Een zin waar ik normaal gesproken niet warm van wordt. Hooguit loopt mijn hartslag wat op van de weerstand die ik ervaar bij de gedachte iemand blindelings te moeten volgen.Gisteren zijn we aangekomen bij ons huisje op één van de hellingen van de Mont-Roig. Deze berg dankt zijn naam aan de door erosie bijzondere rode kleur van de rotspartijen boven ons.
Nadat we ons geïnstalleerd hadden, daalde ik nog even af voor het inslaan van boodschappen. Op de terugweg naar ons tijdelijke verblijf zag ik een bijzonder kubusachtig gebouw op één van die rode rotsen. Er leek een kerk naast te staan.
Vanmorgen ga ik op ontdekkingstocht. Een slingerpaadje leidt me door een bos van dennen, olijfbomen en cipressen. Op de open plekken groeien meidoorns en cactussen. De zon staat al een flink eind boven de horizon in een strakblauwe lucht. Er is in de wijde omtrek geen mens te bekennen. Met meer dan voldoende onbekende kilometers en niet ingevulde uren voor me, voel ik me vredig en gelukkig.
Na een tijdje verlaat ik het gebaande pad en sla een klein wildspoortje in naar boven. Van tijd tot tijd, als bomen even terugwijken, verschijnt de witte kubus als een wenkende vuurtoren voor me.
Eenmaal boven aangekomen, bevind ik me tussen dieprode rotsen waaruit een kerk en wat bijgebouwtjes, half uitgehakt, verrijzen. Op het hoogste punt verheft de rotspartij zich nog een meter of twintig. Pontificaal is daar een vierkant wit gebouw neergezet. De kubus die vanuit de verte zo goed zichtbaar is.
Het witte gebouw blijkt gewijd aan San Ramon en de eeuwenlange verblijfplaats voor kluizenaars die hier een bestaan vonden. Of hun eigen bestaan ontvluchtten.
De kerk is gewijd aan Mare Deu de la Roca. Bij ons bekend als Maria. Als ik de grendels van de prachtige oude deuren van het kerkje openschuif, moeten mijn ogen wennen aan het halfdonker.
Dan ontwaar ik een enkel schip met eiken banken op een hardstenen vloer die gedeeltelijk uitgehouwen is in de rotsbodem.
Als ik naar voren loop, zie ik een eenvoudig altaar met een prachtige tekst op de muur erachter. Er staat: ‘FEU TOT EL QUE ELL US DIGUI’.
Het is de zin die Maria uitspreekt bij het eerste wonder dat Jezus verricht. Bij een bruiloft waar de wijn te vroeg op is. Jezus laat het water brengen dat bedoeld is om de voeten te wassen. Hij maakt er de allerbeste wijn ooit van.
Voordat hij dat doet, zegt zijn moeder tegen de bedienden: ‘Doe alles wat hij je zegt’.
Het is de laatste, onder ons bekende, uitspraak van haar. En de eerste Catalaanse zondagochtendpreek voor mij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten