De laatste week van het jaar gebeurt het me dagelijks dat ik de verkeerde weg neem. Elke keer als ik een boer of burger, de laatste zijn hier ruim in de minderheid, vraag naar de juiste weg, wijst ie me ietwat lachend de verkeerde weg.
Inmiddels ben ik erachter waar die pretlichtjes in de ogen van de, voor de rest nogal flegmatiek aandoende, boeren vandaan komen.
Een kleine zevenhonderd jaar geleden maakten de Friezen en de Hollanders ruzie. Iets met belastingen en rechtspraak waar de Hollanders controle over wilden houden en de zucht naar vrijheid van de Friezen.
Graaf Willem van Holland, de vierde, geloof ik, had succesvol tegen de Moren en de Russen gevochten en wilde nu de Friezen onderwerpen.
Met een vloot vertrok hij vanuit Enkhuizen en stak hij de Zuiderzee over om bij Stavoren aan land te gaan en vandaar richting een klooster te trekken dat hij wilde gaan gebruiken als uitvalsbasis voor zijn veldtocht tegen de rest van de Friezen.
Na de landing, iets ten zuiden van Stavoren, kwam hij door twee verlaten dorpjes, die hij in de brand stak. Vervolgens, om een grote groep boze boeren en vissers te ontwijken, koos hij met zijn manschappen voor een weg die weer richting de zee leidde.
De ervaren ridders en soldaten hadden op bijna alles gerekend, waren goed getraind en droegen zware harnassen.
Waar ze niet op gerekend hadden, was de boerenslimheid van de Friezen. Die gingen het gevecht aan, middenin het meest drassige terrein van de hele omgeving. Alle gevechtstechnieken ten spijt, konden de Hollanders in hun zware maliƫnkolders niets uitrichten in de modder. Ze werden in de pan gehakt. Dit alleen omdat ze de verkeerde weg namen.
Alle herindelingen en nieuwe naamgevingen ten spijt; voor elke Fries die hier woont, heet het na zevenhonderd jaar nog steeds 'de ferkearde wei'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten