woensdag 15 mei 2019

Een hele hoop

Wat een week.  En dan zijn we nog maar op de helft. De week begon met een lezing die ik gaf over verslaving, vergeving en bevrijding.
Ik heb geprobeerd er een boodschap van hoop van te maken. Met geloof en liefde er door heen.
Maandag was er een draaidag van New Faith Network. Zij gaan onze voorstelling filmen. In de aanloop krijg je dan een interview. Dit vond plaats op de boerderij waar ik geboren en opgegroeid ben.
Zo betrad ik voorvaderlijke grond. Met zijn zeer en zegeningen. Steeds meer zie ik dit laatste. Het was een prachtige dag. Zon en een klein zuchtje wind. Uren doorgebracht aan de slootkant, midden tussen de weilanden, omringd door de prachtige Veluwse bossen.
Ergens bij een rondje over het erf stuitten we op de oude veldschuur. Nog steeds in dezelfde staat. Voorbij de bovenste helft gaan de planken over in ijzeren platen. Meer dan veertig jaar oud en afkomstig van een papierfabriek met de naam ' De Hoop'. 
En nu stond er nog steeds, een beetje onduidelijk maar wel leesbaar,  'Hoop' op die veldschuur. Het raakte mij.

Dinsdag gingen mijn oud-leerlingen naar De Hoop; de kliniek waar ik ooit in behandeling was. Zeven jaar ben ik met ze mee gegaan. Nu niet. Blij dat het doorgaat. En heb het ook gemist. De hele dag een beetje.  
Diezelfde dag sprak ik iemand die soms wat uit het oog maar niet uit het hart is. Zij vertelde me dat ze die dag naar een plek van hoop ging. Mooi.
Dinsdagavond hielp ik een stel goede vrienden bij het maken van een soort liefdesmaaltijd. Vijf tafels gedekt voor twee personen. Iemand hield een inleiding over intimiteit en seksualiteit. De nadruk lag er op hoe je dat fris, levendig en bespreekbaar houdt binnen je relatie. Al was ik druk met kokkerellen, toch wat opgevangen hier en daar. Was gaaf. Een boel liefde. Geen geloof en hoop voor nodig.
En nu vandaag. Een drukke dag, vol gepland. Hoop, geloof als ook liefde was een beetje ver te zoeken.
Tot ik vanmiddag besloot om te gaan hardlopen. Al snel belande ik tussen fietsende scholieren. De scholen gingen uit. Ik besefte dat dit de eerste keer was dat ik rond deze tijd hier weer liep. Blijkbaar deze tijd wat gemeden. Niet dat ik mijn leerlingen niet wil zien, zeker niet. Soms kan oude liefde ook een beetje zeer doen. Misschien toch wat vermijdingsgedrag?
Om de paar honderd meter werd ik ingehaald door een fietsgroepje. De begroetingen voelden goed.
Zo ook een groepje aan de rand van de plas; net op het punt om het water in te gaan. Eentje riep: 'Hey, dat is van Essen!' gelijk gevolgd door: 'Hallo meneer Arjan van Essen'. Met een grote glunder stond ze te zwaaien.
Ze had het niet beter kunnen verwoorden. Waar ik na drie mooie dagen het ineens allemaal wat kwijt was, bracht zij het in die ene zin helemaal terug. Ik wil haar bedanken. Het was meer dan een beker koud water. Veel meer.

Vervolgens werd ik achterop gereden door degene waar ik gisteren mee stond af te wassen. We praatten bij. Al fietsend en hollend.  Opgeladen kwam ik thuis. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten