Dit mooie goudomdrande leven, hier en daar voorzien van zilveren slierten, sprak lachend, terwijl ik ergens in de klank de toon omlaag hoorde gaan:'Ik was de snoeptrommel.'
De laatste weken kwamen er best wat levens langs. Naast de mooie afgeronde, de half geheelde of in 't geheel nog niet echt geleefde. De meeste wist ik wel iets te geven. Een lach terug, een traan gezamenlijk of een vraag als antwoord. Maar deze keer zweeg ik stil, geraakt. En bedacht hoe bitterzoet een snoepje smaken kan. De geblutste trommel, hoewel haar omlijsting ingedeukt, is meer dan intact gebleven. Terwijl haar schoonheid wint aan waarde, neem ik een besluit. Nooit zal ik haar bluts bedekken, haar deuk verdoezelen. Ik zal ze koesteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten