De afgelopen jaren heb ik met veel genoegen een column in deze krant verzorgd. De redactie zat me af en toe een beetje achter de broek, iets met deadlines, maar verder konden we het goed met elkaar vinden. De meeste columns werden meestal één op één overgenomen en geplaatst.
Dan komt het moment dat een krant afscheid van je neemt. Als columnist heb je een bepaalde houdbaarheidsdatum. Een krant wil van tijd tot tijd ruimte geven aan nieuw bloed. Nieuwe bezems die schoon vegen. Een verse columnist die met een totaal andere blik naar zaken kijkt. Of iemand die een andere taal bezigt. Elke schrijver heeft zijn eigen idioom.
Hoe het ook zij; ik begrijp het allemaal en het doet me een beetje zeer. Nee geen schreeuwende, alles overheersende pijn, maar gewoon iets wat een beetje zeurt. Niet elke dag maar wel op het moment dat ik deze laatste bijdrage schrijf.
Ons alfabet bestaat uit 26 letters, waarvan we er drie nauwelijks gebruiken. Met ruim twintig letters u elke maand van tekst voorzien, was een voorrecht.
Ik schreef over leerlingen, theater en geloof. Over homo’s ziektes en dood. En het leven ertussen in. Vaak vanuit mijn persoonlijke belevening. Regelmatig zocht ik woorden om te raken. Dat gebeurde ook gezien de reacties die ik regelmatig mocht ontvangen. Altijd fijn om herkenning terug te krijgen. Of een berichtje waarin u mij meenam in uw leven. Het kon mij op mijn beurt weer raken hoe ik soms in een paar zinnen deelgenoot werd van uw kwetsbaarheid.
Schrijven is, zoals een voormalige stadsgenoot van me ooit eens zei; “Een beetje naakt lopen met je hersens.’ (Vrij naar Leo Vroman).
Natuurlijk weet ik dat we onze vis morgen inpakken in de krant van vandaag. Zo vluchtig is het ook wat we schrijven
Het schrijven van een column voelde wel eens van even uw huiskamer binnen lopen en daar een gesprekje met u te mogen voeren. Zomaar. Ontdaan van alle koetjes en kalfjes. U was een geduldig luisteraar. Zoals gezegd zijn er grote onderwerpen langsgekomen. Vaak over grote groepen mensen die toch een minderheid vormen. Of als zodanig behandeld worden. We leven in een complexe maatschappij waarin het zoeken naar en in kaart brengen van problemen en oplossingen een bestaan op zich zelf geworden is. Altijd dankbare onderwerpen voor een column.
In deze afscheidscolumn wil ik mij beperken tot de kleinste doelgroep die er bestaat. U. Bij alles dat ik schreef ging uw leven door. Gewoon of niet gewoon, ik weet het niet. Wel heb ik geleerd dat we allemaal onze butsen en builen oplopen in dit leven. Ik besef dat mijn vijfhonderd woorden, die ik met hart en ziel schreef, soms zomaar tussen heel ander persoonlijk geluk of leed door kwamen.
Wat ik u wens is dat u in vreugde in verdriet durft te leven. Met een open blik, beide benen op de grond en het hoofd een beetje in de wolken. Het ga u goed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten