Naast de lessen op school, gaan we een paar keer per jaar met onze leerlingen op stap. Altijd met een educatieve
insteek, aangevuld met wat sportieve of speelse ingrediënten.
Dit jaar wil ik graag met mijn klas het
leven van de dieren gaan bekijken.
Als eerste gaan we het leven van Kalfje
volgen. Van zaad-, tot gehaktbal. Eerst
gaan we naar een KI station. KI staat voor kunstmatige inseminatie. Zo'n
station is een plek waar papa van Kalfje resideert. Papa is gekozen om zijn goede
eigenschappen. Iets met klonen en genetische modificatie. Het rommelen
met DNA zeg maar. Papa Kalfje mag de hele dag een soort van stellage bespringen
die het meest wegheeft van een bok in het gymlokaal. Zo'n toestel waar de rest van de klas
in vloeiende vaart overheen sprong. Deze bok is bekleed met koeienhuid,
waardoor papa Kalfje denkt dat hij alleen maar bezig is zijn kudde uit te breiden. Ondertussen staat er iemand met een bekertje naast of onder die
bok. Deze vangt op het moment supreme het kostbare zaad van de stier op.
Dat wordt in een rietje gepropt en hiermee rijdt een andere medewerker de boerderijen langs om zoveel mogelijk koeien
te bevruchten. Misschien ook leuk om hier met mijn leerlingen
achter aan te rijden. Onderweg genieten van de grazige weiden en mooie
vergezichten.
Als de inseminatie geslaagd is, komt er negen maanden later een
kalfje ter wereld. Soms heeft de boer een
geboortekrik oftewel een verlosapparaat nodig. Daarmee kan hij de koe een handje helpen. Daar waar wij vroeger, soms in het holst van de
nacht, de buurt in moesten om hulp te halen, redt de boer zichzelf. Best gaaf
om daar met wat leerlingen bij te staan.
Nadat Kalfje is geboren mag mama Kalfje het wat schoonlikken en gaat Kalf
zo snel mogelijk naar een andere ruimte. Mama moet zich nu richten op
melkproductie en Kalfje gaat een leven tegemoet als melk-, en kalfsproducent. Als
het een zij is. Dit voordat ze op vijfjarige leeftijd geslacht wordt. Een kwart van de biologisch haalbare leeftijd. Is Kalfje een hij dan gaat hij richting de kalfsvleeshouderij. Vanaf de boer kunnen we daar misschien ook met de bus
langs. De meeste kalfsvleeshouderijen liggen in een mooie omgeving. Veel bos, heide en
gras. En grote schuren waar de kalveren snel in kunnen groeien. Binnen, om niet gestoord te worden door natuurlijke
factoren die buiten een rol spelen. In die schuren worden ze gevoerd met kunstmelk
en mais. Het ijzergehalte wordt bewust laag gehouden.
Misschien kunnen we ook eens terugkomen
als Kalfje een halfjaartje verder is.
We helpen dan om de veewagens te
laden. Hier en daar een beetje aanduwen als het niet past.
Bij het slachthuis aangekomen krijgen
we allemaal een schort aan. Eentje houdt Kalfje vast en een ander
snijdt hem zijn keel door. Weer een ander vangt het bloed op. Daarnaast nog wat
leerlingen die Kalfje helpen in bedwang te houden als hij erg tegenspartelt.
De volgende groep kan dan helpen om Kalfje met zijn achterpoten aan een rail te hangen. En hem verder open te snijden. De
darmen er uit te halen. De huid er af te stropen.
Ook goed dat onze leerlingen zien wat
er allemaal met de verschillende onderdelen van Kalfje gebeurt. Zijn botten en
zijn hersens. Tong, ogen en oren. Alles wordt gebruikt. Gaat er behoorlijk
efficiënt aan toe.
Op de terugweg gaan we langs een
tent waar we kalfsgehaktballen kunnen scoren. Om gezellig na te praten. Gewoon over
koetjes en kalfjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten