zondag 28 april 2019

Liefdesloop


Waar Veluwe zoomt
en hei en heuvel 
zich nog even
verheffen.
Waar stilte 
nog eenmaal
zijn stem laat horen.

Daar loop ik hard,
leef ik adem 
benemend
in en uit.
Daar bos
en boom mij 
als gretig minnaar 
voor altijd heeft verkoren.




zondag 21 april 2019

Kom maar

Dit jaar loop ik een keer mee met de paasmorgenwandeling. Deze vindt elk jaar plaats op de begraafplaats. 
Er staan er al wat mensen voor de aula. Ik loop naar de zijkant om de zon wat hoger te zien klimmen en de vroeg krachtige stralen door berk en beuk te zien dringen. Zoals meestal op een begraafplaats voel ik me verbonden met wat nog leeft. De vogels en de bomen.
Inmiddels is het acht uur en zijn er een stuk of twintig mensen bij elkaar.  Misschien ook wel niet echt bij elkaar. Ieder sjouwt zijn of haar doden mee.  We krijgen allemaal een witte roos. Ik help even bij het uitdelen. Sommige vragen er om twee. Het raakt me als ik iemand hoor zeggen 'ook eentje voor mijn zoon alsjeblieft'.  
Dan gaan we. Hier en daar waaiert de groep wat uit. Om even later bij elkaar te komen als er wat voorgelezen wordt. Staan we even in een halve cirkel. Ik draal wat in een hoekje waar allerlei stenen dicht op elkaar liggen. 
Eén steen trekt mijn aandacht. 'Mam' staat er op. Meer niet.  Het is genoeg.  Ergens bedenk ik dat waarschijnlijk alle woorden in de wereld niet genoeg zijn.  Of gewoon teveel. Mam. Ik leg mijn roos ernaast.
Inmiddels hoor ik iemand spelen op een fluit. Later hoor ik van iemand die les van deze man heeft gehad dat hij virtuoos is op dit instrument. Ik heb niet zo'n muzikaal gehoor maar het klinkt fijn. Precies goed voor hier. Hij volgt ons groepje, zet wanneer wij stoppen zijn muziekstandaard neer en speelt weer.
Ergens tref ik een kabouter op een paddenstoel. Hij ligt daar peinzend te staren naar een kindergraf. Mooi en raak.
Na een klein uurtje zijn we uitgewandeld. Voor we aan een koffietafel gaan, zingen we het 'U zij de glorie'.  Naast een mooi beeld van Jezus. Waarop in kleine letters staat 'Kom maar'. 
Nou ja, de rest zingt. Ik luister en zing even niet mee.  Ik vind het best even lastig als ik om me heen kijk. Daar zie ik de man die zijn broer onlangs begroef; een lege plek in de familie. Daar zie ik de vrouw die haar man begroef, ze waren maar even getrouwd en toch denk ik soms dat het 'tot de dood ons scheidt' voor haar niet geldt.  Iets verder staat de mevrouw die de roos voor haar zoon vroeg.
Dan de man die net een roos legde bij zijn goede vriend.  Mijn oog valt op een tiener die haar vader verloor.
Ik denk opeens aan een pony-zadel dat nooit meer gebruikt zal worden. Een stoel die leeg blijft. De vaatwasmachine die een uitruimer minder heeft. Een belastingaangifte die door een ander gedaan moet worden. Alle lege plekken die anders zo vanzelfsprekend gevuld zijn.
Niemand die je een glas water met twee paracetamols geeft en zegt: 'denk erom, elke vier uur er twee nemen, anders werkt het niet'.
En nee, nooit meer horen: ' Kom papa nog één keertje op je rug'. 
In een leeg bed stappen is te doen, in een leeg bed wakker worden misschien niet.
En dan nu 'U zij de glorie'.  Ik kan het even niet.
Na het lied gebeurt er iets moois. Eén van de hierboven beschreven mensen omhelst het beeld van Jezus. Ze past er een soort van in lijkt het wel. Nu zie ik ook wat ik eerder al hoorde. In het beeld zet Jezus een stap naar voren. Alsof Hij zeggen wil; 'Kom maar, dan kom ik je een beetje tegemoet'. 
Onze doden laten leegtes achter. Gelukkig maar, dan blijven we een beetje zoeken. En hopelijk elkaar wat tegemoet komen.

zaterdag 20 april 2019

Stil maar

Stille Zaterdag. De
begrafenis is achter de rug. Het lichaam snel in wat doeken gewonden en het graf ingedragen. Dit graf bestaat uit een spelonkachtige ruimte, uitgehouwen uit de rotsen.  Er wordt een steen voor de ingang gelegd en een stel soldaten als bewakers. Nee, niet als erewacht maar om te voorkomen dat de leerlingen van Jezus Zijn lichaam ophalen en er later gezegd  kan worden dat Hij opgestaan is.
Er is haast bij deze begrafenis. Het moet allemaal gebeuren voordat het Sabbat is. De rustdag waar geen ruimte is voor het begraven van wie dan ook.
Deze dag spreekt niemand. Jezus zelf niet, tenminste niet met woorden, Zijn leerlingen niet en ook Zijn tegenstanders horen we niets van. Het is op alle fronten doodstil.

Doodstil en verstomd 
zachtjes uitgepraat.
De stilte oorverdovend
luid verzachtend.
Zwijgen het meest
veelzeggende.
Zo wordt dood
nooit gewoon.




vrijdag 19 april 2019

Papa

Goede Vrijdag vandaag. Aan al mijn vrienden kan ik Kerst en Pasen uitleggen. Ook aan degene die niet met geloof bezig zijn. Juist aan hen soms. Feest van geboorte en nieuw leven snappen we. In ieder geval kunnen we er blij om worden. Een kindje in een kribbetje vertedert. Leven na de dood intrigeert op zijn minst. 
Maar Goede Vrijdag? Iemand die zich vrijwillig aan een kruis laat hangen? Sterven om voor een ander schoon schip te maken? Je niet alleen voor vrienden opofferen, maar vooral voor mensen die je niet moeten?
Misschien is het ook niet te snappen wat er echt aan dat kruis gebeurt. Wat er naast gebeurt is makkelijker.
De meeste vrienden zijn er vandoor. Een mooie toespraak houden en  daarna vijfduizend man voeden met vijf broden en twee visjes, trekt nu eenmaal meer publiek dan je zelf willoos te laten doden.
Er staan er een paar die niet weg blijven. Maria en Johannes staan er. Zijn moeder en Zijn meest aanhankelijke leerling. 
Jezus ziet ze en houdt één van Zijn laatste preken. Hij zegt tegen Maria:'Vrouw, zie jouw zoon.' Dan zegt ie tegen Johannes: 'Zie je moeder.'
Hij ziet twee mensen die een groot verlies lijden; Maria raakt haar zoon kwijt en Johannes zijn meester. Jezus ziet dit. Hij reikt uit naar hen en verbindt ze aan elkaar.
Misschien gaat het vandaag ook wel om wezende kinderen. Blijkbaar had Johannes geen ouders meer. Vandaar dat Jezus hem 'koppelde' aan Maria. Het gaat ook om huilende moeders, voor moeders die een kind verliezen bestaat geen term. Blijkbaar hebben we daar geen woorden voor. 
En ook een beetje om afwezige vaders. Er staan niet zoveel vaders rondom het kruis. Maar als ik hier opschrijf dat er afwezige vaders waren, dan zijn ze er toch een beetje.  Al is het maar op een taalkundige manier. Soms is dat alles.
Volgens het christelijk geloof moet Jezus dood om iedereen een vader terug te geven. 
Vandaag wens ik ieder haar of zijn vader terug.  Misschien voor een moment, misschien een beetje maar. Omdat afwezige vaders geen niet-vaders zijn.

donderdag 18 april 2019

Vandaag ga ik wat voeten wassen

Het is Witte Donderdag. Op deze donderdag in de laatste week voor Pasen denken en vieren christenen over de gehele wereld dat Jezus tijdens Zijn laatste avond een avondmaaltijd had. In de oosterse traditie werden de voeten van de gasten gewassen. Als gebaar van gastvrijheid, voorafgaand aan de maaltijd. 
Jezus stond er op dat Hij dit zelf deed bij zijn leerlingen als een voorbeeld van dienende liefde.
In sommige kerken worden vandaag de voeten gewassen van een twaalftal mensen. Ondertussen wordt dan de 'Ubi Caritas' gezongen. In het Latijn. Dan klinkt ie ook het mooist. Kijk maar eens naar die eerste regel:  Nu is mij Latijn wat roestig geworden. Vandaar hier de vertaling:

Ubi caritas et amor, Deus ibi est.


Waar vriendschap heerst en liefde, daar is God.
Christus' liefde heeft ons tot eenheid gebracht.
Laat ons juichen en blij zijn in Hem.
Laat ons oprecht beminnen de God die leeft.
en van harte goed zijn met elkaar.

Waar vriendschap heerst en liefde, daar is God.
Laat ons dus, nu we hier te zamen zijn
Zorgen dat er geen verdeeldheid heerst.
Geen wrok meer, geen onenigheid,
Moge Christus in ons midden zijn.

Waar vriendschap heerst en liefde, daar is God.
O Christus, God, toon ons uw heerlijkheid,
met uw heiligen die bij U zijn.
Die vreugde zal zuiver zijn en zonder maat,
en duren tot in eeuwigheid.

Amen


Witte Donderdag. De inleiding voor Goede Vrijdag en Stille Zaterdag. Dagen die gaan over lijden, eenzaamheid, haat, verraad en pijn. Maar die bovenal gaan over liefde. Daar begon het mee. En eindigde het ook. Ik ga wat voeten wassen vandaag. Omdat liefde altijd het laatste woord heeft.
  

maandag 15 april 2019

Wegen vinden


Vandaag heb ik, in overleg met mijn school, besloten om mijn dienstverband te beëindigen. 
De hoeveelheid aan papierwerk zorgde ervoor zorgde dat mijn baan, in mijn beleving, steeds meer weg kreeg van een kantoorbaan. Op den duur kwamen alle ambtelijke verplichtingen als een muur op mij af. Het kreeg zelfs zijn weerslag op mijn gezondheid.
Deze mooie school en dit mooie team, verdient zoals iedere organisatie en elk team, iemand die er niet alleen volledig voor gaat. Maar bovenal iemand die gelukkig wordt van wat hij doet. Ik werd dat niet. Steeds minder zelfs. Tot mijn schrik besefte ik de afgelopen weken dat ik meer bezig was met berusten in, dan plezier hebben van.
Mijn vuur en sprankel kwamen onder tafel te liggen. Omdat de dingen nu eenmaal gaan zoals ze gaan. Ik werd er somber van.  
Net voordat ik aan mijn baan begon schreef ik:

Die wolken, lucht en winden
wijst spoor en loop en baan,
zal ook wel wegen vinden,
waarlangs mijn voet kan gaan.

Ik hoef deze wegen niet zelf te vinden. Wegen vinden mij. Zaterdag liep ik op een mooi plekje dicht bij mijn geboortegrond. Daar ook ervaren dat bij alles wat verandert er altijd een bosrand is. Een thuiskomen. Die kracht van dat te geloven, zorgt dat ik me nu al kan verheugen op wat er komen gaat.