Gracieus kwam
mijn heideveldje,
ineens weer op mij af.
Hier een eind vandaan
maar nooit ver weg.
Raakte mij,
haar schoonheid.
Nog meer,
wat rondom en in
haar opbloeide.
Ze vulde, verwarmde.
Maakte blij en glanzend.
Ze herneemt haar ruimte
Wat zou ik willen dwalen
op en in dat veldje.
Uren, dagen en
een leven.
De heide voelen,
proeven, ruiken.
Samen leren,
dat elke maand
zijn charmes heeft.
Lachende lente,
huilende herfst.
Ga heideveldje,
bloei als nooit tevoren.
Vind jouw heuvel,
laat je kleuren.
Koester je leegtes,
vul ze niet allemaal.
Werp je zeven zonen,
als een krans rondom.
Word het wonder
dat jij al bent.
Al zal ik je niet betreden,
en zul jij niet kijken.
Ik zal je zien.
mijn heideveldje,
ineens weer op mij af.
Hier een eind vandaan
maar nooit ver weg.
Raakte mij,
haar schoonheid.
Nog meer,
wat rondom en in
haar opbloeide.
Ze vulde, verwarmde.
Maakte blij en glanzend.
Ze herneemt haar ruimte
Wat zou ik willen dwalen
op en in dat veldje.
Uren, dagen en
een leven.
De heide voelen,
proeven, ruiken.
Samen leren,
dat elke maand
zijn charmes heeft.
Lachende lente,
huilende herfst.
Ga heideveldje,
bloei als nooit tevoren.
Vind jouw heuvel,
laat je kleuren.
Koester je leegtes,
vul ze niet allemaal.
Werp je zeven zonen,
als een krans rondom.
Word het wonder
dat jij al bent.
Al zal ik je niet betreden,
en zul jij niet kijken.
Ik zal je zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten