donderdag 6 juni 2019

Winstdeling

Inmiddels heeft onze voorstelling één seizoen gedraaid. We zijn het land door getrokken. Van Eindhoven naar Groningen en van Enschede tot Amsterdam. We hebben voor volle en voor halfvolle zalen gespeeld. Voor ons was het altijd vol. Waar we de voorstelling gaven, waren er mensen. Mensen zoals u en ik.
We speelden in theaters en in kerken. En soms was dat hetzelfde. 
Nu bijna aan het eind van het eerste seizoen is het goed om een balans op te maken. Een balans gaat over verlies en winst.

Eerst het verlies dan maar:

Het theater kostte mij mijn baan. Al voor de eerste voorstelling. Dit voelt nog steeds als verlies. De laatste tijd zelfs meer. Ik kan echt verdriet voelen als ik een sliert leerlingen passeer op weg naar of van school. Het ritme van een schooljaar, dat zeker op weg richting zomer zo voelbaar wordt, mis ik. Mijn chagrijnige en ook leuke collega's, de conciërge die supergoed was in wat hij deed maar bovenal mijn leerlingen. De dagelijkse dingen; het even uitproberen, het geschuur en gemopper. De kleine vraagjes waar soms een wereld achter schuil ging. De stilte tijdens het voorlezen of het vertellen van een verhaal. Ik mis het. 

Daarnaast verloor ik mensen dichtbij. Mensen die mijn keuze voor het theater zo slecht vonden dat ze acuut de deur sloten. En dat niets hielp om deze open te krijgen. Zelfs niet op een kier. Een verlies dat pijn doet.

Als laatste verloor ik bijna mijn geloof. Ik vind het moeilijk te begrijpen dat mensen met de bijbel in de hand rechtstreeks tegen Jezus liefdesgebod ingaan en snoeihard oordelen. In plaats van liefde een ongelooflijke haat uitgieten over mensen die een andere weg gaan.

Dan de winst:

Tja, hier zou ik veel kunnen noemen. Zal ik spreken over de succesvolle voorstellingen? Mooie nagesprekken? Uitnodigingen om voor jongeren en in kerken te komen spreken? Uitnodigingen voor kerstconferenties? Het schrijven van een roman? Serieuze voorbereidingen voor een verfilming?  Je zou het allemaal winst kunnen noemen. Toch wil ik wat anders aan deze kant van de balans zetten:

Een ver familielid die meer dan 150 km rijdt om een voorstelling te kunnen zien. Omdat het ingewikkeld is om in haar eigen woonplaats te komen kijken.

Een ander familielid die tijdens de voorstelling rondjes in de buurt rijdt en na de voorstelling komt kijken. Nee, ik heb het niet over zijn angst, wel over het overwinnen ervan. Al was het een eerste stap.

De moeder van een zwaar gokverslaafde zoon. Ze stuurt me een dag nadat ik er de vorige avond een uurtje thuis gezeten had: 'Je hebt hoop gebracht'. 

De berichtjes van oudleerlingen waarin ze van veraf toch dichtbij blijven. Een leerling die me gemist heeft het afgelopen jaar maar ook, op zijn manier, aangeeft dat hij het meest geleerd heeft van mijn keuze voor het theater. 

Er achter komen dat het persoonlijke geloof het enige is dat telt. Dat een kerk ook maar een instituut is. En als dat een organisatie wordt die we managen als een bedrijf, er weinig te brengen of te halen is.  Een hoop stenen waar ik hard op weg mee was om heel veel energie in weg te laten vloeien. Gelijktijdig geleerd dat ik ook kan genieten van het samenkomen met een groep mensen, de ontmoetingen en het zien van elkaar. 

De onvoorwaardelijkheid van echte liefde. Zowel in vriendschap als daaromheen. Mensen, mooie mensen, die je nemen zoals je bent. Waar ik me niet anders hoef voor te doen. Omdat de basis er is. Die veel verder gaat dan wat gedeelde interesses. Waar je de ander kunt laten vliegen en dit zelf ook mag doen. Heel gaaf om dit te voelen en te voeden.

Als ik van de winst het verlies aftrek, blijft er meestal genoeg over. Genoeg om vrede te hebben in mijn hart. Gemoedsrust zo je wilt. En soms overheerst het verlies. 
Onlangs vertelde ik aan iemand het verhaal van David. Hem was een koninkrijk beloofd en toch moest hij vluchten voor Saul (de huidige koning). Hij kruipt weg in een spelonk. In deze rotsachtige ruimte vindt hij rust.  In de oude vertalingen van de Bijbel staat er letterlijk: "En tot hem vergaderde alle man, die benauwd was, en alle man, die een schuldeiser had, en alle man, wiens ziel bitterlijk bedroefd was." Het waren er vierhonderd in totaal.  Het was de spelonk van Adullam. Die naam betekent 'recht van het volk'. 
Afgelopen jaar heb ik van tijd tot tijd in deze spelonk gezeten. Met prachtige mensen om mij heen. En weet u? Dat ze benauwd waren, bedroefd of soms zelfs schuldeisers achter zich hadden (op welke manier dan ook); het maakte ze alleen maar prachtiger.

Dankjewel Saul en al je maten; zonder jullie had ik deze rots nooit ontdekt.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten