donderdag 20 februari 2020

Onbereikbaar dichtbij

Die ik het meest van allen ooit beminde
was niet de rood of zwart of blonde
of zij die volgde wat mij zinde
de lange, korte of de ronde.

Al ging mijn hart soms uit
naar zacht en eenzaam warm
als jager keer op keer mijn buit
van kermis thuis weer koud en arm

Mijn grootste liefde stom en dwaas genoeg
is nooit gezegd, hardop uitgesproken
Geen antwoord daar ik niet vroeg
zij is al lang in 't graf gedoken.

Hoeveel armen ik ook voelde
benen die mij rond en vurig vingen
hand die door mijn laatste haren kroelde
ogen die verdronken aan mijn lippen hingen

Gezicht dat op mijn schouders huilde
buik waar ik mijn hand op legde
al was ik degene die verruilde
groot gelijk in wat zij zegde.

Maar nee, die ik tot in mijn wortels min
is dood, gekist en onder zand gestopt
dan snap ik keus en heeft het zin
nu ik nog weg en alles klopt.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten