaartjes jonger, gymdocent en fanatieke spits bij onze plaatselijke topclub.
Hij ging wat aan mijn conditie doen. Gaf me op voor een plaatselijk, jaarlijks terugkerend, hardloopevenement. De Goudse Nationale Singelloop. Ik aan het trainen. Hardloopschema uitgedraaid. Je weet wel, zo'n schema waar je in 12 weken een half uur zonder wandelpauze kunt hardlopen.
Uitrusting aangeschaft en gewacht tot het donker werd. Mijn eerste twee minuten hardlopen. Na precies 30 seconden, ging ik out. Alles op. Twee minuten gaan wandelen.  Hierna weer twee minuten hardlopen. Weer na 30 seconden helemaal stuk. Dit vijf keer herhaald en naar huis terug. 
Dit hele ritueel een paar weken gedaan. Al snel kwam ik erachter dat dit het niet ging worden. Mijn collega erbij gehaald.  Hij constateerde dat ik veel te snel vertrok. Van hem geleerd dat je ook 'langzaam' kunt hardlopen.
Daarnaast nog wat mooie adviezen gekregen. Een paar maanden later liepen we samen de Singelloop. De 7 km. We kwamen op 41 minuten binnen. En vanaf daar niet meer gestopt. Inmiddels 10 km wedstrijden en halve marathons gelopen.  En elke wedstrijd tot nu gewonnen. Nee niet in snelheid. Meestal zit ik in de achterhoede. Maar gewonnen van mezelf. En dat is een vrij nieuwe ervaring voor mij.
En nu dus de marathon. Inmiddels ben ik een heuvel op geslingerd via een
mountainbikepaadje. Dan weer naar beneden. Ik begin mijn kuiten te voelen. Besluit om wat snel opneembare suikers te nemen. Heb een Mars bij me. Helaas is die bevroren. Lastig om een stuk af te breken onder het lopen. Het lukt uiteindelijk. Voelt als een ijzeren balk met roestige puisten in m'n mond. 
Inmiddels doemt er in het donker een verzorgingspost op. Hier ontmoet ik de andere Arjan weer. Hij staat net op het punt van vertrek. Terwijl hij verder gaat, las ik een pauze van twee minuten in. Ik consumeer een paar stukken banaan, vul mijn flesjes met water en vertrek.

Na een paar lastige kilometers begint er nu een recht stuk parcours. Af en toe is de route omgeleid, de polder in, een slootje over en weer terug. Dit om meters te kunnen maken. Ondertussen bedenk ik, dat dit allemaal te danken is aan een Griekse soldaat, die de afstand tussen Marathon en Athene aflegde, om de overwinning op de Perzen bekend te maken. Althans zo gaat het verhaal. Ook dat hij na de uitroep 'Wij hebben gewonnen!' dood neerviel in het centrum van Athene. Een zonnesteek werd hem fataal. Dat risico loop ik nu niet. Zelfs de nattigheid en de kou voel ik niet meer. Ik loop in mijn eigen cocon. Alleen de meters tellen. Na een uurtje, doemt de tweede en laatste verzorgingspost op. Net daarvoor blijf ik met mijn voet in een konijnenhol of iets soortgelijks haken. Ik klap voorover. Ik kijk of mijn voet het nog doet. Alle geluk van de wereld. Niets verzwikt, geen verstuiking. Hooguit een blauwe plek. Ik kruip overeind en hol richting de post. Daar herhaalt zich het ritueel van bijtanken, bananen eten, paar woorden uitwisselen en weer gaan.
En nu begint het serieuze werk. Ik merk dat de meters mij moeite gaan kosten. De stukjes heuvelopwaarts worden lastig. Ondertussen is het gaan sneeuwen. De wereld bestaat nu uit een koker licht die volloopt met sneeuwvlokken. Mijn adem versnelt. Ik struikel vaker. Niet alleen door de gladheid maar ook door vermoeidheid. 
Bij 35/36 km krijg ik het echt zwaar. Een heuvel al glijdend en kruipend op. Neervallen en eigenlijk willen blijven liggen. Fysiek gewoon op. Achter mij verschijnt een dame op een mountainbike. Ze is de hekkensluiter. Stelt zich voor als Sanne. Aan haar de taak om de laatste loper te begeleiden. Professioneel vraagt ze naar mijn naam.  Ook of het nog gaat. Heb adem tekort om normaal te antwoorden. Ik besluit even een stukje te wandelen. Bergop. Tempo is nu erg traag. Sanne en ik hebben hele gesprekken. Gek is dat, hoe je met een wildvreemde tijdens een paar kilometers vertrouwd kunt raken. Iets met het weer, omstandigheden en uitputting te maken denk ik. Daarna in halve looppas naar beneden. Dan krijg ik zowaar de gang weer. Inmiddels is Sanne verdwenen. Zou er dan toch nog iemand achter me zitten?
Nog wat bochtenwerk, een stuk door kapot getrapt gras en door modder. Dan een brug over. Ik loop door, hoor mensen roepen:'Je bent er!' Gek genoeg kom ik lachend èn huilend over de finish. Helemaal stuk. Binnen in 4 uur en 55 minuten. 
Krijg een beker erwtensoep in de hand geduwd. Lukt niet echt om een lepel naar mijn mond te krijgen. Alles schudt en beeft. De grond draait. Ik ga naar binnen. Krijg snel een veiligheidsdeken om me heen geslagen. Sta tegen een paal bij te komen.
Dan komt mijn naamgenoot binnen. Een baanwachter heeft hem de verkeerde afslag gewezen. Hij heeft 3 km extra gelopen. Ik was dan wel eerder binnen maar hij was sneller!