zondag 9 augustus 2020

Rustig in de kerk

Op deze zondagmorgen fiets ik naar mijn kerk. De kerk waar ik een beetje ambivalente houding mee ontwikkel. Waar ik in barre tijden de kerk juist zie als plaats van schuiling en troost, liepen we voorop om de deuren dicht te doen als antwoord op een crisis die zijn weerga niet kent.

Ook toen de regels versoepeld werden kwam ik makkelijker het café dan de kerk binnen. Nu was dat in eerder stadium van mijn leven ook al eens het geval. Deze keer deed het zeer.

Zo niet vanmorgen. Uiterst vriendelijk word ik welkom geheten door een steward die goedmoedig blijft zoeken in zijn digitale systeem en mij, na eindelijk mijn naam op de reserveringslijst gevonden te hebben, vriendelijk toegang verleent tot het Godsgebouw. Ondertussen maak ik een praatje met wat andere mensen die blij zijn vandaag naar de kerk te kunnen gaan. Voor het eerst sinds lange tijd, geven ze aan.

Binnen word ik door een aardige buurman, hij zit bij mij op mijn buurtbijbelkring en is gastheer vanmorgen, nogmaals welkom geheten. Ik maak gebruik van een gratis handenwasapparaat en hij wijst me nog even op een blaadje waar alle gezangen en de volgorde van dienst op staat. Ook deze word gratis verstrekt.

Daarna word ik door een dienstdoende diaken, na een mooie plaats gebracht. Hij maakt een praatje en ziet toe dat ik op een veilige manier op genoeg afstand van mijn medekerkgenoten zit.

De kerk is redelijk gevuld. In het kerkdienstgedeelte, het schip zogezegd, kan normaliter een duizend man zitten. Nu zitten er ruim tweehonderd. Links en rechts knik ik of steek een hand op naar een wat uitbundiger broeder of zuster.

Na een tijdje zwijgt het prachtige, driehonderd jaar oude Moreau-orgel. De ouderling van dienst heet iedereen welkom. Waaronder onze vaste kerkbezoekers en gasten die digitaal met ons verbonden zijn. Vanmorgen zijn we ook live te beluisteren bij de stedelijke radio.

De dominee komt naar voren.  Hij spreekt het votum uit. Dit zijn de zegenbede waarmee het vertrouwen in God wordt uitgesproken en de groet waarmee aan iedereen genade en vrede wordt beloofd.

In de mooie dienst gaat het over afhankelijkheid en overgave. Over een betere weg dan aan de ene kant het stoïcijns afwachten of aan de andere kant een allebeheersende drang naar maakbaarheid. Dat er ook een weg van vertrouwen bestaat. Deze dominee die ik soms meer als een vriend zie dan als predikant, weet altijd weer een snaar te raken die mij even thuisbrengt.

Soms met één zin of een gekozen lied. Vanmorgen zingen we mijn lijflied. Ik leerde het in een kliniek en sindsdien houdt het mij van tijd tot tijd vast. Het spreekt van bouwen en geloven. Sterk zijn in een kracht die bescherming biedt. Het gaat over strijd en rust. Wel een beetje de samenvatting van mijn leven. Al twaalf jaar lang lukt het me niet dit lied met droge ogen te lezen of te zingen.

Dan worden we heengezonden. Maar niet met lege handen. De dominee spreekt met geheven handen een zegen uit die ik met open handen mag ontvangen. Die zegen spreekt van genade, liefde en gemeenschap. 

De afgelopen dagen ontmoette ik, in weerwil van de hitte buiten, soms harten van ijs en steen. Maar hier was het goed. Treffend genoeg zongen we bij het afsluiten van de dienst een lied dat sprak over hoop, moed en geduld. 

Heerlijk rustig vanmorgen. 








Geen opmerkingen:

Een reactie posten