woensdag 16 maart 2022

Joostkapel

Even kerk houden in Gouda. Dat deden we vrijdagavond. 
De deuren wijd open met een grote kaars recht ervoor, midden op het trottoir, heetten iedereen welkom. 
De serene stilte binnen, af en toe verstoord door een luide stem uit het straatje ernaast, deed weldadig aan.
Het geluid van afremmende auto's buiten, die met draaiende motor wachtten op iemand uit de naastgelegen coffeeshop, legde bijna een fundering waaruit wij onze stemmen, stilte en samenzang konden laten klinken.
Want dat deden we. Met een pakweg vijftig mensen bij elkaar. Niet om antwoorden te vinden of uit te wisselen. Wel om onze vragen omhoog te sturen. Vergezeld van gebeden om vrede en eenheid. Het uitspreken van het verlangen dat het licht mag overwinnen werd gehoord. De strijd tegen het kwaad werd benoemd. 
Een gebed waar gevraagd werd om vrede in het hart van een stervende soldaat, bij het uitblazen van de laatste adem, raakte me.
Het noemen van namen van de eerste aangekomen vluchtelingen in onze stad zorgde voor stilte.
Er werden psalmen en gedichten voorgedragen. Soms waren die beide in één tekst gebundeld.
We zongen, met een gitaar als begeleiding, over sterk zijn in zwakte. Over het vertrouwen dat het rijk der duisternis al lang overwonnen is. Dat onze Heer en Heiland overwinnaar is over alles wat slecht is, dood gaat en pijn lijdt. 
We liepen naar voren en brandden kaarsjes. En voor eventjes hielden we allemaal onze monden dicht. 
We waren met onze noden samen gekomen. We kregen ruimte om deze te verwoorden en voelden ons daarin één. Deze samen uitgesproken en uitgezongen woorden vulden dit huis.
De zinnen, de stilte, de tranen en de kaarsen maakten deze kerk zo vol dat het niet anders kon dan opstijgen. Omhoog. Ons achterlatend in het vertrouwen dat de antwoorden op onze vragen en de troost voor uitgesproken nood al weer onderweg naar beneden waren. Misschien wel tweeduizend kilometer naar het oosten.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten