woensdag 28 oktober 2020

Oktober

Jouw herfsthuid
die als zachte voor
aan bosgerande akker
mij warm omsluit.

Water als een haardos
recht naar onder valt.
Tranen op mijn hand
stil achter laten. 

Jouw storm is hoorbaar
zelfs in 't minste bladgeritsel.
Zoals een vingerspoor
de naakte rug kan roeren.

Winter-, lente- en zomertranen
bevriezen of verdrogen.
Maar najaarstranenbuien
kringlopen eeuwig.








vrijdag 23 oktober 2020

Wegen vinden

Mijn opa liep samen met zijn maat wekelijks naar de veemarkt. Beiden waren boer én veehandelaar.
Eigenlijk liepen ze elk maar de helft en de andere helft deden ze op een fiets. Dat deden ze ook samen, alleen niet tegelijk. Beiden waren grote mensen en een tikkeltje aan de zware kant. Samen op één fiets zat er niet in. 
Nee, de één vertrok lopend, ergens rond de klok van drie uur 's nachts en de ander vertrok iets later met de fiets. 
Als de fietser na een tijdje de loper voorbij kwam, trapte hij nog een kwartiertje door en zette dan de fiets aan de kant van de weg. Waarschijnlijk tegen een boom; hun wekelijkse tocht slingerde grotendeels door de Veluwse bossen.  
Vervolgens werd de fietser loper. Na een tijdje kwam degene die lopend van huis vertrokken was aan bij het rijwiel en werd fietser.
Dit herhaalde zich net zolang ze een uur of drie vier later de markt in het provinciestadje bereikten. Het vee dat ze kochten en verkochten werd met een veewagentje vervoerd door een vrachtrijder.
's Middags herhaalde zich de tocht, maar dan de andere kant op. Als de handel genoeg opgebracht had, veroorloofde het duo zich, bijna aan het eind van hun terugreis, net voor de laatste etappe, een borrel in het café van een naburig dorp

Als kind heb ik dit verhaal meermalen van mijn moeder gehoord. Ik weet nog dat ik er ooit een schriftje bijpakte om na te gaan, of dit wel echt sneller was. In mijn beleving werd de hele route gelopen. Al was het door een wisselende voetganger. Na in te zien dat elke loper telkens een stukje van de route met de fiets deed, was ik pas echt van de tijdwinst overtuigd.

De laatste tijd denk ik regelmatig aan dit verhaal terug. Het heeft zich afgespeeld in de jaren dertig en veertig. Niet de eenvoudigste tijd. Het raakt me om te zien hoe mooi mijn voorouders met zo'n tijd omgingen. Ze deden wat ze konden met de middelen die ze hadden. In vertrouwen vonden ze hun weg. 



zaterdag 17 oktober 2020

Blijde boodschap

Wat heerlijk om blij te zijn. Omdat er zoveel moois gebeurt. Graag neem ik je mee in wat hier de afgelopen vierentwintig uur zomaar langs is gekomen. Daarvoor moet ik je een paar dingen uitleggen.

Wij hebben hier in de stad de langste kerk van heel het land. Nog iets meer dan honderd meter telt ie.
Op een zondag zitten er meestal meer dan duizend mensen in de kerk. Die mensen luisteren naar woorden die het leven zin geven, ze zingen een lied waarmee ze hun gevoel vertolken en luisteren naar muziekstukken op orgel, piano of andere instrumenten die hen even uittillen boven het gewone dagelijkse.
In alle diensten is er gelegenheid om je in te zetten voor een ander. In de vorm van een gift of in de vorm van mensen aan elkaar koppelen, waarbij de een de ander, een poosje, vooruit helpt.
Daarnaast is er gelegenheid voor stilte, gebed en ontmoeting. Al met al zijn de meeste van hen gewoon blij dat het zondag is en komen met plezier naar deze plek. 

Ook wil deze kerk zich houden aan de regels die ons zijn opgelegd, om zo gezond en veilig mogelijk door deze ingewikkelde periode heen te komen. Dit heeft geleid tot het bijna helemaal stoppen met de fysieke diensten en overgaan op digitale diensten. Best mooi dat dit kan. Heel veel mensen maken hier ook gebruik van.

Door de week is de kerk overdag als museum open. Iedereen die wil, kan naar binnen. Wel overheerst overdag de culturele setting van dit gebouw. Je kunt dan met een audiotour de kerk door en de prachtige glazen bekijken waarbij je uitleg krijgt. Ook is er een museumwinkel waar je één en ander kunt bekijken en eventueel kopen.

Vanaf aanstaande maandag is de kerk door de week de hele avond open vanaf halfzes. Iedereen die wil, kan binnenstappen, rondlopen en even ergens plaats nemen. Voor stilte, gebed, wat lezen of een andere vorm van rust. Er is altijd  iemand in de kerk aanwezig. En er staat iemand bij de ingang om naast een harteiijk welkom ook te zorgen dat we dit op een veilige en gezonde manier kunnen doen.  

Om dit mogelijk te maken hebben we gisteren wat oproepjes gedaan en binnen vierentwintig uur was er een rooster. Bijna dertig mensen zijn in tweetallen beschikbaar. Geweldig dat mensen zich zo enhousiast aanmelden en tijd en energie willen in de medemens. Dankjewel x; je bent druk met je praktijk, dankjewel y; je was best ziek, dankjewel z; je bent druk met je gezin, dankjewel..., dankjewel..., etc. 
Jullie staan er gewoon. Nu in het rooster en straks in de kerk.







zaterdag 3 oktober 2020

Aan tafel

Als jij nu straks naar voren komt,
schuifelend anderhalve meter
voor en achter ruimte laat.

Je brekend brood ontvangt
en beker aangereikt gaat krijgen.
Een mondgekapte stem 
niet helemaal hoort.
Of bedekte hand
als afstand ziet.

Bedenk dat Jezus 
alles overstemt.
Hij wast jouw voeten
kust je op de mond
en droogt wat traant.

Hij reikt veel verder 
dan ons doen en denken.

Waar Hij is, kom jij
niets tekort.



vrijdag 2 oktober 2020

Opent uwe mond of kappen we hem?

Tot nu toe heb ik de mondkap redelijk kunnen ontlopen. Niet alleen omdat ik er het nut niet van inzie of oprecht denk dat het niet helpend is. Veel meer omdat ik denk dat het uiteindelijke effect schadelijker is. 

Ruim honderd jaar geleden was er de Titanic; een schip dat niet kon zinken. Tenminste dat dachten de bouwers en de passagiers. Tot er een ijsberg kwam. Nou ja die was er de hele tijd al. Alleen zagen ze hem een beetje laat en gingen ze iets te snel om op tijd te kunnen remmen. Gek genoeg had het schip het waarschijnlijk overleefd als ze er recht op af waren blijven koersen. Dan had de boeg een fikse oplawaai gekregen en het meeste servies was aan scherven gevallen. Het schip had namelijk waterdichte schotten waardoor het een schade aan de boeg met een stuk of drie, vier ondergelopen ruimen had kunnen hebben.

Nu ging men bijsturen. Weg van het gevaar dacht men. Alleen schampte de boot nu de ijsberg waardoor de hele zijkant opengereten werd. Het was dan wel geen frontale botsing maar de schade was des groter. Meer dan vijf ruimen liepen via een scheur in de wand vol. Hier hielp geen waterdicht schot tegen.

Vanaf het moment dat de stuurman aan het stuur ging draaien was het schip gedoemd onder te gaan. Al dacht zo goed als iedereen toen de ijsberg gepasseerd was, dat ze 't gered hadden.

Zou het kunnen dat we straks onze handen kapot gewassen hebben? Alle gezonde stoffen die voor een beetje weerstand zorgen gedood? Dat we via mondkapjes onze longen verpest hebben door continu ons eigen uitstoot in te ademen? Dat we zo steriel geworden zijn door al het afstand houden, dat we het virus straks passeren maar sterven aan een tot nu toe onschuldige bacterie? 

Wanneer geven we toe dat we maar een klein bootje zijn in een onmetelijke oceaan waar ijsbergen voorkomen? En dat er niet zoiets bestaat als onzinkbaar. Fijn dat er reddingsboten zijn als het misgaat. Maar kunnen we alsjeblieft het orkest laten spelen? Omdat we weten dat niet alles maakbaar is? Naast het orkest ging ook de kerkdienst door zag ik ooit in een mooie verfilming. Een dominee die mooie dingen sprak en handen vasthield. Samen met mensen zong. Kunnen wij dat ook doen? Een beetje met elkaar blijven praten en wat handen vasthouden? En blijven zingen? Soms zijn er gewoon niet genoeg reddingsboten.