In mijn laatste blog vertel ik over mijn aarzeling en stel wat vragen. De reacties varieëren van een voetstoots aannemen tot een oproep om in verzet te komen. Met alles er tussen.
Zelf ben ik blij dat veel mensen aangeven dat ze in het midden zitten. Net zomin we afgelopen jaar konden voorspellen, kunnen we dat over de komende tijd.
In die onvoorspelbaarheid beslissingen nemen is moeilijk. Dat begrijp ik. Daar als overheid een keer de fout ingaan is te verwachten
Maar de vragen die ik stel zijn niet zozeer een kritiek op de uitvoering als wel op de basishouding die er aan ten grondslag ligt.
Voor het eerst in de geschiedenis verlammen we een gezonde samenleving. We reageren vanuit angst omdat we denken dat alles maakbaar is. Al heel lang weten we dat er een pandemie aan zit te komen. Nu hebben we er één en we blijven zeggen dat we deze onder controle moeten krijgen. Iedereen weet dat dit met een virus niet lukt.
Hooguit kun je de mensen beschermen die het kwetsbaarst zijn. Of je dat met een vaccin of met een zekere mate van isolatie het beste doet, weet ik niet.
Stel er komt een computervirus. Deze raast over de digitale snelweg en infecteert allerlei bestanden en programma's. Het enige waar dit virus echt schade aanricht is in oude computers en hun programma's.
Klappen we dan allemaal onze laptop dicht en doen hem in onze onderste bureaula tot er iemand langskomt met een usb-stickje waar een beschermend programma op staat? En gaan we ondertussen allemaal offline?
Louis Pasteur, een wetenschapper die nogal bezig was met het ontwikkelen van vaccins sprak honderdvijftig jaar geleden al:
'De beste arts is de natuur: ze geneest driekwart van alle ziekten.'
Waarom hebben we geen groep mensen (naast het OMT) die zich bezig houdt met dringende adviezen met betrekking tot onze weerstand? Die gaan over het aanpassen van onze leefstijl. Naast handen kapot wassen, eelt op je voeten lopen door 'verplicht' naar buiten te moeten voor anderhalf uur per dag. Iets met frisse neus en zon op je huid. Leerlingen achter hun laptops weghalen en de natuur in sturen. Digitale lessen vervangen door één op één (of één op drie) gesprekken, wandelend met een mentor. Elke klas een uur gym per dag. Dan niet te snel zorgen maken over gemiste verplichte lesstof. Ik denk dat onze jeugd heel veel voor haar kiezen krijgt. Misschien ligt de winst wel in het even loslaten van juiste vervoeging of naturkundige formule. Of een juiste vertaling. Misschien moeten we juist nu het gesprek aangaan over het maken van keuzes in een tijd van beperkingen.
Zolang we in moeilijkheden blijven denken in plaats van mogelijkheden, gaan we er niet komen, denk ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten