Mijn liefste is de herfst.
De tranen en de wind,
schemerende nevel,
in het zacht
gebroken
licht.
Ik
maak
een bed
van varen.
Waarop mijn
meest beminde,
ontdaan van zwoelig
zomerkleed, zich naakt
voorwinters openbaart.
De
koude
winter stoeit
waar frisse lente speelt
en zachte zomer zindert.
Mijn herfst, die vurig waaiend vrijt,
of traag als mist de liefd bedrijft.
Bezwanger ons de aarde,
verrijs dan nieuwe loot
verrukt, verwonderd
uit haar schoot.
Allerliefste herfst,
je zachte dood
is meer dan
leven
kan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten