De laatste jaren gaat het beter. Maar het blijft een snel
ontvlambaar wijkje. Halverwege de wijk zie ik twee fietsers voor me. Ik herken
ze als een dominee en een ouderling. Terwijl ik wat harder trap, zie ik wat vreemds. Er
staat een auto schuin op de straat. Hij blokkeert de fietsstrook. Ik zie dat rook uit de omhoogstaande motorkap wolkt. Iemand ligt half onder de auto. Alleen de benen en een paar voeten zijn te zien.
Inmiddels zie
ik mijn collega's, de dominee en de ouderling, snel doorrijden. Gelijk hebben
ze, de vergadering begint over een paar minuten. En deze bijeenkomst is belangrijk. Gaat
over missionair bezig zijn in de stad en hoe we ons uit kunnen strekken naar de
ander.
Zelf aarzel
ik ook niet. Als diaken heb ik wat geld bij me dat ik vanavond nog aan een
andere diaken moet overhandigen. Is bedoeld voor een gezin dat met armoede te
kampen heeft. Ze hebben de laatste tijd pech gehad, iets met een
auto-ongeluk en zo.
Stel dat dit ongeluk hier in scene gezet is om mij te beroven, bedenk ik me. Ik fiets met een grote boog om de auto heen.
Met dit
verhaal deed ik deze week een dagopening voor een honderd leerlingen.
Leerlingen die zich gaan inzetten voor een plaatselijk goed doel. Om het
verhaal van de barmhartige Samaritaan aanschouwelijk te maken, gebruikte ik deze vergelijking. Ik
rondde af met een allochtoon die achter me aan kwam en zich over het
slachtoffer ontfermde.
Het verhaal
komt deze week een paar keer terug.
In de organiserende, de redelijke en de
rauwe vorm.
De organiserende is het makkelijkst. We plaatsen gevaarsborden. Een commissie wordt in het leven geroepen om soortgelijke ongelukken te voorkomen. Een andere commissie die mensen opleidt om hulp te bieden. We zoeken uit welke kleur piloontjes we de volgende keer om zo’n incident neer zetten. Wie de hesjes gaat regelen als er weer een auto overdwars op de weg staat.
De organiserende is het makkelijkst. We plaatsen gevaarsborden. Een commissie wordt in het leven geroepen om soortgelijke ongelukken te voorkomen. Een andere commissie die mensen opleidt om hulp te bieden. We zoeken uit welke kleur piloontjes we de volgende keer om zo’n incident neer zetten. Wie de hesjes gaat regelen als er weer een auto overdwars op de weg staat.
Dan de redelijke. Komt er op neer dat we iedereen een beetje
gelijk moeten geven. Het slachtoffer, de
voorbijgaande fietsers en de wijk. Polderen heet dat. Voor
de economie schijnt het te werken. Voor minderheden is het funest. En van water in de wijn word je niet altijd vrolijk.
De rauwe komt ook langs. Pijnlijk. De rauwe zegt: 'Er heeft nooit iemand aan de kant van de weg gelegen.' En als er al iemand lag, was het zijn eigen schuld. Dus maak er alsjeblieft geen theater van. Doe de doos dicht. Het wrak is weggetakeld en het slachtoffer opgelapt. En de buurt is bekomen van de klap. Laten we alsjeblieft verder vergaderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten