Dit blog is voor onze kinderen. Onze zoon van vijftien en onze dochter van veertien. Twee kids waarin we ontzettend rijk zijn gezegend. Twee kids waarop ik ook gigantisch trots ben. Natuurlijk vindt elke ouder zijn kinderen speciaal. Maar die van ons zijn echt speciaal.
In het afgelopen jaar hebben jullie mij verbaasd en verwonderd door jullie veerkracht, jullie moed en jullie liefde. Dat begon al vroeg in het jaar op de dag dat jullie uit school kwamen en wij die heftige boodschap hadden. 'Mama heeft kanker. Met uitzaaiingen.' Oud genoeg om dit te begrijpen, veel te jong om te moeten horen. Rauwe werkelijkheid die niet te verpakken viel. In de volgende uren namen we een besluit dat de toon gezet heeft voor de rest van het jaar.
We stelden familie en vrienden op de hoogte en zijn vertrokken. Met ons vieren zijn we naar een groot wokrestaurant in de nabije omgeving gegaan. Daar hebben we in een rustige hoek de avond doorgebracht.
Geen WhatsApp, geen mail. Geen telefoontje. Niemand aan de deur. Misschien jullie wel wat Instagram, dat heb ik niet gevraagd. Nee het was geen gezellige avond. Was wel een mooie avond. We vonden elkaar. Met ons vieren aan tafel. Of met ons tweeën bij het ijs. Al scheppend. 'Papa, de tumor van mama is tien keer groter dan die van (hier volgde een naam van een famielid), is de kans dat mama dood gaat nu ook tien keer groter?'
Dit is wel wat ik van jullie geleerd heb het afgelopen jaar. Opgegroeid met de gedachte dat de dood onverbiddelijk is, hebben we ontdekt dat dit ook voor het leven geldt. In alle facetten.
Herseninfarcten,tumoren, dementie, verlies en gebrokenheid; het kwam allemaal langs. Heel dichtbij. En nee, er zijn niet altijd antwoorden. Elkaars verdriet gezien. Vaak samen, soms niet. En nee, het was niet perfect. We zijn geen perfect gezinnetje. Echt niet. Maar het voelde goed om te zien dat het leven waard is om geleefd te worden. Dag voor dag. En stap voor stap. Voetbal ging door. Krantjes bezorgen bleven jullie doen. We gingen naar de kerk. Portugal ging niet door. Maar zeilen op de Braassemer was ook gaaf. We hielden onze familiefeestjes.
En ja, er waren ook beroerde dagen. Voor mama vaak letterlijk. Ook dat kregen jullie mee. Een paar dagen later die belangrijke uitwedstrijd. Of dat super spannende politieke debat dat toch echt wel real-time in de nacht gevolgd moest worden. Jullie maakten ons blij. Nee, niet om altijd sterk te zijn. Helemaal niet nodig. Wel om samen te ontdekken dat sterk zijn veel meer heeft te maken met doorgaan met ademhalen. In plaats van onverstoorbaar zijn.
Stoer om te zien hoe de één rechtstreeks uit school de ziekenhuisafdeling inloopt, om tijdens de chemo er even er bij te zijn. Hoe de ander, met de voetbalkleding nog aan, de ziekenhuiskamer binnen komt struinen, omdat het anders te laat voor 't bezoekuur is.
Ondertussen ligt het achter ons. De chemo's, de operaties en de bestralingen. Mama heeft het overleefd. Wij ook. Ik weiger om ook maar één beroerde dag goed te noemen. Of iets te zeggen in de trant van 'het was goed', want dat was het niet.
Toch zeg ik: 'Jullie zijn gegroeid! Nog sterker geworden. En ik hoop en bid dat bij alles wat nog komt in jullie leven, de les van dit jaar was:'Het leven is en blijft de moeite waard om geleefd te worden. Om gevierd te worden. Misschien geen viering in feestelijke zin altijd. Maar wel in de zin van het ontmoeten van elkaar.'
Daarom blies ik een vergadering af om naar een verdrietige zus te gaan. En alleen daarom nam ik een taart mee voor een steeds verder van de werkelijkheid afstaande oma. Omdat, dementie of niet, taart nog steeds lekker is.
En dan nog iets. Wij proberen jullie op te voeden met God. Ja in beide betekenissen. Samen met God proberen we dit te doen. Maar ook samen met andere dingen die we jullie geven. Zoals eten, drinken, zakgeld en meer, proberen we jullie ook een stukje God mee te geven. In de keuzes die we maken, dingen die we doen. Afspraken die we met jullie maken (en ook nogal eens bijstellen). Ook in de vertaling van begrippen zoals genade, barmhartigheid en vergeving naar de praktijk van alledag. Dat was het afgelopen jaar soms makkelijk; dan was God dichtbij. In een lied, een verhaal of in een gebed. In de kerk. Of aan tafel. Of in ons bootje. Maar soms was God weg. Heel ver weg. Maar ik keek te ver. Hij was er wel. In jullie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten