vrijdag 28 mei 2021

Dromende engelen

Dromende engelen

Gisteren liep ik op een begraafplaats. In een stoet die zich langzaam van de plek verwijderde waar we iemand hadden begraven.
Het blijft elke keer weer een gebeurtenis die indruk maakt. Zelfs al heb je, zoals ik gisteren, de overledene niet echt persoonlijk gekend.

Wie het ooit gezegd heeft, weet ik niet maar de uitdrukking 'bij elke begrafenis begraaft ieder mens opnieuw zijn eigen doden', klopt wat mij betreft helemaal.
Er was veel wat indruk maakte. Het knisperende grint onder onze gehakte schoenen en het onwaarschijnlijke mooie voorjaarsgroen van de laaghangende beukentakken, die ons dwingen het hoofd te buigen bij het betreden van de begraafplaats.
De met meiregen vermengde zon die het gras laat schitteren tussen de zerken. De toespraak van de dominee bij het graf en de voelbare stilte als de kist naar de bodem van zijn bestemming zakt.
Maar van alles raakte me bij het verlaten van deze dodenplaats de tekst op een verder onbeschreven zerk: 'Engelen van licht dromen onze gedachten verder'.

woensdag 26 mei 2021

Spraakverwarring


'Zou jij op onze bruiloft als ouderling aanwezig willen zijn?', is de vriendelijke vraag van de toekomstige bruidegom.
'Ja we kennen jou een beetje en dat is wel leuk bij het overhandigen van de Bijbel enzo', vervolgt zijn toekomstige wederhelft.
'Euh, ja natuurlijk wil ik dat. Leuk dat jullie mij vragen. Maar ik ben geen ouderling.'
'Huh? Niet? We zien je er al jaren zitten. En je bent trouwens ook de enige ouderling die we een beetje kennen.'
'Ik ben diaken', help ik ze uit de droom.
'Hahah', ze schieten beiden in de lach alsof ze een goede grap horen.

In de Bijbel wordt gesproken over prachtige en minder prachtige beroepen. Wie kent Lydia, de purperverkoopster niet? Of Paulus de tentenmaker en Rachab de hoer?
Ooit hebben we die woorden zo vertaald en ze staan tot de dag van vandaag zo in de Bijbel. Maar er is geen mens die hetzelfde doet en zijn baan of bezigheid nog zo noemt. 
Lydia zou nu waarschijnlijk zakenvrouw van het jaar zijn met haar handel in textielverf. Paulus die rondtrok om mensen te spreken over een blijde boodschap, zou nu zeggen dat ie als zzp'r onderweg de kost verdient in de woningbouw. Tenminste ik neem aan dat er destijds nog niet zoveel toerisme was dat hij kampeertenten maakte. 
Tja en Rachab? Dat is een beetje lastig, ik weet niet zo goed of ze gewoon een gastvrije café-uitbater was, of echt een publieke vrouw.
Het gebeurt in de Bijbel vaker dat iemand de zaken wat slechter voorstelt. Kijk eens naar de broer van de verloren zoon. Die ging er maar eventjes van uit dat zijn broertje zijn geld in 't bordeel had uitgegeven terwijl Jezus dat nergens zegt.
Maar goed, stel dat Rachab wel een hoer was, dan noemden we haar nu sekswerker, was ze ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en wachtte ze, net als ieder ander met een contactberoep, totdat de samenleving voor haar open zou gaan.
Om de opmerking voor te zijn dat een ambt iets anders is dan een beroep; priesters en levieten kennen we niet meer.  Wanneer je nu als farizeeër te boek staat, bedoelen we echt iets anders dan iemand die lid is van een fanatieke religieuze, politieke partij. Ik denk niet dat je onze huidige mannenbroeders op het pluche blij maakt met deze benaming.
Zou het niet handig zijn als we in de kerk namen gaan gebruiken die mensen echt wat zeggen? Ik zit zeven jaar in de kerkenraad, ben diaken, zit in twee moderamina (enkelvoud is moderamen). In deze geledingen ben ik scriba, preses en secundus (geweest).  
Er is geen dertiger die deze laatste twee zinnen snapt. Ik geloof in de kracht van taal. Moeten we niet beginnen met ons wat begrijperlijker te maken? In ieder geval onze bezigheden?
Het is Pinksteren geweest. Het feest waarop iedereen de woorden van de discipelen, die we nu dominees zouden noemen, begreep vanuit zijn eigen taalveld. 

Binnenkort ga ik naar een bruiloft. Ik doe mijn pak aan en op de rug van mijn colbert schrijf ik 'Helper waar geen helper is',  Aan de dominee vraag ik of hij 'Bijbeluitlegger' op zijn toga naait. Dan kan de ouderling 'Bijbeluitdeler' op zijn jasje zetten. 
Als we die drie taken daadwerkelijk uitvoeren, misschien in een omgekeerde volgorde en soms wat door elkaar, geloof ik dat het Pinksteren blijft.



zondag 16 mei 2021

Weeszondag

Weeszondag

Mijn Jezus naar
 bewolkte hemel
dus uitzwaaien lukt niet echt.
Hij weg van mooie berg
waar ik alleen 
van afdaal.

Mijn Jezus verdwijnt zwevend omhoog,
ik struikel terug in stom gedoe.
Mijn Jezus laat mij
wees vandaag.
Ik kan nu niets
met later.

Of heeft de hemel open ramen
ik even binnenkijken kan?
Ik hoef geen dans of wijn,
maar snak naar kans op 
samenzijn.

Zijn stem die mij vertelt
wanneer het lastig wordt,
ik onderlig, het niet meer weet,
mijn woorden zijn verstomd.
Hij rechtop staat en linea recta
terug naar beneden komt.


























zondag 9 mei 2021

Dag moeder

Zou vandaag de hemel ongestoord
opener zijn dan normaal zogenaamd?
Niet alleen die grote Petruspoort
maar openen al wat kiert en raamt.

Zou vandaag de hemel niet alleen
een eindstation of aankomsthal
kunnen zijn voor iedereen
die houdt van feest en bal?

Zou vandaag de hemel luisteren?
Moedershoofd hoort uit hemelraam
nu luidkeels wat ik nooit kon fluisteren
Mama ik hou van jou en noem je naam.

Zie ik vandaag de hemel zwaaien
de handen van die mij droeg
een kus of uit de verte aaien
Mama dag! Het was en is genoeg.









dinsdag 4 mei 2021

Heer ik bid u

Voor de hondervijftig
man en vrouw,
die links en rechts
en alles wat er tussen zit
vertegenwoordigen.

Heer schenk hen
Salomo's wijsheid,
de kracht van Simson,
het geduld van Jozef,
en het lef van Daniël.

Heer vervul ze
met geloof in het goede
de hoop op het betere
en overlaad ze 
met liefde.

Laat plannen falen,
ideeën sneuvelen
maar doof nimmer 
het vuur van verlangen
dat het mensdom mooier maakt.








Wie het weet, mag het zeggen

'Nou nee, niet echt', is mijn antwoord op de vraag of ik nu anders tegen corona aankijk. 
Een vraag die ik vaak krijg de afgelopen dagen. Eerlijk gezegd weet ik het gewoon niet. Ik kan alleen mijn eigen situatie beoordelen. Die heb ik beleefd als een zware griep met een paar heftige dagen op het dieptepunt.
Dagen slapen en paracetamol hebben me er door heen gesleept. Met veel fruit en andere vitaminebronnen.
Daarnaast heb ik mezelf geïsoleerd om anderen niet in gevaar te brengen. Aan de andere kant hadden ze voor mij de maatschappij niet tot stilstand hoeven te brengen. Ik had in deze weken weinig behoefte aan grote groepen mensen of aan een gezellig terras- en/of winkeluitje en was daar zelf wel weggebleven.
En ja, halverwege stond er een ambulance voor de deur daar de klachten toenamen. Na diverse metingen, waarbij gelukkig de waarden goed waren, hoefde ik niet mee. Van de ziekenbroeder begreep ik dat ze in het ziekenhuis, bij tekortschietende waarden, niet veel meer zouden doen dan zuurstof toedienen.
Ik weet wel dat als ik echt een tekort aan zuurstof had gehad, gemerkt of ongemerkt, het me niet veel uitgemaakt had wie we me dat toediende.
Dat is het punt waar ik nog steeds de meeste twijfel over heb. Ook na zelf ziek geweest te zijn.
Ik had, bij ernstig zuurstoftekort, het ook prima gevonden om naar een legerbasis gereden te worden. En zuurstof toegediend te krijgen van een soldaat die dit het afgelopen jaar geleerd had.
Nee, zeg nu niet gelijk dat een verpleegkundige hier vier jaar over doet en daarna nog anderhalf jaar IC-opleiding. Ik weet het.
Als ik morgen in het water rijd, is het fijn om er door een gediplomeerd brandweerduiker uitgehaald te worden. Maar als we met een buslading mensen te water raken, mag de eerste de beste stuurman aan de wal me er ook uithalen.
Het idee was de druk op de IC's te verlagen. Ook nu, God zij dank weer aan de beterende hand, blijf ik me afvragen of we met ons allen niet een te hoge prijs betaald hebben. Ik kan tegen een stootje en veertien dagen isolement was ook wel goed voor me. Bracht me ook dingen. 
Maar kinderen en ouderen die we tijden lang een soort afzonderen en opsluiten? Reguliere zorg aan andere ernstig zieken die we opschoven? Kinderen die niemand mogen knuffelen en van test naar test leven? Met ons allen onder klimaatverwoestende heaters op een terras gaan zitten? 
Onze vergadercultuur was misschien niet alles, maar zoomen tot we een ons wegen heeft de menselijke maat wel een beetje weggenomen.
Zoals eerder gezegd; ik weet het niet. Het ergste is misschien wel als later blijkt dat het allemaal geholpen heeft. En er toch echt een maakbare samenleving bestaat. Wie gaat die vorm geven en hoeveel samen is het dan nog?