Geachte heer Dijkhoff,
Van harte welkom bij ons, protestanten. Een kleine vijfhonderd jaar geleden gingen wij er ook vandoor, bij onze roomse broeders. Dat ging nog wat heftiger. Iets met op deuren hameren, op brandstapels staan en beelden omgooien. We waren echt boos op elkaar.
Ondertussen hebben we de ruzie wat bijgelegd. We praten weer met elkaar en ergens geloven we dat we ongeveer hetzelfde bedoelen, alleen op een wat andere manier. Dit is dus geen vlugschrift om mijn roomse medemensen een klap na te geven. Ik laat niet af, te zeggen dat ook daar heel veel goede, lieve en aardige mensen zitten.
Maar nu u daar toch weg bent, mag ik u misschien onze kerk aanbieden. In die vijf eeuwen hebben we er af en toe een potje van gemaakt. We scheiden ons af waardoor we veel geloofwaardigheid kwijtraakten. En schreeuwden vervolgens over aangedaan onrecht dat het niet mooi meer was.
Dat doen we nog wel eens. We kunnen heel kleinzielig en kleinzerig zijn. Uit op een soort puntenwinst. Wie het hardst schreeuwt, die krijgt soms gelijk.
We vergeten wel eens wat mensen of groepen. We waren niet altijd lief voor andersdenkenden. Soms nog steeds een beetje niet.
Maar we doen ons best. Nu ga ik niet opsommen wat we allemaal goed doen, dat is er en dat laat ik voor zichzelf spreken. Nee, ik probeer iets dieper te gaan. Want we willen zo graag. Uitreiken naar omhoog en geloven dat er meer is. Overgeven aan wat verticaals waardoor we onze horizonten kunnen kruisen.
De gedachte dat ik niet alleen in verbinding sta met wat groters dan mijzelf, maar dat het grotere mij kent, ziet en redt.
Omdat ik vaak ook maar een klein mensje ben. Weet u meneer Dijkhoff, er zijn momenten dat ik twijfel. De laatste tijd zelfs best wel veel. Zeker ben ik echt niet, soms geloof ik het wel.
De bries langs een blaadje of de ogen van een oude dame brengen mij dan weer terug. Een oud lied dat mij te binnenschiet. Een tekst. Beiden vertellen me het oude en altijd nieuwe verhaal. Dat ik kind mag blijven, zelfs en misschien wel juist op momenten dat ik geen vader en moeder zie.
Daarom vraag ik u, ga eens mee. Gewoon de kerk in. En dan bedoel ik niet dat prachtige gebouw hier in het centrum van de stad. Ja dat mag ook, graag zelfs. Nee, de kerk wordt gevormd door mensen zoals u en ik. Ietsje elkaar zien, een beetje verbinden en samen omhoog kijken.
Meneer Dijkhoff, ik ben vaak meer protestant dan christen, en dat laatste niet altijd een hele goede. Maar we hebben wel iets te bieden. Meer dan een dimensie extra zelfs. Het is hemels om verbinding met omhoog te hebben. In Jezus naam.
Een predikant zei onlangs: stap eens een kerk binnen. Wacht tot de deuren zich achter je sluiten. En voel hoe je omhooggetrokken wordt. Als in een lift.
BeantwoordenVerwijderen