zaterdag 30 november 2019

Winterboom

Kil en
koude huid
door bast bedekt.
Nog dieper wortelen,
daar vrucht vertrokken
Geen takken tot in hemel,
bladlood kruin in ijzig weer.
Meer dood dan levend
op de lente wacht.
Woorden zwijgen
de hele nacht
sprakeloos
donker
stil.


dinsdag 26 november 2019

Helen

Daar stond hij. Vale broek met  smalle pijpen in een tijd dat brede pijpen in waren. Zijn jas was verschoten en tot aan zijn kin dicht geritst.
Daarboven een bleek ietwat nietszeggend gezicht met haar dat veel te netjes was geknipt.
Elke pauze stond hij in de hoek tussen gymlokaal en stookhok.  Hij stond precies tussen twee grote hoge ramen in. Heel veel kleine ruitjes die met stopverf in hun sponningen zaten. Hier en daar was wat stopverf afgesprongen en keek je tegen de rand van het glas aan. De muren eromheen boden beschutting tegen de elementen.
Niet die van regen, wind en hagel. Die waren niets vergeleken bij de minachtende blikken die hij kreeg. De verachting die hij voelde.  Of de woorden die ze hem toevoegden en soms was het zwijgen nog erger.
Vandaag hing er meer in de lucht. De meidengroep had het op hem voorzien. De hele morgen al. 
Gelukkig was zij erbij.  Het zwartharige meisje waar hij zo gek op was. Natuurlijk had hij hier nooit wat over gezegd, dat hoefde ook niet. Ze was er. Dat was genoeg. Elke keer als hij haar zag werd zijn hart een beetje zachter en de dag wat warmer.
Nu stond ze voor hem. Met de andere meiden om haar heen. Ze hitsten haar op. Schreeuwden en joelden tegen haar. Dat als zij niet durfde, ze laf was. Dit ging een tijdje door.
Hij keek haar aan. Zag in haar ogen de aarzeling, de goedheid om niet te willen ook de menselijkheid om toe te geven. Hij knikte zacht. Klaar om te ontvangen. 
Ze haalde uit. Hij ontving. Bloed vloeide. Iedereen juichte. 

Er waren er maar twee die met pijn weggingen in dit verhaal, begreep ik dertig jaar later op een soort huisbezoek. Het zwartharige meisje was vrouw geworden. Met een leven dat zijn mooie en zijn ingewikkelde kanten had. 
Ze hield haar handen de eerste helft van het gesprek dichtgeknepen, de tweede helft ondersteunde ze haar hoofd ermee.  
'Heb je ooit nog iets van hem gehoord? Of over hem?' vroeg ik.
'Nee, ik denk er nu pas weer aan, Al die jaren niet mee bezig geweest. Maar nu ik er aan terugdenk vind ik het best heel erg. Als ik zie hoe ik me herinner dat een aantal meiden in mijn klas mij negeerder, wat moet dit dan wel niet voor die jongen zijn geweest.' Spijt klonk een beetje door in haar stem.
'Ook ben ik wel benieuwd hoe het nu met hem is. Of hij er nog last van gehad heeft of gewoon zijn leven opgepakt heeft en verdergegaan zonder om te kijken. Of iets er tussen in.' vervolgt ze.
'Maakt het uit? 'vraag ik. "Maakt het echt uit of het hem wel of geen schade heeft berokkend? Maakt het uit of jij meer of minder sorry zegt naar gelang hij er meer of minder schade van gehad heeft?' 
Ik zeg plompverloren zo midden in het gesprek, tegen al mijn eigen regels, betreffende te snelle adviezen, in:  'Zoek hem op en maak het goed.'
Dit is de zin die nadien ook een beetje bij mezelf is gaan resoneren. Natuurlijk was ik blij toen ik later hoorde dat ze hem aan het zoeken was. Misschien ook gevonden en inmiddels een eerste lijntje digitaal had uitgegooid.
Maar meer nog hield het mijzelf bezig; de gedachte om op te zoeken en goed te maken. Veel van wat fout ging, is een soort van onherstelbaar maar er is genoeg om terug te gaan, op te zoeken en goed te maken.
Wat haal ik dat vaak door elkaar met gelijk hebben of krijgen. Waarom niet gewoon er naar toe?  Mijn verontschuldiging niet laten afhangen van de mate waarin de ander last gehad heeft van mijn gedrag. 
Nee, gewoon zeggen dat ik fout was, de hand uitsteken en zodoende de ander de gelegenheid bieden om te vergeven en verder te kunnen.
Misschien wordt de wereld er best een stukje mooier van. Voor die ander én voor mijzelf.

zaterdag 23 november 2019

Eeuwige boom

Liefde bedrijven 
met passie letters schrijven
Woorden worden zin, en andersom
Tedere of juist tikkende toetsaanslagen
Heb ik onlangs een boom gekust
waar bossen boeken maken
en bladzijden van hout
ons laten dromen
is de cirkel 
rond.
Bemin
boom
zoen 
haar
bast
blad 
sap
Valt zij door bijl of zaag
versnipper, vermaal tot letters
die mij raken en jou zacht strelen.








zondag 10 november 2019

Moddergebed

Zondag vandaag, de kerken lopen vol
we bidden, zingen en we danken.
ontvangen, delen, lachen, en we janken.

We benoemen wat ons overkwam
verzwijgen wat schuldig schuurt.

We bidden om genezing, 
verlichting van de pijn
leven met of in de rouw, 
verdwijnen van tumoren,
Wat schuldloos binnenkwam, 
fluisteren we in heilig oren.

Waar de hoer, de dief, de crimineel
verkwister, leugenmens gevangen
in lust en hebzucht, of stom- en 
smoorverliefd op reeds bezet.
Gewoon voor hem of haar 
die dik door eigen schuld
In 't zwarte gat 
van wanhoop 
staart.

vrijdag 8 november 2019

Liefste



Haiku 8-11-2019





Ze is onderweg,
wast, nieuwt, is vol en donkert.
Stille, schone zij

woensdag 6 november 2019

Dankdag 2019

Ik dank u voor de bloemen
In en buitenshuis.
Gevaasd, bewaterd en bemest
of zelfs verlatend 't veilig nest.
Geknakt, vermoeid
paar uur per dag in bloei
Ook de wilde bloemen buiten
genoeg om danku voor te doen.
En het kromme daarin
niet uit te sluiten.
Danku in donk're nacht,
U niet alleen de gever,
ook de worstelman,
waar ik mee knokken mag.

zondag 3 november 2019

Nieuw

De dag na allerzielen
is vandaag de dag
van opstanding
nieuw leven.
Laat ons
leven, 
lieven, loven 
op deze eerste
aller nieuwe dagen.

zaterdag 2 november 2019

Allerzielen

Uitgeademt, geest gegeven
afgelegd en opgebaard
gekist en uitgevaren.

Eerste kluit het hout afdoft,
wij aan de koffietafel
met cake gezeten.

'Hij (of zij), was goed te zien',
sprak de genodigde zacht
alsof kijken bij leven
ingewikkeld was.

Lijf vergaan tot stof en as,
leeft alle ziel door
ons herkijken in
doodloos zien. 

vrijdag 1 november 2019

Doeg


Novemberdagen
Stil dwalen in randig bos
Afscheid past ons niet

Haiku 1-11-2019