Dit is zo'n morgen. De tuindeur open waardoor ik de zanglijster zijn liedje hoor herhalen en de lentescheuten van de bamboe bijna onder de grond voel groeien.
De lucht ademt lente. Mijn hele lijf vertelt met dat de wereld opnieuw begint. Alles voelt sterk en jong. Ik bemerk de roep om leven.
In de deuropening drink ik mijn koffie op. Even later breng ik mijn kopje naar de keuken. De keukenvloer getuigt van een latertje gisteravond en van haastige ontbijtjes.
Er staat een prachtige stofzuiger in de kast, niet alleen aangeschaft op zuigvermogen maar vooral op het minimaal voortbrengen van decibellen. Maar deze ochtend is een morgen van stilte. Dus pak ik een stoffer en blik uit de kelderkast.
Het zijn maar enkele restjes die ik opveeg en de prullenbak in schud. Het enige wat achterblijft is een klein rood hartje. Ze wil niet bij het andere afval.
Het doet me denken aan de jonge septembersla van Rutger Kopland. Zo vergaat het mij. Ik kan het niet verdragen als uiteindelijk het hartje naar beneden fladdert. Ik vis haar op en plaats haar op de hoek van mjn bureau. Geen flauw benul waar ze vandaan komt of heen gaat. Maar vandaag blijft ze bij mij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten