Een jaar geleden verkeerde ik in zwaar weer. Iemand schreef me toen:
''Heiligen hebben een fantastisch verleden, zondaren een geweldige toekomst."
Dit was op het moment dat ik links en rechts redelijk hardhandig met mijn verleden om de oren werd geslagen. Niet in het minst door mijzelf.
Toen ik bovengenoemde quote ontving, dacht ik met name aan de toekomst in een soort spirituele zin. Zoals de verwachting van een mooi en prachtig leven na de dood. Iets als een christelijke bemoediging. Waarbij het wereldse lijden in een schril contrast staat met een te verwachten hemelleven.
Ik vergiste me.
Dit gaat over nu. De toekomst is vandaag en een beetje morgen. De afgelopen dagen bezig geweest met de voorbereiding op een nieuw schooljaar. Weer een lokaal ingericht. Een beetje 'mijn eigen plekkie' van gemaakt zoals een goede vriendin zegt. De gedichten hangen er weer. De boeken staan in de kast. Door de U-opstelling die ik gemaakt heb, is er een podiumruimte ontstaan.
Kennisgemaakt met een nieuwe school, nieuwe collega's en een nieuw team. Mensen die me hartelijk welkom heten.
En mijn mentorklas vandaag voor het eerst ontvangen. Bijna dertig leerlingen van veertien tot zestien jaar. Bij de deur wacht ik ze op en verwelkomd ze met een handdruk. Ze komen nogal verschillend binnen.
De één vol bravoure, de ander vriendelijk glimlachend, hier iemand die wegkijkt, daar iemand die achterlangs probeert te glippen. Een ander die vrolijk en open binnenkomt.
Als iedereen zit, loop ik naar voren en ga op mijn krukje midden tussen hen in zitten, kijk ik rond en zie de mensheid voor me. Het zijn achtenvijftig ogen die me aankijken. Negenentwintig mensen waar ik me een tijdje mee mag verbinden.
De komende dagen ga ik er nog een kleine tweehonderd ontmoeten. En ja natuurlijk is het me ook wel een beetje wonderlijk te moe. Er is veel gebeurd het afgelopen jaar, nog steeds eigenlijk. De behoefte aan wat rustig vaarwater is er.
Tegelijk kan het voelen als een keuze. Kiezen tussen muizenissen in je hoofd hoe morgen er uitziet, of overmorgen. Ook de volgende maand zou ik willen weten. Tot ik denk, het is goed zo.
De school gaat uit, ik tref op de gang nog eens tel meiden uit mijn klas aan. "Meneer, hoe vindt u ons als mentorklas?", klinkt het. Op dit moment denk ik; hier gaat het om. Niet wat ik vind, is belangrijk. Achter hun vraag ligt hun verlangen. "Heeft u ons gezien?' was ten diepste hun vraag.
Dat mag ik het komende jaar doen. Mensen proberen te zien. Ik ga een fantastische toekomst tegemoet!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten