zaterdag 28 augustus 2021

Wassen

Ik was

Het begint op het moment dat ik de spiegels ingeklapt heb. De beslissing om te doen wat ik doe is al genomen. Het kiezen van een programma en het afrekenen, ligt dan al achter me. 
Vanaf nu ga ik nog één keer verzitten, een tikkie onderuit en mijn armen ontspannen naast me. De radio gaat uit en de telefoon negeer ik. Dat laatste lukt niet altijd maar de intentie is er wel.
Dan komen de eerste stralen schuim die als dikke, maar altijd zachte sneeuwvlokken zich hechten aan de diverse onderdelen die mij omringen. De wetenschap dat er niets overgeslagen wordt, stemt me gelukkig.
Intussen beginnen er wat rollen te draaien. Stevige harde, laag-bij-de-grondse borstels pakken mijn velgen aan. Sporen van weide- en bosavonturen worden woordeloos uitgewist. Voor mij komt een brede, langzaam op gang komende rol naar beneden zakken. De streling van de voorbumper en gril gaat over in een hardhandig schrobben van de laklaag. Of misschien voelt dat zo omdat het dichterbij komt.
Al deze minuten zit ik roerloos, als in een trance te genieten van het gespetter en de luidruchtige maar kloppende bewegingen om mij heen.
Ik weet mij niet alleen veilig in het mij compleet omhullende rijdende verblijfplaats maar veel meer voelt het als mijn eigen kosmos waar niets of niemand invloed heeft op gebeurtenissen. Waar gemaakte keuzes gewoon hun vervolg vinden in iets zuiverends.
De climax komt op het moment dat geluiden langzaam wegsmelten. Zelfs het geraas van de droger verstomt en maakt plaats voor een heerlijke zachte strokendans. Lange zijdezachte, ietwat harige, linten zetten mijn auto weer in de was en poetsen dit glansrijk op.
Ik wacht altijd op de laatste strook die, alsof ze geen afscheid kan nemen, als enige nog een keer extra zwaait via het zijraam. 
Niet veel later rijd ik, gelukkig als een monnik na zijn ochtendbiecht, de wasstraat uit de wijde wereld in.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten