De gevangenen bezoeken
Regelmatig verbaas ik me over de hardvochtigheid die ik ontmoet ten opzichte van onze gevangenen. Meestal komt die tot uiting in het vergelijken van gevangenissen met vijfsterrenhotels aangevuld met iets over de hele dag tv te kunnen kijken.
Dat dit laatste, als het waar zou zijn, al een straf op zich is, laat ik even voor wat het is.
Maar ergens binnenkomen, je bezit afgeven tot aan sieraden, riem en veters toe, vervolgens begeleid worden naar een kamertje van anderhalf bij drie meter is al redelijk confronterend.
De deur valt dicht en het enige daglicht dat je ziet, komt door een spleet hoog tegen het plafond.
We hebben een heel juridisch systeem waarbij het strafrecht is gebaseerd op wraak, isolatie en heropvoeding. Het succes hiervan valt of staat niet alleen met de inzet van de delinquent zelf.
Wat doen jij en ik? Krijgt iemand die de fout is in gegaan een eerlijke tweede kans? Of mag deze alleen bij het gratie van het allemaal heel erg goed doen weer een beetje meedoen?
En begint dat misschien al niet op het moment dat een dader stopt met daden en er over na mag denken in een ruimte van krap vijf vierkante meter?
Gewoon op bezoek gaan. En luisteren. Meer niet. Je hoeft niets goed te vinden van wat fout was. Alleen een beetje aanwezig.
Misschien hoor je ooit het levensverhaal van jouw gevangene. En heel misschien begint er dan iets te ontstaan van begrip. Dan kun je het misdrijf nog steeds afkeuren, maar zie je wel een mens. Zo iemand als jij en ik.
De werken van barmhartigheid. Het zijn er zeven. Wat als we er elke dag eentje doen?
- Voeden wie trek heeft op zondag.
- Water geven aan dorstigen op maandag.
- De naakte kleden op dinsdag.
- De vreemdeling onderdak geven op woensdag.
- Zieken bezoeken op donderdag.
- Gevangenen bezoeken op vrijdag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten