dinsdag 31 maart 2020

Drieluik presentatie Parre (deel 1)

Over een week ligt Parre bjj de boekhandel. De geplande boekpresentatie gaat niet door. Wat ik daar had willen zeggen, schrijf ik jullie in een drieluik. Vandaag deel één.

Maart 2017    

Voorzichtig stuurde ik mijn auto het zandpad op. Even voelde het alsof ik hier illegaal en zwaar in overtreding was.
Even hoorde ik een boze man tekeergaan tegen een buurjongen  die veel te hard mijn zijn Opel Kadett over ons eigen landweg reed. Wist die buurjongen veel dat wij elk voor- en najaar uren bezig waren om de kuilen in de weg te vullen met grint dat er nu opspattend door hem uitgereden werd. 
Met een kalm gangetje reed ik de zandweg uit en parkeerde de auto iets voor ons huis aan het begin van een bospaadje.
Ondanks dat de bomen gegroeid waren, voelde het bos gekrompen op het moment dat ik uitstapte. Voor ik richting de boerderij liep, maakte ik mijn rondje door het bos. Meer dan vijfentwintig jaar geleden dat ik deze omgeving de rug toekeerde, en het voelde nog precies zo.
De geur van de lariksen en grove dennen vermengd met de opstijgende ochtendnevel was nog steeds dezelfde. Het enige wat afweek was het licht tussen de bomen. Op één of andere manier had het nu vrij spel gekregen waar het vroeger donkerder en ondoordringbaarder was. 
Na mijn rondje bos liep ik naar de boerderij om daar aangekomen het erf voorbij te gaan. Het zou gek geweest zijn om gelijk naar de gebouwen en het huis, waar nu andere mensen woonden, te lopen.
Eerst moest ik de weilanden bekijken en voelen. Het water in de sloot een duiker in zien gaan en aan de andere kant eruit horen klateren. 
Prachtig om te zien hoe de sloot, die eigenlijk een spreng vormde, verlegd was door de huidige bewoners. De vroegere rechtlijnigheid had plaatsgemaakt voor een in vloeiende bochten liggende afwatering. Voor mijn gevoel klopte het. Helemaal toen ik omhoog keek en hoog in de lucht drie buizerds hun eindeloze ovale cirkels op de opstijgende warme wind zag maken. 
Ik had mijn jas uitgedaan en mijn mouwen opsgetroopt daar aan die slootrand. De zon op mijn hoofd en de wind over mijn armen voelde als thuis. Helemaal thuis. 
Ik keek dan ook verstoord op toen er iemand naar me toe kwam en me riep. Het was de huidige bewoner die, net als wij vroeger, zijn land bewaakte. 
Na wat uitleg van mijn kant werd ik hartelijk welkom geheten. Ik kreeg een rondleiding door het huis en de gebouwen. 
Het voelde raar om weer voor hetzelfde raam boven te staan waar ik ooit als kind voor stond. Naast hele andere herinneringen kwam er vooral het moment naar voren waarop ik hier stond met een stuk verboden vuurwerk in mijn hand. Waar een stuk of vijftien felgekleurde ballen uitsprongen om verderop in de lucht te ontploffen. Ik had hem net aangestoken toen mijn vader de kwamer op kwam met de vraag wat ik aan het doen was.
Ik weet nog dat ik me omdraaide en ondertussen het stuk vuurwerk nog naar buiten probeerde te richten. Dat lukte niet helemaal.
Ik maakte wat foto's uit ditzelfde raam. Ook het uitzicht door het raam waar ik de uil door kon zien wilde ik vastleggen. Tot ik besefte dat dit niet kon. Niet in een foto.  Daar waren letters voor nodig. 
Hier op dit moment werd het boek Parre geboren.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten