zondag 30 april 2017

Zonsopkomst

De tiende keer in twaalf dagen,
rijdend richting Veluwe
De zon tegemoet,
andere keren de nacht in.
Nu niet om hard te lopen 
maar om stil te zitten.
'En telkens meer
moet ik Uw kracht verstaan'
En zegt een lied,
meer dan duizend woorden.


zaterdag 29 april 2017

Het wordt altijd weer winter

Een tijdje terug ben ik lid geworden van 120w. Dit is een site die mensen uitdaagt om iets over een bepaald thema te zeggen in honderdtwintig woorden. Niet meer en niet minder.  Weg met de breedsprakigheid, 120 woorden is echt genoeg. Aldus de homepage van deze site.

Deze week is het thema ‘weide’. Op een stil moment heb ik een eerder geschreven stukje omgebouwd tot honderdtwintig woorden.
Niet alleen met het doel om genoemd aantal woorden te halen. Nee ook de laatste, nu pas gevormde, strofe hoort erbij.
Want licht mag dan uiteindelijk overwinnen. Maar misschien niet hier. En niet altijd nu. Dit stukje tekst, waar dit de laatste zin van is, bestaat ook exact uit honderd en twintig woorden.

Het wordt altijd weer winter 

Emst, Gortel en de Pollen.
Een kwart eeuw,
braak gelegen,
nu opnieuw betreden.

Een dag lang rondgestruind.
Berm en weide geuren ’t zelfde.
Paadjes ogen smaller, kleiner,
ik groeide, zij niet.

Onder de immer
cirkelende buizerds.
Wat bomen geschopt,
paar graven gesproken.

De spreng is verlegd.
Minder rechtlijnig.
Hetzelfde doel:
Afvoer van wellend water.

Sloot stond voor schouw,
stuw en scheiding.
Nu door het verleggen van de loop
symbool van sierlijkheid

Op mijn plek gezeten,
bedenk ik m’n herinneringen
de mooie en de mindere.
Zeer en zegeningen.

Thuisgekomen post ik
de op één na mooiste foto.
Zet eronder:
‘Licht overwint’


En nu een maandje later,
slaat de twijfel toe.
Zoals de seizoenen zich herhalen,
zo veranderen wij misschien niet echt.

woensdag 26 april 2017

Wapperende lakens

Gisteren besloot het ziekenhuis het NR-beleid in werking te stellen. Niet reanimeren. Moeder is oud en dement. Ze heeft een gebroken heup en pols. Zwak hart. En een beginnende longontsteking. Toen ik gisteren, naast haar bed gezeten, het besluit aan de rest van de familie digitaal meedeelde, noemde ik het een waslijst. En heb ik gehuild. Niet omdat ze gaat. Zeer binnenkort waarschijnlijk. Van mij mag ze gaan. Maar, ik ben van de woorden: waslijst werd waslijn. Al snel het beeld van betere tijden. Pinksterbloemen, gras en lakens. Wapperend in de wind. Ik huilde, hopend op groene, grazige weiden.





donderdag 20 april 2017

Paaswake


Een moeder met gebroken heup en pols
Een Zoon met doorboorde handen en voeten.
Een mens met een nagel.

Holst van de nacht,
verbazen over dichtkunst,
van iemand die me dierbaar werd.
En ik struikel over haar
Goede Vrijdag gedicht.
Taalkundig zo mooi,
gevoelsmatig zo goed.
Maar nu na Pasen,
zover van Pasen verwijderd.
Zittend in het ziekenhuis,
aan ‘t bed van die mij baarde.
Wakend over degene, die
ooit over mij waakte.
Het althans probeerde.
Haar falen toen,
geen excuus
voor mijn falen nu.
Waardigheid, 
al lang verdwenen.
Nu rest haar pijn,
haar angst
en haar verwarring.
Degeneratie. 
Doorboorde mijn nagel
Zijn voet?
Dan Zijn mond niet
dicht bij mijn oor.
geen wonder
dat ik Zijn stem niet hoor.

dinsdag 18 april 2017

Zo makkelijk kan het zijn

Ik heb een actieve buurman. Hij heet Jacco. Loopt elke morgen met zijn hond in het park als ik naar mijn werk fiets. 
Van tijd tot tijd spreken we elkaar.  En we lopen wel eens met elkaar via een buurt-hardloopgroepje.
Hij is christen. Maar hij loopt niet te preken. Althans niet met woorden. Niet met een Bijbel onder de arm door de straat.  Maar waar wat te doen is, daar is hij.
Maakt niet uit of het een buurtfeestje is, of even luisteren naar een buurman waar het wat minder mee gaat.
Vorige week appte hij me met de vraag of ik hem wilde helpen bij het paasontbijt op de markt in de stad.
Het idee is dat er tien rijen van tien tafels komen. Plaats voor meer dan duizend man. Georganiseerd door meer dan honderd vrijwilligers uit zo'n twaalf kerken.
Jacco regelt één zo'n rij. Had tien vrijwilligers nodig (voor elke tafel één). Kwam er nog een paar tekort. Natuurlijk zei ik ja. Charterde nog een buurvrouw die ik ken via de buurtbijbelkring. En een goede vriend waar ik soms mee hardloop en van tijd tot tijd een biertje mee drink in de stad.
Zo sta ik op tweede paasdag om kwart voor acht 's morgens bij genoemde buurvrouw voor het huis. 
Samen fietsen we naar de markt. In het oude Stadhuis van Gouda komen we met meer dan honderd vrijwilligers samen.
Al snel tref ik mijn vriend en vinden we 'Groep Jacco'.
Paar uurtjes tafels en banken sjouwen. Tafels dekken. Eitjes (chocolade en echte), kaas en ander beleg. 



Met een kruiwagen de glossy's van het Nieuwe Testament ophalen bij de plaatselijke Bijbelshop. Elke bezoeker mag een gratis exemplaar meenemen. Afspraak is dat we ze niet opdringen. We gaan ook niet preken of zoiets. Gewoon dienen. Gasten verwelkomen. Zich eventjes thuis laten voelen.
Koffie en thee schenken we in als er gasten zijn. En we gaan met manden brood rond. Ieder bij zijn/haar tafel. Croissantjes, bolletjes, met en zonder pitten, krentenbrood (met en zonder spijs). In alles is rijk voorzien.


Langzaam stroomt de markt vol met bezoekers. Van dichtbij en ver weg.
Er arriveert een fietsgroep uit Canada. Ze schuiven vrolijk aan. Naast een paar mensen op leeftijd die met scootmobiel en al aan tafel zitten.
Een paar uurtjes gevuld met korte gesprekjes. Vaak luchtig. Soms wat zwaarder.  Ik praat, maar probeer vooral te luisteren. Dat blijft leren voor mij.
Maar super gaaf om met mandje brood rond te lopen en te dienen. Niet meer en niet minder.
En de volgende dag staat het verhaal in de krant. Natuurlijk vind ik het leuk dat ik er zelf ook in sta. Met foto en al.
Maar het mooiste is nog wel dat een pagina-groot artikel afsluit met een verwijzing naar het verhaal van de vijf broden en twee vissen.  Zo voelde ik me gisterenmorgen namelijk. Als een uitdeler.  En het enige wat ik ervoor heb moeten doen, is ja zeggen op een vraagje van mijn buurman. Dankjewel Jacco!