donderdag 19 april 2018

Parijs

Stad van licht en liefde. Waar tonnen ijzer en emmers vol met klinknagels werelds meest bezochte bouwwerk tentoonstelt. Waar dichters en schrijvers een opstand begonnen omdat ze het bouwwerk van meneer Eiffel niet zo geweldig vonden.  

Waar een Bastille bestormd werd omdat boeven buskruit benodigden. In tegenstelling tot het oude schoolverhaal dat er gemartelde mensen bevrijd werden. Op de dag van de bestorming dacht men pas, nadat men het buskruit veilig gesteld had, dat het een stunt was om de gevangenen los te laten. Daar waren er zeven van. De meesten werden de dagen erop weer vastgezet omdat dit wat veiliger bleek. Daarna werd het bouwwerk door een sloopbedrijf afgebroken. En niet door een woedende menigte steen voor steen tot de grond gesloopt. 

Over revolutie gesproken. Op een vroege morgen, passeer ik hardlopend, een kerk. Dat is niet zo bijzonder. Wel is het uitzonderlijk dat het een gereformeerde kerk is. Ja die van Luther en Calvijn, niet de meest populaire figuren hier. Wat opvalt, is een doek aan de gevel met vrijheid, gelijkheid en broederschap. Ik herinner me wat preken uit mijn jeugd, waar de Franse revolutie als de oorzaak van veel kwaad werd aangewezen. En waar de slogan 'liberté, egalité en fraternité' als een vloek in de kerk werd gezien. Al lopend mijmer ik nog even. Misschien is revolutionair zijn wel christelijker dan ik dacht. We heten niet voor niets protestanten.


De stad, die bij elk bezoek mooier wordt. Dit keer is onze uitvalsbasis een appartement in MontMartre. Op de helling van la Butte Montmartre, zoals ze de heuvel noemen waar de Sacre-Coeur op is gebouwd. Prachtige kathedraal waar je niet op uitgekeken raakt. In tegenstelling tot de kerk waar ik zondag's kom, mag je hier door de week gratis naar binnen. Aan de andere kant betaal je in de omliggende straatjes het drievoudige voor een glaasje wijn. 

Parijs ook de stad waar ze kunstenaars bij elkaar begraven. En er zoveel hebben dat er een brug over de begraafplaats loopt om aan de andere kant te komen. Vanaf ons dakterras kijk ik over een dichtbevolkt, hoewel uitgestorven, gebied van graven, zerken en tombes. Drie olmen houden de wacht boven de ingang. 
Op een vroege ochtend, een beetje gedwaald over dit terrein. Ook hier nogal wat verbanden met revoluties. De grote en de kleine. 
Niet te missen is de familietombe van de Zola's. Emile, niet echt een vriend van de gevestigde orde, lag hier begraven. Bij zijn familie, voordat hij bijgezet werd in het Pantheon.
Meer zoeken is het naar de plek waar Heinrich Heine begraven ligt. Ja, die van de Lorelei. Het gedicht zo beroemd, dat het bijna een volkslied werd. Zelfs de nazi's  durfden het niet te verbieden. 
Eenmaal gevonden, verwonder ik me over het witte, waaruit graf en buste opgetrokken zijn. Het steekt af tegen het grauw en grijs rondom. Prachtig zijn de dichtregels op de zijkant. Vrij vertaald zeggen ze, dat waar hij ook zal rusten, Gods hemel hem zal omgeven en de sterren zijn graflampen zullen zijn. Te weten dat hij een banneling was en zijn laatste jaren hier in Parijs verlamd op bed doorbracht maakt deze regels nog mooier.

Daarnaast zitten we niet zover van de plaats, waar Vincent van Gogh twee jaar  doorbracht. Waar hij kennismaakte met het impressionisme Ook weer vertrok omdat het hem te druk was. Vincent, niet de gelukkigste man, wel een soort revolutionair. 

Zo kan ik nog wel doorschrijven. Een lijst met beroemdheden maken, die hier een tijdje rondzwierven. Of een beschrijving van de mooiste plekjes en terrasjes.  Het is allemaal al ergens beschreven. Nee, wat Parijs mij deze keer leert is dit: 
'Geniet', zei menigeen, toen ik vertrok,
Van pracht en praal, dacht ik.
Maar wandelend
tussen versteend verdriet,
bedenk ik, dat het
de aankomst niet,
maar de reis zelf is,
die leven boeiend maakt. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten