Onze drie koningen zijn vertrokken. Nou ja, eigenlijk waren het twee koningen en een koningin.
Ze hadden alledrie verschillende wegen afgelegd om hier te komen. De koningin kwam uit het oosten, één koning uit het Westen en de ander uit het centrum van onze stad. Beladen met geschenken kwamen ze gisteren binnen.
Naast de vele cadeaus die hun weg vonden in ons gezelschap brachten ze goud wierook en mirre mee.
Goud in de vorm van hun aanwezigheid. Hun binnenkomst, de ontmoeting in de hal voelde al als rijk. Natuurlijk gingen we in gesprek en wisselden van alles uit. Maar hun aanwezigheid was op zichzelf al een cadeau. Waar andere middelen falen of te kort schieten is aanwezigheid voldoende. Waar je de ander niet meer echt kunt bereiken in woorden daar kun je altijd nog present zijn. Er bestaan al wetenschappelijke theoriën over.
Wierook in de vorm van de woorden die ze spraken. Mooie en goede woorden die vriendschappen bevestigden en tegelijk bestendigden. Vragen naar de 'welstand' (een oud woord dat in de bijbel veertien keer voorkomt) van de ander, leverde stof op om nog meer vragen te stellen. Soms de vragen belangrijker dan de antwoorden. Zo hoorde ik de koning die het verst gereisd had tegen de konining, die ook een lange weg afgelegd had, zeggen: 'Waar ben je nu eigenlijk het meest trots op in je leven'. Zo maar aan de statafel tussen een blond biertje en een mooi glas wijn.
Mirre brachten ze ook mee. Vroeger werd mirre in de wijn gedaan om als verdovingsmiddel te gebruiken. Een erg kostbaar goedje. Deze drie koningen hadden dat effect op ons. Hun komst en aanwezigheid schakelden even de pijn van afwezigheid van anderen uit. Vorstelijk als ze alledrie waren verpakten ook zij het in wijn en herkenden we het niet eens als verdovend maar genoten van de smaak en de geur. Zelfs nu is de afdronk nog prettig.
En dat ene dingetje? Dat venijnige virusje met een cee? Ha, dat hadden we als verboden woord verklaard. En het werkte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten