Een collega, van een andere
school, opent een paar dagen geleden haar mail. Zij leest het volgende:
“KUTWIJF JE
KAN BETER DOOD ZIJN BEMOEI JE MET JE EIGEN ZAKEN”
Zonder
afzender. De dader wordt al snel opgespoord. Het is een leerling van haar, hij
is vijftien en boos.
Voor zover ik
begrepen heb is er met desbetreffende leerling gepraat. Ouders waren niet te
bereiken en daarom kon de schoolleiding eigenlijk niet zoveel. Betreffende
collega post haar verhaal op Facebook, in een besloten docentengroep.
Er blijven
reacties binnenkomen op haar verhaal.
Veel reacties gaan over de achtergrond van de leerling en de
eventuele redenen voor zijn gedrag. En de wil om hierover in gesprek gaan. Gewoon als
oplossing. Ik kijk hier erg van op. Begrijp me goed, als leerkracht maak je deel uit van een
pedagogisch proces. Wil je graag gedrag begrijpen. En wil je ook graag in
gesprek blijven met leerlingen.
Maar dit is
wangedrag. Dat ga je eerst aanpakken. De boel veilig maken. Een signaal
afgeven. De dader een sanctie opleggen. Hierna prima om in gesprek te gaan.
Maar niet andersom. Zelfs bij de brandweer blussen ze eerst, voor ze onderzoek
gaan doen waar de brand begonnen is.
Ik sta net zo lang voor de klas als dat bovengenoemde leerling oud is. Wat ik
geleerd heb, is dat veiligheid binnen school, binnen een klas de absolute
basisvoorwaarde
is. In een veilige omgeving wordt geleerd, gedeeld en geleefd. En daar mogen we
fouten maken. Zijn we school voor. En mijn leerlingen maken fouten, net als ik.
Zijn ze mij niet minder om. We leren van elkaar.
Maar wangedrag
is van een andere orde. Daar zit een keuze-element in. Zeker in bovengenoemd
geval. De computer opstarten, anoniem account aanmaken en vervolgens de woorden
intypen en ook nog eens versturen. Genoeg tijd om zich te bedenken.
Zeg ik hiermee
dat we een vijftienjarige in de cel moeten stoppen? Nee, maar wel aanpakken.
Duidelijk en consequent. En
ouders niet bereikbaar? Anno 2017? Ja dat gebeurt helaas.
Een paar jaar geleden had ik een leerling met een wapen in haar tas. Ze zat in mijn mentorklas. Eén telefoontje (volgens het protocol) naar de politie en binnen tien minuten stond de Hermandad op het schoolplein.
Ze stelden
haar een paar vragen, namen wapen in beslag en zij moest mee. Ouders waren
niet te vinden. Als mentor werd mij toen gevraagd om mee te komen. Ik heb vier uur
op het bureau gezeten terwijl daar een heel protocol in werking trad. Dit in
verband met de leeftijd van onze leerling. Kwam zelfs een dokter aan te
pas.
Ondertussen
vader van de leerling aan de lijn. Boos omdat dochterlief aan zijn wapenkast had
gezeten. En deze open had kunnen krijgen. Oom agent die bij dat
telefoongesprek aanwezig was, zag mijn boosheid toenemen. Over een vader in een
situatie, waar je gewoon niet weg kunt blijven. En al helemaal over een vader
die zich druk maakt over zijn wapenverzameling. Ik had meneer graag door de
telefoonlijn heen getrokken. En hem zijn dochter laten zien. Die er ondertussen
knap doorheen zat.
Begreep van
oom agent dat zijn collega’s onderweg waren voor een inspectie van genoemde
wapenkast. En begreep zo tussen neus en lippen door dat vader die wel eens
kwijt kon raken. In ieder geval de inhoud.
Ieder gezond mens wil dat iemand die ontspoort, hulp krijgt. Maar wel in de juiste volgorde.
Laten we weer
gaan opvoeden. Dat gebeurt in een gemiddelde week 32 uur op school, 14 uur op
straat en 122 uur thuis.
De meeste uren
hebben we niet in de hand als leerkrachten. Laten we alsjeblieft de uren op
school benutten om dingen te doen waar we goed in zijn. Leerlingen te leren.
Met alle middelen die ons ten dienste staan.
En ouders? Geef kinderen een duidelijke koers; Blijf
alsjeblieft fouten accepteren en helpen herstellen. Maar wangedrag? Help onze
kinderen door dit niet te tolereren. Ook en juist nu.
Op de Gereformeerde basisschool van mijn dochter werd een juf ook 'kutjuf' genoemd door kinderen uit groep 8, in een groepsapp. Toen de juf dit las zei ze dat het niet gaf, want over iedere juf werd gesproken door kinderen. Zo leren ze het nooit natuurlijk.
BeantwoordenVerwijderen