Op tweede paasdag hebben we een
paasontbijt in de stad. Midden op de markt zetten we tien rijen van tien
tafels. Aan beide kanten plaatsen we bankjes. We voorzien duizend mensen van
een ontbijt. Iedereen is welkom. Van toerist tot buurtbewoner. Atheïst tot
christen. Toevallige voorbijganger of genodigden via Voedselbank of Leger des
Heils.
Het is een gezamenlijke actie van de ondernemersvereniging en heel
veel plaatselijke kerken. Bedoeling is om mensen met elkaar te verbinden.
Elkaar te zien. Voor elke rij tafels staan er tien vrijwilligers die de gasten
van het nodige voorzien. Bij de instructie, voorafgaand aan het ontbijt, wordt de
nadruk gelegd om mensen vriendelijk te ontvangen en te bedienen. Hoog inzetten
op een goede sfeer. We zijn er niet om te evangeliseren, tenminste niet
met woorden.
Daarnaast organiseren we veel rondom dit ontbijt. Van droomdominee
tot een bandje. Van springkussen tot kletspotten.
Die kletspotten maken we met onze leerlingen. Tijdens de lessen Burgerschap. Vijf tweede klassen vmbo (basis en kader) zijn twee keer een halve
dag bezig om dit voor elkaar te krijgen.
We hebben via een bevriende relatie een auto vol met glazen potten gekregen.
Driehonderd stuks.
Onze leerlingen gaan aan de slag. Na een uitleg over het paasontbijt
krijgen ze elk drie potten met deksel. En drie lege etiketten. Hierop schrijven
ze hun naam en klas. Deze plakken ze aan de binnenkant van het deksel. Nu weten
we wat van wie is.
Op de voorkant van de pot maken ze een mooi etiket waarop in ieder
geval het woord 'kletspot' moet staan.
Vervolgens plakken ze op de achterkant een etiket met
gebruiksaanwijzing. Het is de bedoeling dat er in elke pot strookjes met vragen
komen. Vijf verschillende kleurtjes die allemaal voor een thema staan. Groen is
familie, geel is sport & hobby, rood is levensovertuiging, blauw is
woonomgeving en oranje is eten & drinken. Vijfentwintig vragen per pot.
De bedoeling is dat mensen na het nuttigen van hun ontbijt nog even
blijven zitten. Met behulp van de vragen van onze leerlingen in gesprek raken
met elkaar.
Wat ze nog niet weten dat ze ook allemaal een pot mee naar huis
krijgen. Voor het paasontbijt hebben we aan tweehonderd potten voldoende. Die
andere honderd zijn voor hen. Zou mooi zijn als ze thuis zo ook in gesprek
raken.
Mooi om te zien hoe onze leerlingen bezig zijn. Ze hebben wat
voorbeelden gekregen en gaan nu zelf aan de slag. Vragen die variëren van ‘Wat
is uw lievelingseten? ’ tot ‘Heeft u een leuke familie?’. Bij die eerste
ontstaat er een discussie of je dit wel kunt vragen. Stel dat er net een
zwerver die vraag krijgt. En bij die laatste komt er één met de opmerking dat
iemand misschien helemaal geen familie meer heeft.
Voor dat we het weten hebben we
een gesprek over lastige vragen. Of die wel of niet kunnen. Of dat het erg is als
iemand een lastige vraag krijgt. Tot er een antwoord vanachter uit de klas komt:
‘Je kunt altijd nog zeggen “Bemoei je met je eigen zaken”. Waarop een ander
zegt: ‘Maak je niet zo druk over de antwoorden, je hoeft alleen maar vragen te bedenken’.
Betere definitie van Burgerschap kan ik
me niet indenken.
Mooie stukjes schrijf je Arjan! Ik herken ook veel van wat je schrijft! Ben zelf ook werkzaam in het onderwijs (MBO), dit na veel omzwervingen.
BeantwoordenVerwijderenIn één van je blogs memoreer je je middelbare schooltijd...ik herken dit zo goed. De klassenkaarten, het chauffeurscafé...ik was net zo...en heb volgens mij op dezelfde school gezeten;)