Wat een week. En dan zijn we nog maar op de helft. De week
begon met een lezing die ik gaf over verslaving, vergeving en bevrijding.
Ik
heb geprobeerd er een boodschap van hoop van te maken. Met geloof en liefde er door heen.
Maandag
was er een draaidag van New Faith Network. Zij gaan onze voorstelling filmen.
In de aanloop krijg je dan een interview. Dit vond plaats op de boerderij waar
ik geboren en opgegroeid ben.
Zo betrad ik voorvaderlijke grond. Met
zijn zeer en zegeningen. Steeds meer zie ik dit laatste. Het was een prachtige
dag. Zon en een klein zuchtje wind. Uren doorgebracht aan de slootkant,
midden tussen de weilanden, omringd door de prachtige Veluwse bossen.
Ergens
bij een rondje over het erf stuitten we op de oude veldschuur. Nog steeds in
dezelfde staat. Voorbij de bovenste helft gaan de planken over in ijzeren
platen. Meer dan veertig jaar oud en afkomstig van een papierfabriek met de
naam ' De Hoop'.
En nu stond er nog steeds, een
beetje onduidelijk maar wel leesbaar, 'Hoop' op die veldschuur. Het raakte mij.
Dinsdag gingen mijn
oud-leerlingen naar De Hoop; de kliniek waar ik ooit in behandeling was. Zeven
jaar ben ik met ze mee gegaan. Nu niet. Blij dat het doorgaat. En heb het ook
gemist. De hele dag een beetje.
Diezelfde dag sprak ik iemand die
soms wat uit het oog maar niet uit het hart is. Zij vertelde me dat ze die dag
naar een plek van hoop ging. Mooi.
Dinsdagavond
hielp ik een stel goede vrienden bij het maken van een soort liefdesmaaltijd.
Vijf tafels gedekt voor twee personen. Iemand hield een inleiding over
intimiteit en seksualiteit. De nadruk lag er op hoe je dat fris, levendig
en bespreekbaar houdt binnen je relatie. Al was ik druk met kokkerellen, toch wat
opgevangen hier en daar. Was gaaf. Een boel liefde. Geen geloof en hoop voor
nodig.
En
nu vandaag. Een drukke dag, vol gepland. Hoop, geloof als ook liefde was een beetje
ver te zoeken.
Tot
ik vanmiddag besloot om te gaan hardlopen. Al snel belande ik tussen
fietsende scholieren. De scholen gingen uit. Ik besefte dat dit de eerste keer was
dat ik rond deze tijd hier weer liep. Blijkbaar deze tijd wat gemeden. Niet dat
ik mijn leerlingen niet wil zien, zeker niet. Soms kan oude liefde ook een
beetje zeer doen. Misschien toch wat vermijdingsgedrag?
Om
de paar honderd meter werd ik ingehaald door een fietsgroepje. De begroetingen voelden
goed.
Zo
ook een groepje aan de rand van de plas; net op het punt om het water in te
gaan. Eentje riep: 'Hey, dat is van Essen!' gelijk gevolgd door: 'Hallo meneer
Arjan van Essen'. Met een grote glunder stond ze te zwaaien.
Ze
had het niet beter kunnen verwoorden. Waar ik na drie mooie dagen het ineens
allemaal wat kwijt was, bracht zij het in die ene zin helemaal terug. Ik wil
haar bedanken. Het was meer dan een beker koud water. Veel meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten